Stapels formulieren in onbegrijpelijke taal, bewijs aanleveren dat je wel écht voor je naaste zorgt en organisaties die langs elkaar heen werken. Mantelzorgers krijgen er allemaal mee te maken, blijkt uit de meest recente peiling van het Nationaal Mantelzorgpanel. Het kost de ondervraagde mantelzorgers gemiddeld 4 uur per week.
Angst voor fraude
Daarnaast geeft ruim een derde van de mantelzorgers aan dat ze eens of meerdere keren hebben moeten aantonen dat ze mantelzorger zijn. Dat komt onder meer uit angst voor misbruik of fraude met bijvoorbeeld zorgverlof. Dit levert strenge controles op. ‘Vaak wordt er gevraagd om een schriftelijke verklaring van een arts, terwijl (huis)artsen eenzijdig hebben besloten deze verklaring niet meer af te geven. Dat zorgt er in meer dan de helft van de situaties voor dat mantelzorgers op zoek moeten naar een formulier dat niet bestaat’, signaleert MantelzorgNL. Dit wordt bestempeld als ‘regelkolder’.
Maximale ondersteuning
Bestuurder Esther Hendriks roept op dat de 5 miljoen mantelzorgers in Nederland maximaal ondersteund moeten worden, juist om frustratie en overbelasting van mantelzorgers te voorkomen. ‘Want zo lang mantelzorgers het huis schoonhouden, de steunkousen aantrekken en zorgen voor een dagritme kunnen mensen zo lang mogelijk thuis blijven wonen. Maar in de praktijk belasten we mantelzorgers juist 4 uur in de week met brieven in onbegrijpelijke taal, ingewikkelde regels en bizar veel loketten. Deze gekmakende bureaucratie moet stoppen.’
Petitie
Om die reden start de belangenvereniging een petitie, waar organisaties als Alzheimer Nederland, Mantelzorgelijk, Patiëntenfederatie Nederland, Per Saldo en Seniorencoalitie (ANBO, KBO-PCOB, Koepel Gepensioneerden, NOOM, SOMNL) zich al bij hebben aangesloten. De petitie is in aanloop naar de Dag van de Mantelzorg op 10 november opgestart.
De oproep is dat zorgprofessionals gaan communiceren in begrijpelijke taal en zelf contact opnemen met collega-organisaties, in plaats van de mantelzorger weer door te verwijzen naar het volgende loket. Daarnaast wil MantelzorgNL dat beleid op elkaar wordt afgestemd zodat ‘de mantelzorger niet verstrikt raakt in regels en tegenstrijdige eisen’. Een laagdrempelige toegang tot hulp, met ‘minimale bewijslast’ hoort daar volgens de initiatiefnemers ook bij.
Risicofactoren
Door de risico’s te herkennen op overbelasting kun je als professional scherper zijn. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld als een mantelzorger zorg draagt voor iemand met een langdurige ziekte in combinatie met onvoorspelbaar gedrag, zoals een persoon met dementie. Heeft iemand een klein sociaal netwerk? Ook dat kan een risicofactor zijn, want dan komt de zorg vaak alleen op diegene aan en ligt vereenzaming op de loer. Ook het combineren van zorgtaken met werk, studie of gezin kunnen de druk vergroten. Sowieso neemt de druk op mantelzorgers, ook door demografische ontwikkelingen, de komende jaren alleen maar toe, vertellen Natalia Vermeulen en Hanneke de Boer van MantelzorgNL in dit verhaal over overbelasting in de mantelzorg.
Kern van mantelzorg
Sociaal werkers kunnen daarom juist van waarde zijn, vindt dr. ir. Rick Kwekkeboom, lector Langdurige zorg en ondersteuning bij de Hogeschool van Amsterdam. Sociaal professionals die werkzaam zijn in de langdurige zorg – bijvoorbeeld als persoonlijk begeleider, activiteitenbegeleider, casemanager dementie of ggz-agoog – kunnen als geen ander ondersteuning bieden, legt Kwekkeboom uit in dit stuk over ondersteuning van mantelzorgers. ‘Mantelzorg draait er in de kern om dat je iemand helpt bij het behouden van zijn zelfstandigheid en eigen regie. En bij zijn participatie in de samenleving. Op dat vlak zijn sociaal werkers bij uitstek deskundig.’
Sociaal werkers zijn toegerust
Bovendien zijn sociaal werkers goed toegerust om mensen langdurig bij te staan in situaties die niet meer verbeteren. Ze hebben de agogische vaardigheden om in gesprek te gaan én te blijven met mantelzorgers. Kwekkeboom: ‘Dat onderscheidt hen van zorgprofessionals, die juist vaak gericht zijn op het zo snel mogelijk “beter maken” van mensen.’