Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

MDHG: Dertig jaar vechten voor legalisering van harddrugs

MDHG, de Belangenvereniging voor Druggebruikers, bestaat in september dertig jaar. De organisatie wist in al die jaren uit te groeien tot een ware barricadebeweging. ‘We hebben veel bereikt, alleen de begindoelstelling nog altijd niet.’

Door Hugo Jetten – Het is 1977. Aan de Binnenkant, een gracht in de

Amsterdamse binnenstad, woont Johan Riemens. Twintig jaar eerder was Riemens een

van de medeoprichters van de Pacifistisch Socialistische Partij (PSP) en nu runt

hij aan huis het sociaalhumanistische Martin Luther King Centrum.

Terwijl hij hier eigenlijk werkt aan zijn idealen voor de Derde Weg, een

beweging die zich tegen zowel het communisme als het kapitalisme keert, ziet hij

in zijn buurt steeds meer heroïne gebruikende jongeren rondlopen. Hij kan hun

lijden niet aanzien en windt zich erover op dat de samenleving voor deze

jongeren maar twee plekken kent: de cel of de kliniek.

Riemens vindt dat de verslaafdenzorg uit handen moet worden genomen van

de Jellinekkliniek die volgens de beleidsmakers juist het aangewezen instituut

is om de problematiek op te lossen. Riemens pleit voor hulpverlening vanuit de

eerste lijn: huisartsen, apothekers en buurtwerkers. Deze filosofie vindt gehoor

bij straathoekwerker August de Loor, die sinds begin jaren zeventig, toen

heroïne zijn intrede deed, dagelijks te maken heeft met dolende verslaafden. In

september 1977 richten de twee samen de Medisch-sociale Dienst Heroïne

Gebruikers op, de MDHG.

MethadonverstrekkingIn 1979 wordt Gert Thesingh de

eerste be-taalde kracht van de MDHG, mogelijk gemaakt door subsidie van de

gemeente. Anno 2007 herinnert Thesingh het zich nog goed: ‘Ik zag de gebruikers

binnenkomen met in hun kielzog hun geliefden, bezorgde moeders, huisartsen en

straathoekwerkers. Ik noteerde als secretariaatsmedewerker al hun zorgen en

ideeën. De drugs werden steeds duurder en de criminaliteit nam toe.’

Wat de MDHG deed, stond haaks op de aanpak van de Jellinekkliniek,

schetst Thesingh. ‘Riemens had een aantal artsen zover gekregen dat zij in hun

eigen praktijk methadon verstrekten aan verslaafden. Het idee was dat de

gebruiker zelf invulling moest geven aan zijn leven en dat kon alleen als hij

methadon kreeg. Hij kon dan kiezen: blijf ik methadon gebruiken, zonder de

lichamelijke ellende van heroïne en zonder dat ik de straat op moet om te scoren

van vaak illegaal verkregen geld, of kick ik op den duur helemaal af?

De Jellinekkliniek stelde afkicken als voorwaarde. Zij riepen: “Niemand mag

iets voor de verslaafden doen, alleen wij, want wij hebben de juiste

therapieën.” Vervolgens schreven ze vette rekeningen uit. Wat dat betreft konden

we beter dealen met de GGD.’De GGD verstrekt in die tijd alleen methadon aan de

zwaarste gevallen en stelt aanvankelijk, net als de Jellinekkliniek, afkicken

als voorwaarde. Langzaam maar zeker blijkt de GGD echter ontvankelijk voor de

filosofie van de MDHG.

Giel van Brussel, hoofd methadonverstrekking bij de GGD, weet nog dat

August de Loor hem in 1977 opbelde. ‘Ik werkte net bij de GGD. August vroeg of

ik wilde langskomen. Hij probeerde ons duidelijk te maken dat de hele benadering

van het drugsprobleem om moest. De GGD had toen nog een passieve rol. Alleen als

iemand dood dreigde te gaan aan heroïne of als gebruikers in de gevangenis

ernstige problemen kregen bij het afkicken, kwamen wij opdagen. De MDHG wilde

dat we op grotere schaal methadon gingen verstrekken, zonder over afkicken te

zeuren.’

Uiteindelijk besluiten beide organisaties om twee consultatieartsen aan

te stellen die huisartsen moeten overtuigen van het belang van

methadonverstrekking. Het resultaat is dat honderden heroïnegebruikers voortaan

bij hun huisarts kunnen aankloppen voor methadon en van de straat verdwijnen.

Ook de zogenoemde ‘Stadsdoelencrisis’ draagt bij aan de omslag. Van

Brussel: ‘Onder de heroïneverslaafden waren veel Surinamers. In 1979, nadat zij

voor de eerste keer van de Zeedijk waren geveegd, bezetten zij theater De Doelen

uit onvrede over het drugsbeleid. Ze wilden methadon. Ik hield spreekuur in het

theater, niet om te verstrekken, maar om bijvoorbeeld longontsteking te

behandelen. Die bezetting heeft mede geleid tot de inzet van methadonbussen en

de oprichting van methadonposten.’

Het hele artikel is drie maanden na publicatiedatum te lezen op
href=”https://www.zorgwelzijn.nl”>www.zorgwelzijn.nl

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.