In het zomernummer van Zorg+Welzijn benadrukt WRR-onderzoeker Anne-Greet Keizer dat er meer aandacht moet zijn voor het ‘doenvermogen’ van mensen: als mensen weten wát ze moeten doen, betekent dat niet dát ze het doen. Verder onder meer aandacht voor sociaal werk in Rotterdam en de status van jeugdzorg.
Cora Postema werkte jarenlang als organisatieadviseur, en coach en kwam in 2009 terecht in de wereld van de zorg, als mantelzorger. Ze laat zorgverleners het ‘geweld van de goede bedoelingen’ zien.
De term ‘welzijn’ in de constructie ‘zorg en welzijn’ dribbelt er maar een beetje achteraan. De meeste aandacht gaat naar zorg, want zorg is beter definieer- en meetbaar. Er kan beleid op worden gemaakt, in worden geïnvesteerd. Welzijn is een abstract begrip, gerelateerd aan iets ongrijpbaars als gevoel, en beïnvloedbaar door te veel factoren. Dat zal de reden zijn dat we in Nederland ons welzijn hebben veronachtzaamd.
In de rubriek ‘Onderzoek’ van freelance- collega José van der Waerden is het een kort bericht, net voor onze deadline binnengekomen: ‘Kind schiet weinig op met overstijgend samenwerken’. 22 juni is in Eindhoven op de Fontys Hogeschool onderzoek gepresenteerd dat een ontluisterend beeld schetst van de ondersteuning van kwetsbare kinderen in Zuidoost Brabant.
‘Het proces. De onderhandelingen leken uit te draaien op handjeklap, maar dat hebben we gekeerd. Werkgevers wilden bijvoorbeeld de toeslagen voor onregelmatig werk veranderen. ’s Avonds werken vonden ze normaal, maar dat is niet zo.
Als mensen weten wat ze moeten doen, betekent dat niet dat ze het doen. Daar wordt in beleid veel te weinig rekening mee gehouden, zeggen Mark Bovens en Anne-Greet Keizer. ‘Je moet tegemoetkomen aan het doenvermogen van mensen.’
KidsRights publiceerde onlangs de KidsRights Index 2017. Nederland zakte dit jaar naar een vijftiende plek en moet minder welvarende landen als Tunesië en Thailand voor zich dulden. Wat kan er beter? ‘Sociaal werkers moeten beter opgeleid worden.’
De directe manier waarop in Nederland met de dood wordt omgegaan stuit oudere migranten tegen de borst.
We horen het steeds vaker: burgerinitiatieven moeten hun eigen broek ophouden. Hoe burger- initiatieven precies hun broek op moeten houden is ons niet duidelijk. Dat vertellen de lokale beleidsmakers, inkopers en subsidieverstrekkers er niet bij. Burgers moeten vooral ‘creatief zijn en niet altijd direct bij de gemeente aankloppen.’
In de Utrechtse ‘krachtwijk’ Hoograven werkten professionals en vrijwilligers samen om met name Marokkaanse kinderen en jongeren op het rechte pad te houden. Ali Karatas deed hier actief aan mee én schreef er zijn proefschrift over. Samenwerken van onderop levert veel op, maar kent ook grenzen.
Het appartement van Mathijs Konings (32) in de Utrechtse Staatsliedenbuurt is een interessante mix van retro en hypermodern. Meubels uit de fifties en ouderwetse kamerplanten contrasteren fraai met de strakke, witte ruimte.
Zelfs aan de hulp van het regieteam zit een grens. ‘Iemand uit huis halen is echt heftig. Gelukkig zijn er mooie voorbeelden dat een nieuwe start op een ander plek kan helpen.’
PVV en DENK waren de winnaars in de wijk Feijenoord. De sociaal werkers in de wijk zien echter geen echte vreemdelingenhaat of onoverbrugbare polarisatie, wel veel bezorgdheid over inkomen, werk en eenzaamheid.
Venray hield in 2016 maar liefst 2,4 miljoen euro over op het sociaal domein. Dat geeft gemengde gevoelens. Tijd voor een niet-klant ontevredenheidsonderzoek.
Nieuwe digitale ontwikkelingen, handige apps en gadgets voor het sociaal domein. Heb je tips? Mail dan: zorgenwelzijn@bsl.nl
Fabienne Venecourt is jeugdhulpspecialist bij Spirit Jeugd & Opvoedhulp. Ze is als gedragswetenschapper betrokken bij de pilot Kleinschalige Forensische Voorziening (KV). Jongens die zijn opgepakt voor vergrijpen kunnen daar hun voorarrest uitzitten als de inschatting is dat ze kunnen profiteren van wat de KV ze biedt: netwerkversterking en perspectief.
Isis: ‘Mijn coach kwam met het idee: ga eens kijken bij de Buurtcirkel. Ik hoorde hem het woord groep gebruiken en dacht: dat is niks voor mij. Ik heb een depressie gehad, een burn-out, van alles. Ik heb gekozen voor een opname en langere tijd vrij geïsoleerd geleefd. Mijn vrienden vielen weg, mijn familie ook, ik stond er alleen voor. Een opname is heel zwaar, ze breken je helemaal af en bouwen je weer op. Ik was in gevecht met mezelf, met mijn omgeving. Mijn leven stond op z’n kop.
Het Amsterdamse ontmoetingscentrum voor mensen met dementie en hun mantelzorgers doet echt goed werk, zo staat beschreven in het net verschenen Bezielende interventies. Maar hoe doen ze dat? ‘De onderbouwing van je werkwijze heb je nodig om maatwerk te leveren.’
In het sociaal domein wordt door professionals volop geëxperimenteerd. Maar ‘het systeem’ werkt vaak niet mee. Dat kan echt beter, zegt bestuurskundige Jan Kees Helderman.