Het werken met dieren krijgt een speciale dimensie als het paarden betreft. In de jeugdzorg worden paarden slechts mondjesmaat ingezet, terwijl de resultaten toch bijzonder positief zijn. Door de inzet van paarden verbetert niet alleen de relatie tussen cliënt en hulpverlener, maar wordt tevens de cognitie van kinderen beter wanneer opdrachten op een paard worden gedaan. Kinderen met dyslexie gaan zo bijvoorbeeld veel beter lezen op een paard, proefwerken worden beter geleerd, het ruimtelijk inzicht verbetert en het automatiseren gaat gemakkelijker. Dit wordt verklaard vanuit het idee dat zittend op een paard het arousalniveau van het kind stijgt en daarmee de concentratie en het leervermogen, en dat door de beweging van het paard de hersengebieden die verantwoordelijk zijn voor deze taken extra gestimuleerd worden. Met behulp van het model van Pijnenburg beschrijft de auteur het inzetten van paarden op micro-, het meso- en het macroniveau.
Paarden als werkzame factor? Sommige mensen zullen vraagtekens zetten bij deze titel, andere niet. Mensen die werkzaam zijn in het werkveld van mens-dierrelaties, weten uit ervaring dat de titel van dit artikel in de praktijk van het inzetten van paarden als hulpmiddel in de jeugdzorg een juiste bewering is. Paarden worden namelijk steeds vaker als hulpmiddel ingezet in de jeugdhulp omdat het klaarblijkelijk werkt, hoewel het nog steeds niet wetenschappelijk is aangetoond.