Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Is ondersteuning passend voor intensieve mantelzorgers?

Een kwart van de intensieve mantelzorgers in Leiden vindt de zorg moeilijk vol te houden. Ze hebben baat bij ondersteuning, maar maken onvoldoende gebruik van het ondersteuningsaanbod. Uitval van mantelzorgers levert hogere kosten op voor vervangende professionele zorg. Hoe kunnen intensieve mantelzorgers betere ondersteuning krijgen? Bram Berkhout, senior managing consultant bij Berenschot, zocht het uit voor Sociaal Bestek.
1-mantelzorg-iStock.jpg
Intensieve mantelzorgers hebben baat bij ondersteuning

Mantelzorgers kiezen er niet voor om te gaan zorgen: het overkomt hen, omdat ze een emotionele band hebben met degene die zorg nodig heeft. Voor vele mantelzorgers geldt dat in de loop van de tijd hun zorgtaak in intensiteit toeneemt, vaak omdat de gezondheid van de zorgvrager afneemt. Het beroep op mantelzorgers is echter ook toegenomen door de veranderingen in het beleidsdenken over langdurige zorg en ondersteuning.

Mantelzorgondersteuning

Het toegenomen beroep op mantelzorgers gaat gepaard met een hoger risico op overbelasting. Het belang van het goed ondersteunen van mantelzorgers is door de nieuwe wetgeving dan ook alleen maar toegenomen. De gemeente Leiden heeft deze rol opgepakt: mantelzorgers worden al jarenlang diverse vormen van mantelzorgondersteuning geboden. Zo hebben bijvoorbeeld dertien partijen die lokaal direct of indirect betrokken zijn bij langdurige zorg en ondersteuning in 2013 het Leids Mantelzorgakkoord gesloten. Dit akkoord is primair gericht op maatregelen om overbelasting van mantelzorgers te verkleinen. Het bevat afspraken voor een betere samenwerking tussen mantelzorger, zorgvrijwilligers en professionele hulpverlening. Kernpunt hierin is dat de professionele hulpverleners de zorgvrager en zijn of haar mantelzorgers als een geheel gaan ondersteunen.

Onderzoek

Ruim drie jaar na ondertekening van het Leids Mantelzorgakkoord had de Leidse Vereniging van Mantelzorgers (LVvM) als belangenbehartiger en één van de ondertekenaars, behoefte aan inzicht in de ervaringen van mantelzorgers in het zorgen voor hun naaste; wat gaat goed, wat kan beter, wat merkt men van de afspraken uit het akkoord en hoe kan men (nog) meer ondersteund worden. De LVvM heeft I&O Research daarom gevraagd om hier onderzoek naar te doen. Het onderzoek bestond uit een schriftelijke enquête onder en groepsgesprekken met een groep mantelzorgers die al gedurende vele jaren intensief mantelzorg verlenen, vaak als partner of ouder.

Vooral de mensen die achter de voordeur komen, de professionals, zijn cruciaal voor mantelzorgers om gebruik te maken van mantelzorgondersteuning. Dat is een van de bevindingen in: ‘Wat werkt bij mantelzorgondersteuning’ van Movisie. Lees meer >>

Mantelzogwaardering

Uit het onderzoek komt naar voren dat de groep intensieve mantelzorgers een kwetsbare groep is, die alle ondersteuning kan gebruiken om op de been te blijven. In de gemeente Leiden is voor mantelzorgers een breed aanbod van mantelzorgondersteuning beschikbaar. Vrijwel alle ondervraagde mantelzorgers blijkt één of meerdere vormen van dit aanbod te kennen. Bijna driekwart van de mantelzorgers gebruikt ook één of meerdere vormen van mantelzorgondersteuning. Dit is voornamelijk de mantelzorgwaardering (51 procent), gevolgd door een gesprek met de hulpverlener (30 procent). Ongeveer twee op de tien hebben lotgenotencontact en/of gaan naar informatiebijeenkomsten of lezingen.

Respijtzorg

Van beschikbare vormen van vervangende of respijtzorg wordt slechts beperkt gebruik gemaakt door de ondervraagde mantelzorgers. Zeventien procent maakt gebruik van dagopvang, acht procent van vervangende zorg en vijf procent van een logeervoorziening. Dit terwijl de respondenten in het onderzoek ook hebben aangegeven dat even ‘vrij zijn’ hen meer energie zou geven. Volgens sommigen is het absoluut nodig, maar het is lastig te realiseren. Met name omdat niet alle zorgvragers hulp accepteren van anderen, anderen in het eigen netwerk niet altijd beschikbaar zijn en men niet bekend is met de mogelijkheden van respijtzorg. Hetgeen aansluit op de uitkomst dat voor de mantelzorgers de hulp aan de zorgvrager op de eerste plaats staat. Ondersteuning voor de mantelzorger zelf komt pas daarna, als de zorgsituatie in rustiger vaarwater is, en als het besef doordringt dat iemand mantelzorger is en dat daar ook ondersteuning voor bestaat.

Betrokken

Tot slot geven mantelzorgers aan het belangrijk te vinden dat zorgprofessionals hen expliciet bij de zorg aan hun zorgvrager betrekken. In de praktijk gebeurt dit echter, ondanks de afspraken, nog niet altijd. Ongeveer de helft van de ondervraagde mantelzorgers die contact hebben met de betrokken hulpverlener geeft aan dat zij betrokken worden door de hulpverlener bij het zorgplan en andere zaken van de zorgvrager. Iets minder dan de helft geeft aan dat de hulpverlener oog heeft voor de situatie van de mantelzorger en probeert een vertrouwensband tot stand te brengen. Vijftien tot twintig procent van de ondervraagde mantelzorgers is het hier echter niet mee eens. Volgens hen hebben de hulpverleners geen aandacht voor hen door te weinig tijd. Daarnaast vinden enkele mantelzorgers dat de focus teveel gevestigd is op de zorgvrager. Hulpverleners zouden de mantelzorgers ook actief moeten wijzen op regelingen en mogelijkheden op het gebied van mantelzorgondersteuning, aldus de mantelzorgers.

Conclusies

Het onderzoek heeft belangrijke inzichten opgeleverd over hoe het in Leiden gaat met de groep mantelzorgers die intensief mantelzorg biedt, en in hoeverre zij de in Leiden beschikbare mantelzorgondersteuning kennen, gebruiken en ervaren. Het onderzoeksbureau heeft de partijen die betrokken zijn bij het Leidse mantelzorgakkoord, een drietal aanbevelingen gedaan om de mantelzorgondersteuning (voor in ieder geval de intensieve mantelzorgers) verder te optimaliseren. Deze aanbevelingen zijn ook elders toe te passen:

  • ontlast intensieve mantelzorgers met een casemanager die een deel van de regeltaken overneemt.
  • vergroot de bekendheid van het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers, zeker ook van vormen van respijtzorg.
  • probeer de mantelzorgers te bereiken die (onder druk van de zorgvrager) buiten beeld blijven.

Lees het hele artikel in Sociaal Bestek van augustus/september >>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.