Zij publiceren in het Tijdschrift voor Arbeidsvraagstukken over de stand van zaken en de knelpunten in de participatiesamenleving als het gaat om arbeid en zorg. Zo zijn Nederlanders de afgelopen dertig jaar steeds drukker geworden. Het aandeel werkenden dat mantelzorg geeft, is tussen 2004-2014 toegenomen van 13% naar 19%. Het aandeel werkende moeders steeg van 71% naar 78%.

Kinderopvang

Volgens de experts zijn de ideeën van de overheid over de zorg niet hetzelfde als de ideeën van de burgers. De overheid wil dat burgers de zorg voor hun kinderen bijvoorbeeld meer uitbesteden aan de kinderopvang en meer zelf zorgen voor ouderen. Burgers zijn juist terughoudend over kinderopvang en willen een overheid die voor ouderen zorgt. 37% van de ouders wil geen kinderopvang voor hun kind, hoogstens voor een paar dagen per week (59%). Maar 5% kiest voor meer dan 3 dagen kinderopvang. Twee derde van de Nederlanders vindt de zorg voor ouderen vooral een taak voor de overheid.

Vermoeidheid

Daarbij pleiten de onderzoekers voor een zorgvriendelijke cultuur in organisaties. Werknemers die ook mantelzorgen hebben namelijk gemiddeld meer last van psychische vermoeidheid dan niet-zorgende werknemers. Wanneer mantelzorg op het werk niet bespreekbaar is met de leidinggevende, wordt de psychische vermoeidheid onder mantelzorgers nog groter. Bovendien zijn werknemers niet altijd op de hoogte van verlofregelingen of ze durven het niet aan te vragen.

Familienorm

Het aantal mantelzorgers in Nederland ligt rond het Europese gemiddelde. Of er in een land veel mantelzorg wordt verleend, hangt af van de zorguitgaven. Hoe meer geld er aan gezondheidszorg wordt uitgegeven, hoe minder mensen gaan mantelzorgen. Ook zijn de familienormen van belang: de opvattingen over de verantwoordelijkheid van volwassen kinderen tegenover hulpbehoevende ouders. In Nederland zijn de overheidsuitgaven aan de gezondheidszorg relatief hoog. Familienormen zijn juist minder sterk dan gemiddeld binnen Europa.