Door Carolien Stam – ‘De huidige mbo-opleiding is nog
te weinig gericht op de kinderopvang en op de ontwikkeling van het kind,’ zegt
Carla Bienemann van de
name=MOgroep> MOgroep, brancheorganisatie in de
kinderopvang. De kwaliteitsimpuls die de MOgroep wil geven is dan ook vooral
gericht op een betere afstemming tussen opleiding en werk.
‘Ik hoor ook dat geluiden binnen de opleidingen over zorgen met betrekking
tot het niveau van de instroom. Die gaat naar beneden op het gebied van sociale
vaardigheden en normen en waarden.’
Kennis en vaardighedenLeidsters in de kinderopvang
komen binnen met de mbo-opleiding sociaalpedagogisch werk niveau drie. Daarvoor
moeten ze de mavo of het vmbo hebben afgemaakt. Volgens Bienemann signaleren
ondernemers in de kinderopvang steeds meer dat leidsters vanuit hun opleiding te
weinig weten over de ontwikkelingsfasen van een kind, over de verzorging en dat
ze onvoldoende sociale vaardigheden meebrengen.
Inhoud is probleemHogere opleidingseisen stellen aan het
opleidingsniveau, zoals hoogleraar
portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_archief/tsge_portlet_news1_archiefsearch/true/tsge_portlet_news1_archiefchannelId/20107/tsge_portlet_news1_archiefid/55258/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”
target=_blank name=”Louis “>Louis Tavecchio in januari in Zorg + Welzijn
stelde, is volgens Bienemann niet aan de orde: ‘Het gaat niet zozeer om het
niveau, maar de inhoud van de opleiding. Als je een hbo-opleiding hebt, betekent
dat nog niet dat een leidster de sensitiviteit en de sociale vaardigheden bezit
die misschien nog belangrijker zijn bij de professionele zorg voor
kinderen.’
Ook eisen gastoudersTavecchio stelde onlangs in de Telegraaf dat hij
vond dat gastouders, die baby’s en peuters opvangen in hun eigen gezinssituatie,
ook aan bepaalde opleidingseisen zouden moeten voldoen. Die zijn er nu niet.
Op dit moment stellen individuele gastouderbureaus (gob’s), die bemiddeling
en begeleiding bieden aan ouders en gastouders, zelf de criteria vast waaraan de
gastouder moet voldoen. Er bestaan dus geen landelijke opleidingsnormen waaraan
een gastouder moet voldoen.
Gastouderbureaus bepalen kwaliteitCarla Bienemann van de MOgroep vindt
dat ook niet nodig. ‘Gastouderopvang speelt zich af in een geheel andere
setting, namelijk in het gezin, dan de kinderopvang in centra. Gastouderopvang
is bovendien heel gedifferentieerd. Het kan variëren van een kind twee dagen thuis opvangen
tot vier kinderen vier of vijf dagen in
de week. Het is aan de gastouderbureaus om te bepalen aan welke
criteria de individuele gastouders moeten voldoen.’
Convenant Kwaliteit
Wel is volgens Bienemann landelijk in het
href=”http://www.kinderopvang.nl/upload/122075_8820_1134984699737-convenant_kwaliteit_kinderopvang.pdf#search=%22Convenant%20Kwaliteit%22″>Convenant
Kwaliteit (met Boink, de vereniging van ouders in de kinderopvang)
afgesproken dat op een aantal punten criteria aan de gastouders vastgesteld
dienen te worden. Zoals op het gebied van ruimte, aantal kinderen en leeftijd,
veiligheid. Maar hoe die criteria eruit zien, dat bepaalt het gastouderbureau
zelf.
Lees ook:
href=”http:///portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_archief/tsge_portlet_news1_archiefsearch/true/tsge_portlet_news1_archiefchannelId/20107/tsge_portlet_news1_archiefid/55258/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”
target=_blank name=Tavecchio>Hoogleraar Louis Tavecchio: ‘Een doordachte visie
op kinderopvang ontbreekt’, Zorg + Welzijn Magazine, 4
januari 2006
Meer weten? Lees dan
ook de gratis
portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_nieuwsbrief/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”>Zorg
+ Welzijn Nieuwsbrief . Daarvoor kunt u zich hier
portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_nieuwsbrief/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”>aanmelden
.