Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Mannen ontplooien zich in Haags vadercentrum Adam

Vadercentrum Adam in de Haagse wijk Laak lijkt een veelzijdig clubhuis waar mannen terecht kunnen voor allerlei cursussen, van computerles tot naailes. Maar er gebeurt veel meer: mannen komen er ook voor hulpverlening en hun persoonlijke ontwikkeling. ‘Moslimmannen vinden het heel leuk om met mannenemancipatie bezig te zijn.’

De mannen kunnen altijd bij Anita Schwab aankloppen. En dat doen ze ook regelmatig. Tussen de cursussen door adviseert Schwab een man over zijn uitkeringsperikelen. Zijzelf is de creatieve geest achter en oprichtster van het eerste Nederlandse vadercentrum aan het Jonckbloetplein in Laak in Den Haag. Een vrouw in een multicultureel mannenbolwerk. Ook storten mannen wel hun hart bij haar uit als ze huwelijksproblemen hebben, vertelt ze.
Op dinsdagavond komen de mannen voor kookles, taalles, timmerles en lassen. Een groep is in de bezoekersruimte bezig met ‘tiffany’, iets creatiefs maken met glas in lood. Marokkaanse buurtvaders verzamelen zich in de ontmoetingsruimte voor een ronde in de wijk. Andere mannen komen duidelijk voor de gezelligheid, een kop koffie en een praatje.
Kleermaker Faris Kulgu laat zien waar hij naailes geeft. Kulgu heeft een ID-baan en geeft in de kelder elke week twee groepen mannen naailes. In achttien lessen maken ze een vest, een overhemd en een broek. Kulgu leerde Schwab eind jaren negentig kennen bij de acties rond de witte illegalen in Den Haag. In het vadercentrum heeft hij inmiddels zelf ook de nodige certificaten behaald: voor zwemmen, computerles, Nederlandse taal, glas graveren en een cursus opvoeden.

Evenwicht zoeken

‘Mannen zeggen altijd dat ze hier zoveel leren,’ zegt Anita Schwab, die eerder werkte als buurthuiswerker, woonwagenwerker en voorlichter voor de Vereniging tegen Kindermishandeling. Ze noemt zich ‘integraal werker’ die elementen van hulpverlening, ervarend leren en sociaal-cultureel werk verbindt met opbouwwerkmethoden. ‘Ik werk nog altijd een beetje vanuit het ervarend leren van de ontwikkelingsfilosoof Paulo Freire. Betrokkenheid bij mensen, uitgaan van mensen. De welzijnswerker zie ik als een evenwichtskunstenaar. We proberen hier het evenwicht te bewaren in de samenstelling van groepen, in het aanbod van activiteiten. Een balans tussen leren, recreëren, kunst en cultuur en samenlevingsopbouw.’
Begin jaren negentig richtte ze vanuit het vrouwenopbouwwerk in Laak het eerste Nederlandse moedercentrum, De Koffiepot, op. Vrouwen voeren hier zelf het beheer, organiseren voor elkaar een open cursusaanbod, krijgen hun werk zoveel mogelijk betaald en mogen hun kinderen altijd meenemen. Vadercentrum Adam is volgens de organisatie een ‘multiculturele ontmoetingsplaats voor mannen’. Vaders werken er aan hun persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijke participatie, taalvaardigheid, arbeidsmarktperspectief en ‘coachend ouderschap’. Ze doen dit via een ‘mix van producten’, zoals cursussen, bijeenkomsten, trainingsweekenden en trajectbegeleiding.

Mannen zijn ten onrechte geen specifieke doelgroep van welzijnsbeleid, vindt Anita. ‘Wij proberen hier bij te dragen een betere verdeling van arbeid en zorg. Het is dan ook raar dat wij niet in aanmerking komen voor emancipatiegelden. Veel mannen willen thuis best meer doen. Kijk maar hoeveel er hier kookles en opvoedingscursussen doen. Als het financieel kon, zouden die mannen veel liever iets thuis met de kinderen doen.’
Veel vaders meldden zich al bij het moedercentrum aan omdat ze verder wilden leren, vertelt ze. ‘Zo van: mijn dochter werkt met de pc, mijn vrouw werkt de peuterspeelzaal, maar ik werk in de tuinbouw en kan niks. Iedereen vraagt iets van mij, maar ik weet niet hoe ik moet reageren. Mannen in de tuinbouw of de bouw hebben niets voor persoonlijke ontplooiing. Zij moeten zich ook bezig houden met de vraag: wie ben ikzelf? Voor Marokkaanse vaders geldt dat ze hun positie in het gezin kwijt zijn, omdat ze hun oriëntatie in Nederland kwijt zijn.’
Het vadercentrum ondersteunt die vaders bij hun taak als opvoeder. ‘Bij mannenemancipatie gaat het om de hiaten die mannen zelf voelen. Computerles is ook gericht op het contact herstellen met je kinderen. Kinderen zitten vaak achter de computer, maar Turkse of Marokkaanse mannen weten vaak niet hoe zo’n ding werkt. Op maandag is er vader-zoonzwemmen. Dat is een relatieherstellende activiteit, waarbij ze samen leuke dingen doen in plaats de zoon alleen maar dingen te verbieden.’ Schwab organiseert rondleidingen door de VMBO-school. ‘Dan neem je de drempel weg voor de ouderavond. Die vader begrijpt anders niet wat er van hem verwacht wordt, je moet hem daar capabel voor maken.’

