23 april 1998. De datum zegt genoeg. Er wordt in het
Marokkaanse theehuis in de Amsterdamse wijk Overtoomse Veld-West niet gesproken
over ‘de rel’ , ‘de strijd’ of ‘de veldslag’, zoals in sommige media. Alleen de
datum dient als aanduiding voor de uit te hand gelopen confrontatie tussen
politie en Marokkaanse jongeren in deze wijk. De negatieve berichtgeving heeft
ertoe geleid dat de pers niet bij iedereen even welkom is. ‘Begrijpelijk,’ zegt
Abderrahim Arrihani. ‘Want de media komen meestal alleen opdagen als er weer
slecht nieuws te melden is over Marokkaanse jongeren. Vorige week organiseerden
Marokkaanse jongeren een conferentie over manieren waarop ze zich kunnen
organiseren en over carrièremogelijkheden in de Nederlandse samenleving. Er kwam
geen journalist opdagen. Dat is blijkbaar geen nieuws.’
En nu is er juist goed nieuws te melden uit Overtoomse Veld. Het initiatief
van Marokkaanse ‘buurtvaders’, die ës avonds door de wijk lopen om de sociale
controle te bevorderen, werkt. Arrihani is één van de 22 vaders die meedoet aan
het project, dat nog geen twee maanden geleden van start ging. Overdag is hij
ouderenwerker en trajectbegeleider, ’s avonds loopt hij mee op straat of
coördineert hij de activiteiten vanuit het theehuis. De deelgemeente heeft de
vaders mobiele telefoons ter beschikking gesteld en een subsidie van 2000 gulden
gegeven voor jasjes waarmee ze herkenbaar zijn voor de bewoners. ‘Maar we zijn
geen surveillanten,’ benadrukt Arrihani. ‘We willen geen gezag of autoriteit
vertegenwoordigen. Als jongeren zich hinderlijk gedragen, vuilniszakken kapot
schoppen of ramen ingooien, dan spreken we ze daarop aan. En als ze niet willen
luisteren nemen we contact op met hun ouders. Dan komt het meestal wel
goed. We zijn geen verlengstuk van de politie. We zijn gewoon ouders die
om hun buurt en om hun kinderen geven. Niet meer en niet minder.’Sinds de
buurtvaders op straat verschenen zijn in Overtoomse Veld is er volgens Arrihani
stukken minder ‘rottigheid’. Het project krijgt dan ook internationale aandacht.
Drie weken geleden werden de buurtvaders bezocht door een delegatie
politieagenten uit Frankrijk. Aflopen zaterdag volgde een groep medewerkers van
het Ministerie van Justitie en aankomend Europarlementariërs.
Juiste formule
Het idee kwam niet direct voort uit de confrontatie tussen de jongeren en
de politie, vertelt Arrihani. ‘Het leefde al veel langer. Onze buurt is
kinderrijk. Zoín grote groep jongeren bij elkaar, dat kan problemen opleveren.
Dat realiseerden tal van instellingen zich. Ze probeerden allemaal oplossingen
te verzinnen, maar niemand kwam tot het juiste antwoord. Gezamenlijk kwamen we
op het idee om zelf ons steentje bij te dragen aan de leefbaarheid en de
veiligheid op straat. In grote steden in Marokko is het immers de normaalste
zaak van de wereld dat je samen de sociale controle goed organiseert. Je vindt
ouders daar op straat. Ze beschermen, adviseren en corrigeren de kinderen. Die
leren rekening te houden met alles wat leeft en beweegt in de buurt. De kinderen
weten dat de ouders er voor hen zijn en zijn dan ook bereid naar ze te
luisteren. We zeiden tegen elkaar: waarom doen we het hier niet op dezelfde
manier als in Marokko, op de manier waarop we zelf zijn opgevoed? Dat blijkt de
juiste formule.’
Is de oorzaak van de problemen dan toch te zoeken in
verschillen in cultuur en opvoeding?‘Natuurlijk niet. Bij
zaken als criminaliteit en vandalisme kun je nooit zeggen dat het bij de cultuur
van een bepaald volk hoort. De handel in drugs zit toch ook niet in de
Nederlandse cultuur? En de problemen met voetbalvandalen worden ook niet
toegeschreven aan de Nederlandse opvoeding.’
