Vanuit de Sociale Agenda Limburg wil de Provincie Limburg o.a. de participatie van kwetsbare personen in de samenleving verbeteren. In dat kader subsidieerde de provincie het door de Universiteit Maastricht ontwikkelde programma 4Limburg, dat bestaat uit verschillende deelprojecten.1
In een van die deelprojecten hebben we allereerst de omvang van vier verschillende kwetsbare groepen per Limburgse gemeente in kaart gebracht: (1) mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, (2) mensen met een bijstandsuitkering, (3) mensen met een werkloosheidsuitkering en (4) mensen zonder werk en zonder een van deze uitkeringen (Künn-Nelen e.a. 2018).
Daaropvolgend hebben we voor elke Limburgse gemeente gekeken naar verschillen in de omvang van deze kwetsbare groepen tussen de wijken binnen de gemeente (Künn & Poulissen 2019). Vervolgens hebben we in kaart gebracht welke profielen mensen met een arbeidsongeschiktheids-, bijstands-, of werkloosheidsuitkering hebben en wat hen belemmert in hun (re)integratie op de arbeidsmarkt (Künn-Nelen e.a. 2020a, Künn-Nelen e.a. 2020b).
Omvang kwetsbare groepen
In tabel 1 is te zien dat Limburg eind 2015 bijna 770.000 inwoners telde die vallen onder de potentiële beroepsbevolking. Ongeveer een op de vier inwoners is uitkeringsafhankelijk of niet actief op de arbeidsmarkt. In Zuid-Limburg was het aandeel kwetsbaren relatief gezien het hoogst (27,5%), maar dit percentage is wel lager dan het percentage in de benchregio Rotterdam (29,7%). Vergeleken met Nederland in het geheel scoort de provincie Limburg wel bovengemiddeld.
Tabel 1. Overzicht van de absolute en relatieve omvang van de kwetsbare groepen in Limburg en in twee benchmark regio’s
Totaalaantal kwetsbaren
|
Arbeids ongeschiktheids uitkering
|
Werkloosheids uitkering
|
Bijstands-uitkering
|
Inactief zonder uitkering
|
Potentiële beroepsbevolking
|
|
---|---|---|---|---|---|---|
Limburg totaal
|
191.493 (24,9%)
|
65.022 (8,5%)
|
27.527 (3,6%)
|
33.667 (4,4%)
|
67.411 (8,8%)
|
769.396
|
Noord-Limburg
|
40.674 (21,2%)
|
12.576 (6,5%)
|
8.069 (4,2%)
|
6.934 (3,6%)
|
13.537 (7,0%)
|
192.277
|
Midden-Limburg
|
36.387 (22,5%)
|
12.613 (7,8%)
|
5.732 (3,6:%)
|
5.428 (3,4%)
|
13.007 (8,1%)
|
161.438
|
Zuid-Limburg
|
114.432 (27,5%)
|
39.833 (9,6%)
|
13.726 (3,3%)
|
21.305 (5,1%)
|
40.867 (9,8%)
|
415.681
|
Rotterdam
|
133.325 (29,7%)
|
25.508 (5,7%)
|
16.356 (3,6%)
|
45.649 (10,2%)
|
47.029 (10,5%)
|
449.506
|
Provincie Groningen
|
101.263 (24,6%)
|
28.631 (7,0%)
|
14.227 (3,5%)
|
24.526 (6,0%)
|
35.024 (8,5%)
|
411.750
|
Nederland totaal
|
2.572.531 (22,0%)
|
735.060 (6,3%)
|
387.389 (3,3%)
|
507.187 (4,3%)
|
968.802 (8,3%)
|
11.704.796
|
Problematiek
De profielschets is gebaseerd op vijf aspecten waarvan we vanuit de literatuur weten dat ze vaak gerelateerd zijn aan een kleinere kans om werkzaam te zijn en op de arbeidsmarkt te re-integreren:2
-
gezondheidsproblematiek
-
financiële problematiek
-
opleidingsniveau
-
migratieachtergrond
-
gezinssituatie
Profielschets bijstandsontvangers
Uit de figuur blijkt dat gezondheidsproblemen onder bijstandsontvangers het meest voorkomen in de Midden-Limburgse gemeenten. In Roerdalen, Roermond, Weert, Echt-Susteren en Nederweert is de gezondheidsproblematiek onder bijstandsontvangers het grootst. Ook in Peel & Maas en Beekdaelen zijn de gezondheidsproblemen onder bijstandsontvangers zeer hoog in vergelijking met de andere Limburgse gemeenten. De zes gemeenten met de minste gezondheidsproblemen onder de mensen met een bijstandsuitkering zijn over heel Limburg verspreid.
