THEMA ‘We moeten agressie nooit gewoon gaan vinden’
Bijna elke sociaal werker heeft te maken met agressie en vier op de tien zelfs met fysiek geweld. Dat is onacceptabel, zegt directeur Jan Willem Bruins van BPSW, de beroepsvereniging voor sociaal werkers. 'We moeten dit nooit gewoon gaan vinden.'
‘Ik weet het kenteken van je auto.’ Intimidatie en verbaal geweld zijn dagelijkse kost voor sociaal werkers. Onderzoek van BPSW en RTL Nieuws leverde eind vorig jaar alar- merende cijfers op. Van de 4.000 ondervraagde sociaal werkers heeft 97 procent te maken met verbaal geweld, 90 procent met intimidatie en 40 procent met fysiek geweld. Het probleem wordt inmiddels wel serieuzer genomen door alle betrokkenen, niet alleen door werkgevers, maar ook door politie en justitie. Maar volgens Bruins moeten we ook kijken wat er aan de hand is in een samenleving waarin de remmen los lijken.
We zijn inmiddels een jaar verder, heeft de coronacrisis dit verergerd? ‘Daar waar al wat aan de hand was, is het soms erger geworden’, zegt Bruins. ‘Mensen zitten op elkaars lip, hebben geen werk, schulden stijgen, dus spanningen lopen thuis op. Die spanning moet zich ontladen. Sociaal werkers gebruiken nu vaak beeldbellen om contact te houden en dat maakt het makkelijker voor een cliënt om verbale agressie te uiten. Hetzelfde geldt voor platforms als Facebook.
Social media maken agressief gedrag makkelijker. Hoewel je op veilige afstand bent, is het effect van de intimidatie toch groot. Het is bovendien lastiger om te helpen, want je mist informatie. Je ruikt geen alcohol bij een cliënt met een alcoholverslaving en soms zijn mensen minder open; zij schamen zich omdat ze het gesprek niet kunnen weghouden bij hun kinderen.’
Acceptabel
Waar ligt de grens van ‘acceptabel’? Bruins: ‘Sociaal werkers zijn gewend om te gaan met mensen die met spanning leven. Maar de druk wordt groter. Het aantal verwarde personen op straat neemt toe, het aantal daklozen is in tien jaar tijd verdubbeld en het aantal vechtscheidingen stijgt. Je ziet in het algemeen meer agressie richting hulpverleners, maar bij een ambulancemedewerker of politieagent is de situatie eenmalig en anoniem.
Sociaal werkers werken meestal niet anoniem, maar in een blijvende relatie met een cliënt. Neem de jeugdzorg, waarbij je steeds terugkeert naar het gezin, ook na intimidatie. Daardoor is er blijvende spanning voor de professional.’
De gevolgen daarvan zijn vergaand. Bruins: ‘We hebben dat niet onderzocht, maar er is zeker een relatie met ziekteverzuim en burn-outs van sociaal werkers. De angst gaat in je lichaam zitten. Jaarlijks verlaat twintig procent van de jeugdwerkers de sector. Dat is veel. Zij stoppen ermee vanwege de werkdruk als gevolg van bureaucratie en bezuinigingen, maar soms ook vanwege de agressie.’
Het blijft een merkwaardige ontwikkeling; hulpverleners die steeds vaker worden aangevallen door de mensen die zij proberen te helpen. Wat is er mis in onze samenleving dat we steeds minder controle hebben over onze emotionele impulsen? Bruins: ‘Dat is een filosofische, maar wel belangrijke discussie die we moeten voeren. Onze cultuur heeft nog weinig visie op de aard van ons driftleven. Agressies zijn driften.
In het verleden was er meer het idee dat beheersing van het driftleven bijdroeg aan beschaving. Dat zag je in religieuze tradities, maar ook Sigmund Freud vond dat. Er is geen normatief kader meer. Misschien was dat kader vroeger wel te sterk ontwikkeld, was het een onderdrukking van behoeften, maar nu missen we die normen en moeten we weer op zoek naar de balans.’
