De mooiste zin in dit nummer staat in het artikel van Ilona Dahl. ‘Ik heb in Nederlands-Indië de dood in de ogen gekeken, dan kan ik toch wel voor mijn eigen vrouw zorgen?’ Rudy Brzesowsky is negentig jaar. Hij noemt zijn koppigheid ‘de grootste fout in zijn leven’. Oververmoeid bleef hij met zijn voet achter een stoelpoot haken en brak ‘alles’.
Hoogleraar Judith Wolf beargumenteert in ditzelfde nummer dat ieder mens, hoe ver afgegleden ook, kracht heeft. Niet kracht als in energie, maar kracht als in wil, iets willen, iets wensen. Van daaruit kun je stapjes zetten, waar nodig met professionele ondersteuning. De mate van die ondersteuning is eigenlijk het voortdurende twistpunt in het sociaal domein. Judith Wolf benadrukt het grote belang van ‘dat de mensen zelf kunnen leren. Dat ze zelf ervaren dat ze door