Naast Schwab en pastoraal werker Cees de Gier (werkzaam vanuit de Diaconie Stad en Kerk) draait het vadercentrum op 25 vrijwilligers, verschillende stagiairs, en acht werknemers met ID-banen. Het centrum drijft voor een belangrijk deel op subsidie van de gemeente. Deelnemers betalen voor de cursussen maar 50 eurocent per les. ‘Daar ligt ongeveer de grens van wat mensen met een minimuminkomen kunnen betalen,’ stelt Schwab. ‘Kostendekkend draaien, is niet te doen. Kijk naar moedercentrum Het Lokaal dat in de Amsterdamse wijk Buitenveldert dat probeerde, maar failliet ging. Welzijnswerk is geen winstgevend vak. De winst is dat mensen vaardigheden verwerven en maatschappelijk beter geïntegreerd raken. We bereiken mensen die nergens anders binnenkomen. Mensen uit Sierra Leone, Kongo, Kenia, Zuid Afrika.’

Onmacht

Wekelijks maken zo’n driehonderd mannen met allerlei achtergronden gebruik van het centrum. Het grootste deel van hen heeft weinig opleiding en hun motivatie is zeer uiteenlopend: sommigen komen om iets praktisch te leren, anderen om zich te verdiepen in een thema. ‘We houden bijvoorbeeld een driedaagse training “Wie ben ik? En wat zijn mijn kwaliteiten?” Vrouwen eisen vaak dat mannen taken overnemen in het huishouden, maar de leuke kanten van mannenemancipatie zien ze veel minder. Moslimmannen vinden het leuk om met dat soort thema’s bezig te zijn. En helemaal niet soft. Bij het teamoverleg discussiëren we over stellingen als “een echte man heeft geen hulp nodig”. Daar vindt iedereen iets van.’

Schwab begeleidt ook de Marokkaanse buurtvaders die ‘s avonds in de buurt surveilleren. Hoe werkt een autochtone vrouw met al die allochtone mannen? ‘Ik ben gevraagd op mijn deskundigheid, mijn vrouw-zijn is een bijkomstigheid. In de praktijk is het heel leuk. Sommige moslimmannen wilden me in het begin geen hand geven, maar nu kust iedereen me op mijn verjaardag. Als coördinator van het project heb ik inmiddels een belangrijke positie in de moslimgemeenschap. Ik probeer zo bij te dragen aan de integratie.’
Mannen krijgen in het vadercentrum weer zelfvertrouwen en kunnen beter richting geven aan hun leven, is de ervaring van Anita Schwab. Ze is door haar werk in het centrum anders tegen mannen aan gaan kijken. ‘Ik heb bij de Vereniging tegen Kindermishandeling de ergste dingen meegemaakt, waardoor mijn beeld van mannen nogal vertekend was. Ik stond altijd automatisch aan de kant van de vrouwen. Het was daarom heel confronterend toen hier eens een man kwam binnenrennen die riep: “oh, ik heb mijn vrouw geslagen. Aan het verhaal van mannen zit óók een kant. Zij zijn vaak onmachtig, dat heb ik hier geleerd.’

Het afgelopen jaar had ze last van het faillissement van welzijnstichting Ondernemend Welzijn in Den Haag, vertelt ze. Daar is ze nog moe van. ‘Ik werk vanuit een ideaal, ik steek er veel tijd en energie in. Dat is moeilijker geworden omdat gemeente en bazen steeds zeggen: “schiet even op, je moet productie maken”. Door het faillissement van Ondernemend Welzijn vorig jaar moesten we de strijd aan om te behouden wat we hebben opgebouwd. Een van de grootste bedreigingen is dat dit werk alleen nog om geld lijkt te gaan. We moeten alles verantwoorden en registreren. Ik schrijf al drie jaar mijn uren per kwartier. Verder moet ik een productregistratie bijhouden en een deelnemersregistratie. We registreren dus drie keer, maar of bewoners ermee opschieten vraag ik me af. Je kunt ze veel gemakkelijker gewoon vragen of ze tevreden zijn.’
Lang niet alle opbrengsten van het werk zijn in cijfers te vatten. Maatschappelijke betrokkenheid telt niet als product. ‘Neem het project War Child, waarbij we gebruikt speelgoed opknappen en weer verkopen voor de stichting die zich inzet voor oorlogskinderen. Je geeft zo je betrokkenheid bij anderen aan en de mannen leren hier iets over speelgoed. Veel allochtone mannen hadden nooit speelgoed. Die laat je nu zien wat de educatieve waarde van speelgoed is voor hun kinderen. Dat is agogisch werk, maar dat haal je niet uit de cijfers.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.