De commissie Lankhorst stelde in een rapport naar aanleiding
van de problemen in deze wijk dat de Nederlandse opvoedingsstijl, met veel
vrijheid en persoonlijke aandacht, moeilijk hanteerbaar zou zijn voor
Marokkaanse vaders.‘Ik geloof niet dat er veel verschil is in
opvoeding tussen de tweede en derde generatie Marokkaanse jongeren en
Nederlandse jongeren. Goed, iedereen voedt zijn kinderen op zijn eigen manier
op. En daarbij speelt je achtergrond, de manier waarop jezelf bent opgevoed,
natuurlijk een rol. Voor de eerste generatie jongeren lag dat echter anders. En
daar is het mis gegaan. Wij voeden onze kinderen op volgens het normen- en
waardenpatroon dat wij vanuit onze eigen opvoeding kennen. Dat betekent het
respecteren andere mensen, van ouderen, van andermans bezit. Het betekent dat
jongeren die zich niet aan die regels houden, gestraft worden. Natuurlijk, dat
geldt ook voor Nederlandse jongeren. Maar ze worden er naar mijn idee te weinig
op aangesproken. Er volgt maar zelden straf. Onze kinderen kregen te maken met
het Nederlandse onderwijs en Nederlandse instellingen zoals buurtwerk en
jeugdhulpverlening. Die vonden dat ze onze kinderen andere opvoedingsnormen
moesten bijbrengen. Een vrije, individuele levensstijl. De Marokkaanse ouders
hebben steeds geroepen dat het de verkeerde kant op ging. Niemand nam dat
serieus. De overheid wist het allemaal beter. Toen het op hun manier niet lukte,
was het de fout van de ouders. En voor de instellingen was het wel gemakkelijk
een zondebok te kunnen aanwijzen.’
Wat was volgens u de oorzaak dat het uit de hand
liep?‘De gebeurtenissen van 23 april hadden natuurlijk nooit
mogen plaatsvinden. Dat is duidelijk. Een jongen stak een vuilnisbak in brand.
De wijkagent sprong daar op in met een Amerikaanse zero tolerance houding,
iedereen bemoeide zich ermee en het escaleerde volledig. De politie wilde haar
autoriteit laten gelden, maar de jongens respecteerden die autoriteit niet.
Autoriteit is ook iets dat je moet opbouwen. Als de jongeren je vertrouwen,
weten dat je er voor hen bent, dan zijn ze ook bereid naar je te luisteren als
je hen op hun verantwoordelijkheden aanspreekt. Je kunt ze niet eerst alle
vrijheid geven om te doen en laten wat ze willen, en als ze daar te ver in gaan
opeens hard ingrijpen. Autoriteit opbouwen vanuit contact, vanuit wederzijds
respect, daar zijn wij mee bezig.’
Hoe zou u het vinden als uw kinderen door buurtvaders worden
aangesproken op hun gedrag?‘Er zou bij mij een lichtje gaan
branden: hé, blijkbaar doe ik iets niet goed. Dat geeft me de mogelijkheid dat
te corrigeren. Ik denk dat de meeste vaders het op die manier opvatten. Er zijn
natuurlijk ook mensen die niet gevoelig zijn voor kritiek. In zoín geval kunnen
we bestuursleden van de moskee benaderen. Die kunnen de ouders dan aanspreken of
een thema-avond organiseren over opvoeding.’
Het initiatief van de buurtvaders is een experiment. Wanneer
stopt het?‘Het experiment hoeft niet te stoppen, want het is
niet afhankelijk van financiering. We doen het allemaal vrijwillig. Zolang
er voldoende enthousiaste mensen te vinden zijn kunnen we doorgaan. We hebben al
signalen ontvangen van de aangrenzende deelgemeente dat men graag wil dat we
daar ook komen. Maar we willen niet teveel hooi op onze vork nemen. We
bestrijken nu al een gebied met 5000 inwoners. We stoppen pas met dit experiment
als we niet meer nodig zijn. Maar zaken als ouderlijk gezag, sociale controle en
gezamenlijke verantwoordelijkheid blijven altijd nodig.’/Eric de
Kluis
Mooi om te zien dat de jongere generaties steeds beter integreren in onze maatschappij. Sociale Controle is belangrijk hierbij, maar hiervoor moet men natuurlijk wel het profijt hier van inzien. In veel buurten, ook in deze stad, zie je dit steeds beter terugkomen. Zo kunnen we werken aan een fijnere toekomst met z’n alle.
Mooi stuk en heel herkenbaar. Sociale Controle is van belang in de maatschappij, zo ook bij ouderen.
https://www.schrijverspunt.nl/schrijversplek-openingspagina/blogs/view/667/sociale-controle
Je ziet duidelijk dat buurten veranderen en dat de nieuwe generaties het beter doen en meer afweten van de huidige cultuur die heerst in Nederland. De Sociale controle wordt alsmaar beter. Laten we dan ook werken naar de grondbeginselen van sociale controle. https://www.ensie.nl/grondbeginselen-der-sociologie/sociale-controle
Inderdaad. Sociale Controle is van essentieel belang voor onze maatschappij en het is goed om te zien dat ook in buurten waar het over het algemeen wat minder loopt nu wordt toegepast. Hopelijk blijft dit goed gaan in de toekomst en spreken we over een tal van jaren niet meer over een probleem.