Volgens het Sociaal en Cultureel Planbureau zijn er in Nederland tussen de 50.000 en 330.000 mensen met een licht verstandelijke beperking. Die ruime schatting maakt duidelijk hoe lastig de signalering is. Vaststellen of iemand een licht verstandelijke beperking heeft en welke zorg die persoon nodig heeft, is wel heel belangrijk, zegt Femke Jonker. Zij is gz-psycholoog in opleiding tot specialist. ‘Het gaat om mensen met heel complexe en diverse problematiek. De een heeft moeite met het huishouden en de administratie, een ander met zelfstandig reizen en een derde persoon laat zich makkelijk beïnvloeden. Sommigen willen heel graag kinderen en zien zelf niet in dat ze onvoldoende in staat zijn een kind op te voeden. Ze denken: dat kan ik wel want ik heb de luier van mijn nichtje weleens verschoond, maar ze zien niet in dat luiers verschonen elke dag moet. En vooral de mensen die intensieve begeleiding nodig hebben camoufleren hun problemen.’
Daar hebben ze allerlei technieken voor, zegt Jonker. ‘Ze knikken regelmatig bevestigend, ook als ze je niet begrijpen. Maken ze schulden, dan verzwijgen ze dat liever en zoeken ze een kortetermijnoplossing. Zoals een nieuwe schuld om in ieder geval vandaag een rekening te kunnen betalen. Het grotere plaatje zien is voor mensen met een licht verstandelijke beperking heel moeilijk.’ En de problematiek wordt volgens Jonker steeds complexer. ‘De zorgvraag van lvb’ers is de afgelopen jaren met zeven procent gestegen. Terwijl het aantal lvb’ers maar met één procent is gestegen.’
Verleidingen
Die problematiek is ook terug te zien in de cijfers over lvb’ers en sociale problemen. Ongeveer een derde van alle mensen in detentie heeft een licht verstandelijke beperking. Daar zijn meerdere redenen voor, zegt Jonker. ‘Ze willen zich graag bewijzen en krijgen daarom vaak verkeerde vrienden. Die ze meteen vertrouwen. Eén jongen zei dat zijn vrienden niet meer in aanraking waren gekomen met de politie. Hoe wist hij dat? Omdat ze hem dat hadden verteld.’ Bovendien loopt iemand met een licht verstandelijke beperking die gaat stelen een grote kans gepakt te worden. Jonker: ‘Een typisch voorbeeld: een horloge stelen bij een juwelier en dan met het horloge teruggaan omdat er geen batterij in zit.’
De participatiemaatschappij biedt kansen voor lvb’ers omdat meer mensen kunnen meedoen in de samenleving, maar de druk kan ook te groot worden, zegt Jonker. ‘Lang niet alle lvb’ers kunnen zich in deze maatschappij zelfstandig redden. De digitalisering is voor hen lastig. De meesten kunnen niet goed overweg met een computer. Ook het aanvragen van subsidies en toeslagen is voor hen ingewikkeld. In ieder geval een deel loopt meer risico op schulden dan mensen zonder licht verstandelijke beperking.’
Zorgvuldige diagnostiek
Hoe schat je in welke zorg lvb’ers nodig hebben en wat ze zelfstandig kunnen? Eerst is een zorgvuldige diagnostiek nodig. Daarvoor is het belangrijk de adaptieve vaardigheden te toetsen (zie het kader). Om professionals daarbij te helpen heeft Jonker voor haar promotieonderzoek een vragenlijst gemaakt, de AVVB, Adaptieve Vragenlijst Verstandelijke Beperking.
De AVVB meet 65 vaardigheden, op een schaal van 1 tot 5. 1 betekent: voert de vaardigheid ook niet met hulp uit, 5 betekent: voert de vaardigheid geheel zelfstandig uit. De lijst gaat bijvoorbeeld over het dragen van schone kleding, gezond eten, ingewikkelde formulieren begrijpen, van fouten leren, ook vervelende klusjes doen en zich niet laten overhalen tot crimineel gedrag. Een persoonlijk begeleider kan de lijst invullen. De bedoeling is aanvinken wat de cliënt doet, en dus niet wat hij of zij potentieel kan, benadrukt Jonker. ‘Dan krijg je de meest betrouwbare diagnose. Je ziet welke vaardigheden de cliënt voldoende beheerst, welke aangeleerd kunnen worden en welke begeleiding verder nodig is.’ Jonker doet onderzoek naar het gebruik van de lijst, samen met de Radboud Universiteit Nijmegen, Expertisecentrum Forensische Psychiatrie en De Borg. Ruim veertig zorginstellingen doen mee.
Wil je het functioneren van een lvb’er veranderen, moet je uitleggen waarom handelingen nodig zijn, zegt Jonker. ‘Dus vertel dat opruimen nodig is om spullen terug te kunnen vinden. En dat op tijd opstaan de kans op een leuke baan vinden een stukje groter maakt. Maak het mensen met een licht verstandelijke beperking zo overzichtelijk mogelijk.’
De cijfers
Exacte aantallen lvb’ers zijn niet bekend. Volgens het SCP zijn er tussen de 50.000 en 330.000 mensen met een licht verstandelijke beperking, en tussen de 300.000 en 600.000 zwakbegaafde mensen. Op 1 juli 2016 kregen 75.750 van de mensen met een (licht) verstandelijke beperking intramurale zorg en 15.650 extramurale zorg (cijfers Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland). Zowel in de ggz als in de forensische zorg ligt het percentage lvb’ers op ongeveer 30 procent. De zorgvraag onder lvb’ers is met 7 procent gestegen, terwijl het aantal lvb’ers slechts met 1 procent is gestegen.
Adaptieve vaardigheden toetsen
Wanneer heeft iemand een licht verstandelijke beperking? De definitie in de Handreiking vroegsignalering van een licht verstandelijke beperking van het Netwerk Gewoon Meedoen gaat uit van het IQ en van adaptieve vaardigheden. Dat zijn de vaardigheden die mensen nodig hebben om zelfstandig te kunnen functioneren. Zoals problemen kunnen oplossen, kunnen omgaan met geld, persoonlijke verzorging en de gevolgen van keuzes overzien. Iemand heeft volgens de handreiking een licht verstandelijke beperking als hij een IQ heeft van 50 tot 70 en meerdere adaptieve vaardigheden onvoldoende beheerst. Sommige mensen hebben een IQ van 60 maar zorgen beter voor zichzelf dan iemand met een IQ van 80. De handreiking over vroegsignalering staat op www.kenniscentrumlvb.nl.