Besef van urgentie
Een complex probleem dat niet morgen is opgelost. En ondertussen moet een sociaal werker opmerkingen incasseren als ‘ik weet je te vinden, jij bent niet meer veilig’. Wat moet er zo snel mogelijk gebeuren? Bruins: ‘Er is inmiddels een besef van urgentie. We kunnen dit probleem alleen samen met werkgevers, professionals, de ministeries van Justitie en Veiligheid en VWS en het OM aanpakken. Dit besef heeft opgeleverd dat het nu beter gaat met de aangiftes.
Als je traceerbaar bent, bedenk je je wel twee keer voor je aangifte doet. Daarom is de drempel verlaagd voor een bijna-anonieme aangifte en ook werkgevers kunnen nu aangifte doen. Het Openbaar Ministerie heeft hierover goede landelijke afspraken gemaakt.’ Ook digitale agressie wordt aangepakt. ‘Het ministerie praat met Facebook. Het is belangrijk dat socialemediaplatforms meer verantwoordelijkheid nemen.
Facebook moet agressieve berichten eerder verwijderen.’ Verder moeten sociaal werkers en advocaten beter samenwerken. ‘Dat zijn nu nog te veel gescheiden werelden. Vooral bij vechtscheidingen is het belangrijk dat je samenwerkt om situaties te de-escaleren. Het helpt ook niet dat alle tolken zijn wegbezuinigd. Miscommu- nicatie door taalbarrières kan ook agressie oproepen.’
Steun van de werkgever is cruciaal. Voorheen was het probleem dat aangifte doen vaak te weinig werd gestimuleerd door organisaties. BPSW heeft de kwestie aangezwengeld. ‘Zestig procent van de sociaal werkers is tevreden over hoe de werkgever zich opstelt bij klachten over agressie, maar veertig procent dus niet. We praten daarover met brancheorganisaties, want dit moet verbeteren. Het begint met preventie.
Meer werkgevers moeten de-escalatie-trainingen bieden. Ook als BPSW organiseren we zulke trainingen. Daarnaast moet er meer duidelijkheid komen over wat aangifte-waardig gedrag is. Bij sommige organisaties gaat de leidinggevende mee om aangifte te doen of doet de organisatie de aangifte in plaats van de werknemer. De nazorg verbetert, maar kan nog beter. We krijgen nog steeds te horen dat professionals er bij aangifte doen soms alleen voor staan.’
Op scherp
Wat kunnen professionals zelf doen? ‘Ik denk dat zij al heel alert hiermee omgaan. Ze gebruiken vaak alleen hun voornaam, zijn terughoudend op social media, parkeren hun auto niet voor de deur van de cliënt. De professional staat op scherp. Sociaal werkers die werkzaam zijn als ambassadeurs Jeugdzorg agenderen het probleem in de media en geven gastlessen op scholen.
Maar wat ik tegelijkertijd hoor, is dat sociaal werkers soms het gevoel hebben dat ze hebben gefaald. Dat ze uit schaamte niet melden dat ze te maken hebben met agressie. Het is echter belangrijk dat ze het melden, dan krijgt het onderwerp aandacht. Daarom is het zo wezenlijk dat alle betrokkenen dit probleem serieus nemen.’
Jan Willem Bruins
Hij was lange tijd als docent verbonden aan de opleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Cultureel Maatschappelijke Vorming, onder meer bij Hogeschool Windesheim in Zwolle. In zijn rol als voorzitter van het landelijk opleidingsoverleg Maatschappelijk Werk en Dienstverlening was hij nauw betrokken bij de totstandkoming van de nieuwe opleiding Social Work. Sinds oktober 2018 is hij algemeen directeur van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk.
Naar schatting is in drie tot vijf procent van alle gezinnen in Nederland sprake van meervoudige en complexe problematiek. Het gaat om 75.000 tot 116.000 gezinnen. Werken met deze gezinnen vergt een integrale aanpak – en dat is eenvoudiger gezegd dan gerealiseerd.