Schrijver Philip Huff had een onveilige jeugd met continu ruziënde ouders die elkaar - en hun drie kinderen - regelmatig ook fysiek te lijf gingen. Hij schreef er een roman over. Daarmee hoopt hij ook anderen die in zo'n situatie zitten, of zaten, een stem te geven.
Een zaterdagochtend. De hoofdpersoon, een jongen van acht, wordt wakker naast zijn kleine broertje in diens bed. Het is stil in huis. Gespannen luistert hij naar de stilte: is de stilte voor of na de storm? Na, zo blijkt. In de gang liggen de scherven van een vaas. In de keuken treft hij zijn moeder, die doet of er niks is gebeurd, maar de zijkant van haar gezicht is rood en gezwollen. En de auto