Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

COLUMN Longontsteking

De thermometer wijst 40 graden aan. Ik leg mijn hand op Yaëls heup. Wat is ze warm! Ze heeft haar ogen dicht, maar niet helemaal, ze ademt zwaar. Haar adem ruikt naar aceton. 'Yaël, Yaël, word wakker, het is mama', zeg ik zachtjes. Geen reactie.
© Annemarijne Bax

Ik besluit de huisarts te bellen en zeg voor me uit: ik hang niet op voor ik de toezegging heb dat er een dokter komt. ‘Yaël is al dagen ziek’, vertel ik, ‘maar nu is de koorts wel erg hoog en ze is ook niet meer echt aanspreekbaar.’

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41185-023-1984-1/MediaObjects/41185_2023_1984_Fig1_HTML.jpg
© Annemarijne Bax

De huisarts zal er met maximaal drie kwartier zijn. De paracetamolzetpil doet intussen zijn werk: Yaël is bij als de huisarts er is. Die onderzoekt haar en besluit een ambulance te bellen. ‘Het heeft geen acute haast.’ Uren later arriveert de ambulance. De verpleegkundige geeft me een lief standje, zo een waar je meteen van moet huilen: ‘Voortaan moet je meteen 112 bellen als je dochter zo ziek is, hoor.’ Ik sputter tegen: ‘Maar je leest altijd over mensen die te snel bellen.’ ‘Dat zijn andere mensen’, antwoordt ze.

Op de eerste hulp zit Hanno, Yaëls vader, al te wachten. Een avond van onderzoeken volgt: eerst door de coassistent, dan de arts-assistent en ten slotte de kinderarts. Het wachten duurt lang, maar gelukkig zijn de mensen, die het, afgaande op hun looptempo retedruk hebben, allemaal even aardig. Wat helpt dat toch altijd, aardige mensen. Tegen twaalf uur krijgen we de diagnose: Yaël heeft een longontsteking. In het ziekenhuis heeft ze gelukkig goed gedronken, dus ze mag mee naar huis, maar moet dan meteen thuis de eerste dosis antibiotica innemen. En morgen belt de kinderarts weer.
Yaël is met een dag koortsvrij, maar haar herstel duurt nog weken. Als ze weer een beetje op de been is, belt de manager van haar instelling. ‘Er is niks met Yaël hoor’, zegt ze snel. Het is de bezwering waarmee bijna elk telefoontje van de instelling begint. ‘Maar ik heb wel een verdrietige mededeling.’ Ze vertelt dat er onverwacht een jonge vrouw van Yaëls groep is overleden. Het meisje was niet zo lekker. Haar moeder bracht haar om zes uur naar bed en ging om acht uur weer even kijken. Toen was haar dochter al dood.
Het slechte nieuws raakt me hard, wiebelig als ik nog ben van Yaëls ziekte. Ik stel me de ontsteltenis van de moeder voor, het voldongen feit. Geen gehaast telefoontje meer naar de hulpdiensten, geen kalme ambulancemensen die uitstralen dat het nu allemaal goedkomt, want het komt niet goed.
‘Misschien had het meisje een verborgen gebrek’, zeg ik tegen mijn moeder. ‘Een zwak hart of zwakke vaten.’ Mijn moeder begint een vormeloze zin met: ‘Zou Yaël ook …’ Ik kap haar af: ‘Yaël is weer beter. Er is nú niets aan de hand.’ En ik voel me ferm in het hier en nu zijn, mijn springlevende dochter tegenover me. Mindfuller wordt het niet.

Sanne Kloosterboer (49)

is de moeder van Yaël (17). Yaël heeft het SCN2A-syndroom, en heeft daardoor een verstandelijke beperking, autisme en epilepsie. Ze woont deels bij Sanne, deels bij Sannes ex-man en deels in een instelling.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.