Figuur 2 laat zien dat veel mensen in de bijstand te kampen hebben met financiële problemen. In alle Limburgse gemeenten heeft tussen de 62 en 79 procent van alle bijstandsontvangers financiële problemen. In zeven gemeenten komen financiële problemen relatief gezien zeer veel voor onder bijstandsontvangers (tussen de 75% en 79%). Het gaat hier om de gemeenten Beekdaelen, Sittard-Geleen, Maastricht, Heerlen, Vaals, Kerkrade en Valkenburg aan de Geul. Dit zijn allemaal Zuid-Limburgse gemeenten.
Het gaat hier om de gemeenten Landgraaf, Kerkrade, Roermond en Weert. Bij 18 van de 31 Limburgse gemeenten is er sprake van een meervoudige problematiek: bij deze gemeenten is de problematiek onder de bijstandsontvangers op twee of drie aspecten (zeer) hoog. In een zestal gemeenten is de problematiek enkelvoudig. In deze gemeenten komt slechts één aspect (zeer) vaak voor onder de bijstandsontvangers. Het gaat hier om de gemeenten Bergen en Simpelveld (eenoudergezin), Meerssen en Maasgouw (niet-westerse migratieachtergrond), Valkenburg aan de Geul en Gulpen-Wittem (financiële problematiek). In Gennep, Leudal en Eijsden- Margraten hebben de bijstandsontvangers in vergelijking met de andere Lim- burgse gemeenten minder te kampen met de vijf aspecten die de re-integratie bemoeilijken dan in de andere gemeenten.
Profielschetsen op wijkniveau
In de figuren 4-6 is de relatieve positie van de Heerlense wijken op het gebied van gezondheidsproblematiek, financiële problematiek en de opstapeling van problemen grafisch weergegeven. Uit deze figuren blijkt dat er geen enkele wijk is die relatief hoog scoort op alle aspecten van de profielschets.
Zo komen financiële problemen relatief gezien zeer veel voor onder de bijstandsontvangers in de wijken Maria Gewanden en Terschuren en Welten-Benzenrade, maar is er in deze wijken juist een relatief laag aandeel van bijstandsontvangers die te maken hebben met gezondheidsproblematiek. Er zijn wel veel wijken (10 van de 14 waarvoor we de index kunnen berekenen) die gekenmerkt worden door een complexe problematiek: deze wijken scoren relatief gezien (zeer) hoog op twee aspecten. Wederom geldt dat de twee aspecten waar het om gaat, verschillen tussen de wijken.
Figuur 5. Relatieve positie wijken m.b.t. financiële problemen onder bijstandsontvangers.
Figuur 6. Complexiteitsindex naar wijk gericht op mensen in de bijstand.
Re-integratiekansen klein
Implicaties gemeentelijk beleid
Omdat er in Heerlen tussen wijken grote verschillen zijn in de mate waarin bijstandsontvangers te maken hebben met financiële en gezondheidsproblemen, pleiten we voor een wijkgerichte aanpak van deze problematiek. Omdat in sommige wijken financiële problemen relatief veel voorkomen en gezondheidsproblemen relatief minder vaak of andersom, zou per wijk gekeken moeten worden waar het beleid zich vooral op zou moeten richten. Een wijkgerichte aanpak, gefocust op de belangrijkste problematiek in de wijk, zou een groter effect kunnen hebben omdat er spill-over-effecten kunnen optreden waarbij bewoners zich aan elkaar kunnen optrekken.
Annemarie Künn-Nelen is senior onderzoeker Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt, Maastricht University. Davey Poulissen is PhD student Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt Maastricht University.
Referenties
- Künn, A. & Poulissen, D. (2018). Omvang risicogroepen in Limburg, ROA-F-2018/20.
- Künn, A. & Poulissen, D. (2019). Omvang risicogroepen in de Limburgse gemeente xxx. ROA-F-2019/3. Zie https://roa.nl/publications/roa-fact-sheets?year=2019 voor elke Limburgse gemeente.
- Künn-Nelen, A., Poulissen, D., De Grip, A. (2020a). Profielschets uitkeringsafhankelijke inwoners in Limburg. ROA-F-2020/5.
- Künn-Nelen, A., Poulissen, D., De Grip, A. (2020b). Profielschets bijstandsontvangers Heerlen. Complexiteit van de problematiek en reïntegratiekansen. ROA-R-2020/3.
- Künn-Nelen, A., Poulissen, D., De Grip, A. (2020c). Operationalisatie profielschetsen kwetsbare groepen, ROA-TR-2020/6