Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Marcouch: ‘Welzijnswerkers moeten religie in hun werk meenemen’

Het Amsterdamse Slotervaart bracht onlangs een voortgangsrapportage uit over zijn actieplan tegen radicalisering. Stadsdeelvoorzitter Ahmed Marcouch ziet nog genoeg punten om aan te werken. ‘Welzijnswerkers moeten de bereidheid hebben om religie in hun werk mee te nemen.’
Marcouch: ‘Welzijnswerkers moeten religie in hun werk meenemen’

Door Ephraïm Patty – De aanpak in Slotervaart is opmerkelijk. Nadat Marcouch in november 2006 een de-radicaliserings deskundige aanstelde, kwam het stadsdeel in februari 2007 met een

actieplan om radicalisering tegen te gaan. Volgens het plan moeten moslims zelfkritiek ontwikkelen en Nederland moet de plaats van de islam in de samenleving erkennen. De andere veertien stadsdelen, andere gemeenten en de rijksoverheid volgen het project aandachtig. Uiteindelijk zal die aanpak model staan voor nieuw te ontwikkelen beleid.

Radicalisering
In de eerste fase wilde het stadsdeel radicalisering bespreekbaar maken en draagvlak creëren bij de belangrijkste partners, zegt Marcouch. Hoe is het eigenlijk gesteld met die radicalisering? ‘Dat is lastig aan te geven. Onderzoek van Jean Tillie, verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, wees uit dat twee procent van de moslimjongeren in Amsterdam vatbaar is voor radicalisme. Het lijkt niet veel, maar dat zijn toch 1.400 jongeren. In principe worstelt elke moslimjongere met zijn of haar religieuze identiteit.’

Weerstand
Volgens het voortgangsrapport werden ideeën uit het actieplan niet zonder slag of stoot overgenomen. ‘Zo was er weerstand vanuit de moslimgemeenschap als we over opvoedingsondersteuning begonnen, waar een taboe op rustte.’ Maar het kostte ook moeite om scholen en welzijnswerkers mee te krijgen, vertelt de stadsdeelvoorzitter. ‘De gedachtevorming van veel gesprekspartners was nog niet zo ver. Het heeft dan ook wel even geduurd voor we allemaal op één lijn zaten.’

Dialoog
Inmiddels gaat het de goede kant op. ‘Zo zijn we bezig religie en cultuur in te passen in de opvoedingsondersteunende programma’s. Ook werken we meer samen met scholen, opdat ze problemen eerder herkennen en weten hoe ze bepaalde zaken moeten aanpakken. Verder bleken de discussieavonden voor moslims en niet-moslims een groot succes. Zo kijk ik tevreden terug op het debat dat we organiseerden nadat ‘Fitna’ te zien was. Het is belangrijk om op deze wijze met elkaar de dialoog aan te gaan.’

Radicaliseringsexpert
De radicaliseringsexpert Hassan El Maimouni heeft wat dat betreft veel betekend. ‘Hij had niet alleen veel invloed op het opgestelde actieplan, maar verzet ook op de achtergrond ontzettend veel werk’, vertelt Marcouch. ‘El Maimouni wist naast de moslimjongeren en moskeën ook scholen, jongerencentra en buurtbewoners bij het actieplan te betrekken. Je kan en mag zijn rol dan ook niet onderschatten.’

Poldermoskee
Mohammed Cheppih maakte onlangs bekend een jongerenmoskee te openen in Slotervaart. Hier zal in het Nederlands gepreekt worden en de moskee wil ook niet gefinancierd worden door Arabische landen of door Nederland. Marcouch pleitte twee jaar geleden ook voor een zogenaamde poldermoskee, maar het stadsdeel nam niet het initiatief hiertoe. ‘Het is echt een idee van Cheppih. We juichen het natuurlijk zeer toe omdat het ook in onze uitgangspunten past om moslims en niet-moslims met elkaar te verbinden.’

Bereidheid
Er zijn nog wel punten waaraan gewerkt moet worden, vindt Marcouch. Zo staat er bijvoorbeeld in het tussenrapport dat er meer aandacht komt voor het jeugd- en welzijnswerk. Doen ze het op dit moment dan niet goed? ‘Zover wil ik niet gaan. Kijk, jongerenwerk en welzijnswerk vragen vandaag de dag om veel inspanning, expertise en kennis, maar zeker ook om bereidheid. Je hoort nu wel eens welzijnswerkers dingen zeggen als: ‘Met religie heb ik niks te maken en daar wil ik ook niks mee te maken hebben.’ Naar mij idee moeten ze die bereidheid juist wel tonen.’

Marcouch heeft wat dat betreft een duidelijk beeld voor ogen: ‘In het beleid moet de jongere centraal staan, daaromheen organiseer je dan wat nodig is. En als dat nodig blijkt te zijn, zorg je dus ook voor een religieuze component. Want zodra jongeren onzeker zijn en het gevoel hebben dat hun religieuze identiteit niet wordt geaccepteerd, kunnen ze radicaliseren.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.