‘Op een ijzige, afstandelijke manier worden flarden van Eva’s jeugd in een klein, Vlaams dorp beschreven. Hoe ze altijd met twee jongens speelt, omdat er verder geen leeftijdsgenootjes zijn op school en in het dorp. Die verhalen worden afgewisseld met het heden, waarin Eva als jongvolwassene een blok ijs meevoert in de achterbak van haar auto.
Achter deze gebeurtenissen ligt het echte verhaal verscholen: over het incapabele gezin waarin ze opgroeit. Met een agressieve vader die Eva al meteen in het begin van het boek de strop aan de balk in de schuur laat zien. Ze mag er met niemand over praten. Met haar zusje dat last heeft van netheidswaanzin. En haar alcoholistische moeder, die dagen haar bed