Dijkstra beschrijft in dit nummer van Jeugdbeleid haar promotieonderzoek naar de effectiviteit van een Eigen Kracht-conferentie (EK-c). Dat onderzoek deed nogal wat stof
opwaaien: zo zou er weinig bewijs zijn voor de effectiviteit van EK-conferenties in de jeugdzorg. In dit artikel wordt betoogd dat het onderzoek van Dijkstra andere uitgangspunten heeft dan die van de Eigen Kracht-conferenties. Zo is de EK-c een besluitvormingsmodel en geen hulpverlening, waardoor vergelijkingen met andere hulpverlening (van wijkteams bijvoorbeeld) weinig zinvol is. In de indeling van de gezinnen in het onderzoek van Dijkstra door de computer in een groep met ‘wel EKC’ en een groep met ‘niet EKC’ [NB door Dijkstra wordt de afkorting EKC gebruikt voor Eigen Kracht-conferentie; in dit artikel EK-c] wordt er geen rekening gehouden met de motivatie van betrokkenen voor deelname, terwijl motivatie bij een EK-c een voorwaarde is. Een EK-c functioneert als een brug tussen families (leefwereld) en professionals (systeemwereld) waardoor het vormgeeft aan de noodzakelijke transformatie van jeugdhulp. Dijkstra heeft de Eigen Kracht-conferenties voor haar onderzoek niet juist ingezet, zo is een belangrijke conclusie.
Sinds het jaar 2000 wil de stichting Eigen Kracht Centrale een bijdrage leveren aan een samenleving waarin het normaal is dat er bij een probleem eerst wordt gevraagd naar betrokkenen (de kring) en hun de kans wordt gegeven om zelf een plan te maken.
De Eigen Kracht Centrale strijdt voor het recht van kinderen op verbinding met de mensen die het belangrijk vinden dat het goed met hen gaat en