Seksueel geweld: van eenmalig experiment tot ziekte
Soms zitten wetenschappers en jeugdzorgwerkers op één lijn, soms verschillen hun visies. Over onderzoeksresultaten en de toepassing daarvan in de dagelijkse praktijk. Deze keer: Dé zedendelinquent bestaat niet.
Dé zedendelinquent bestaat niet.
Er zijn vele soorten zedendelinquenten: minder- en meerderjarig, plegers van fysiek en/of online seksueel geweld, daders die het gemunt hebben op bloedverwanten of op klasgenoten of vreemden. Jeugdige zedendelinquenten kun je grofweg indelen in drie groepen: de leeftijdgenootmisbruiker, de groepsdader en de kindmisbruiker. ‘Ongeveer de helft van de zedendelinquenten behoort tot de eerste groep’, weet Jan Hendriks, bijzonder hoogleraar Forensische Psychiatrie en Psychologie aan de Vrije Universiteit en Forensische Orthopedagogische Diagnostiek
Premium
Wil je dit artikel lezen?
Neem een Zorg+Welzijn kennismakingsabonnement voor slechts € 15. Na twee maanden stopt het abonnement automatisch.
Onbeperkt alle premium artikelen lezen
Online alle artikelen uit Zorg+Welzijn magazine lezen
Toegang tot meer dan 900 zinvolle dagbestedingsactiviteiten
Geweld in de privésfeer is de omvangrijkste vorm van geweld in de Nederlandse samenleving. Het gaat om mishandeling van de partner, van kinderen, maar ook van ouderen en eergerelateerd geweld. Jaarlijks hebben naar schatting tussen de 200.000 en 230.000 mensen te maken met ernstig of herhaaldelijk huiselijk geweld. Sociaal werkers komen achter de voordeur en kunnen signaleren, hulp verlenen en samenwerken met het landelijke meld- en adviespunt: Veilig Thuis.