In dit artikel staan de auteurs eerst stil bij het Kinderrechtenverdrag. In dat verdrag is onder andere artikel 31 opgenomen, dat kinderen recht geeft op rust, vrije tijd, spel en
deelname aan culturele activiteiten. Dat betekent niet dat dit in de praktijk ook altijd zo toegepast wordt. De steden groeien dicht en kinderen worden overladen met drukke programma’s. In 2013 is bij artikel 31 van het Kinderrechtenverdrag een General Comment aangenomen dat dieper ingaat op artikel 31. Dat dienen gemeenten ter harte te nemen. De gemeente Leiden is actief bezig met het recht van kinderen op voldoende en kwalitatief goede speelruimte. De gemeente heeft bijvoorbeeld in een beleidskader zogenaamde speelrichtlijnen opgenomen, die zijn uitgewerkt in een speelplekkenrichtlijn en een speelruimterichtlijn. Tevens is Leiden koplopergemeente voor de implementatie van het Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Voor kinderen in Leiden heeft dit gunstige gevolgen. Zo zijn zij nadrukkelijk betrokken bij de inrichting van een ‘inclusieve speeltuin’, een speeltuin die zo is ingericht dat alle kinderen – met en zonder beperking – samen kunnen spelen in Leiden.
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (z.j.) is in 1948 vastgesteld door de Verenigde Naties (VN). In dit verdrag zijn de grondrechten vastgelegd waar alle landen die het verdrag ondertekend hebben zich aan zullen houden. In november 1989 werd het Verdrag inzake de rechten van het kind (z.j.) aangenomen, waarin de rechten van het kind zijn vastgelegd. Dit verdrag werd opgesteld vanuit het gezichtspunt dat kinderen specifieke behoeften hebben en beschermd en