In dit nummer onder meer het verhaal van Tjarda Reesink. Zou zij sneller geholpen zijn als de meldcode eerder was aangepast? ‘Toen de kleine er was, werd ik weer helemaal verliefd op mijn man. Hij ging zo lief met haar om. Totdat ze dingen deed die niet mochten.’
Drie hengels hangen over de brugleuning. ‘Heb jij al beet?’, vraagt het jongetje aan zijn vader. ‘Mijn brood is van de haak’, zegt het vriendje. ‘Mag ik nieuw?’ De vader bukt zich naar de Jumbo-zak met brood. Wat een leuke vader, denk ik, als ik dit idyllische tafereel aanschouw terwijl ik langsloop met mijn hond. Maar wacht eens, ik ken hem! Van toen mijn zoon nog voetbalde met zijn oudste, K.. Die is er niet bij. Zou K. nog steeds uit huis geplaatst zijn?
Veel gemeenten zeggen te weinig geld voor jeugdzorg van de overheid te krijgen om voldoende hulp te kunnen bieden. Hebben zij gelijk?
‘De afgelopen anderhalf jaar heb Ik een boek geschreven voor therapeuten. Daarin leg Ik uit hoe ze stapsgewijs een nieuwe hechtingsfiguur kunnen worden voor cliënten met een traumatische jeugd. Heerlijk om mijn ideeën zelf aan elkaar te knutselen. Door dagen achtereen schrijven – ik heb er zelfs een keer zes weken voor vrij genomen – kom je in een soort flow. Soms schreef ik van ‘s ochtends acht tot ‘s avonds tien uur. Ik had er gewoon spierpijn van!
Slaan, stoten, trappen. (Kick)boksen wordt al jarenlang gebruikt om jongeren uit de criminaliteit te houden. Maar wakkert een vechtsport niet juist agressie aan?
Een leuke sollicitant zit tegenover me en vraagt wat ik haar te bieden heb om haar over de streep te trekken bij ons te komen werken. Het is mij duidelijk dat ze niet de prachtige uitdaging van het werken met de jongeren bedoelt, of het geboden salaris met groeimogelijkheden. Enigszins verbouwereerd besef ik dat ze uit is op een bonus.
Controleer jij regelmatig wat er in alle vakjes van je tas zit? Tayrell niet. Toen keek een agent in zijn tas. En die vond iets, waar Tayrell niets van wist maar wel voor moest boeten.
Jongeren in kwetsbare wijken opleiden tot rolmodellen die zich inzetten voor – andere jongeren in – hun wijk. Dat is de gedachte achter het project Young Leaders. Goed voorbeeld doet goed volgen, geloven ze in Amersfoort, een van de deelnemende gemeenten.
De transitie is een feit. Waar verloopt het soepel en waar wringt het nog? Deze keer: Timon en de gemeente Vlaardingen.
Tijdens zijn jeugd op straat leerde Mathijs Zwinkels waar risicojongeren gevoelig voor zijn. Dat deelt hij nu, met zijn trainingsbureau Universiteit van de Straat, met hulpverleners. Hij past het ook toe in zijn begeleiding van jongeren als ketenregisseur. ‘Ik beïnvloed ze met de gevoelens die zij mij laten zien.’
Dat ik na zeventien jaar werken bij de jeugdbescherming geen volledig beeld had van alles wat er in de jeugdzorg wordt geboden, wist ik wel.
Professionals, buren en kennissen weten of vermoeden dat haar partner gewelddadig is. Toch duurt het jaren voordat er hulp komt voor Tjarda Reesink en haar twee dochters. Misschien was ze met de aanpassing in de verplichte meldcode, vanaf januari 2019, eerder geholpen.
Dj en dieetboekenschrijfster Fajah Lourens groeide op in een ‘apart gezin’, zonder haar vader. Ze was een lastige puber, die op school werd gepest. Maar haar geloof in zichzelf – en in een goede toekomst – is ze nooit verloren.
Zorg dat alle ouders en hulpverleners weten hoe kinderen veilig gehecht raken en traumabewust zijn. Dan pas kunnen ze het belang van kinderen écht vooropstellen, meent Jan Willems, onderzoeker structurele preventie van kindermishandeling.
‘Haar naam was Sarah gaat over een Joods meisje dat tijdens de oorlog met haar ouders en broertje in Parijs woont. Op een dag is er een inval in hun huis en worden ze opgepakt. Sarah ziet kans om haar broertje te verbergen in een kast. Haar ouders en zij worden weggevoerd naar Vélodrome d‘Hiver, een groot wielerstadion in Parijs waar ze met 12.000 andere Joden dagenlang worden vastgehouden.
‘Ik deed niks, ik kon niks, ik wilde niks. Naar school ging ik niet meer. Mijn kamer kwam ik nauwelijks uit. Daar zat ik te wachten tot ik de moed had verzameld om mezelf op te hangen, of een overdosis medicijnen te nemen. Ondertussen had ik de ene paniekaanval na de andere, en constant nachtmerries waardoor ik nauwelijks sliep. Op het laatst voelde ik me geen persoon meer, maar nog slechts een geest. Deze complete waanstaat heeft een maand of drie geduurd.