Het aantal echtscheidingen is stijgende. Minstens een
op de vier huwelijken eindigt in een scheiding. De grootste conflictbronnen
hierbij zijn de omgang met de kinderen en de alimentatie. Het belang voor de
kinderen is meestal het motief om bij de mediator terecht te komen. Dat is
volgens Ellen Reerds, mediator bij het bureau voor echtscheidingsbemiddeling
Parant in Maarssen, tegelijk de doorslaggevende factor voor een succesvolle
bemiddeling. Want de scheidingspartners willen beiden het ouderschap zo goed
mogelijk willen regelen.
Tijdens de bemiddeling in een conflict tussen echtparen, staat de manier
van communiceren van hen centraal. ‘Beiden krijgen bij ons twee minuten om hun
zegje te doen,’ vertelt Reerds. ‘Vervolgens probeer je het gesprek steeds op een
ander, minder conflictueus, niveau te brengen. Het doel is te achterhalen wat er
achter het conflict zit.’ De bemiddeling wordt afgesloten met een
concept-convenant zodat de afspraken tussen de echtscheidingspartners op papier
staan. Daarna gaan ze naar de advocaat die het juridische deel afhandelt.
Kruisbestuiving
Man en vrouw komen bij de echtscheidingsbemiddelaar met de vraag: ‘Wij
willen scheiden, hoe pakken we dat aan?’ Ze zijn dertien jaar getrouwd, hebben
drie kinderen van zes, acht en elf jaar oud. Hij werkt, zij zit thuis. De
mediator loopt de procedure af: over het verloop van een scheiding, over de
werkwijze, over het contract waarin zakelijke dingen worden neergelegd, maar ook
het doel waarvoor mensen komen en de verantwoordelijkheden. De omgang met de
kinderen hadden de scheidende echtelieden al besproken: elke woensdagmiddag en
het ene weekend bij vader, het andere weekend bij moeder. Ze willen bij elkaar
in de buurt blijven wonen. Dan komt de alimentatie aan de orde. De vrouw wil –
de niet verplichte – partneralimentatie, want ze weet niet of ze zonder
diploma’s en ervaring een baan kan krijgen en ze wil de situatie thuis voor de
kinderen niet veranderen. De man vindt dat zij moet gaan werken. Doorvragend op
dat onderwerp blijkt dat de man het eigenlijk niet eens is met de scheiding; hij
voelt zich door zijn vrouw in de steek gelaten. Uiteindelijk kan de vrouw de
dwarsigheid van haar man beter begrijpen en ze komen aan de praat. De vrouw
maakt duidelijk waarom zij weg wil. Het leidt ertoe dat de scheidende partners
meer begrip voor elkaars positie krijgen, waardoor de uiteindelijke berekening
van het alimentatiebureau ook geen probleem meer oplevert. De man betaalt 1400
euro kinder- en partneralimentatie.*
Nog vóór echtscheidingsbemiddeling op de politieke agenda stond, waren de
problemen bij echtscheidingen in de spreekkamers van het algemeen
maatschappelijk werk (amw) allang bekend. Met als treurige slachtoffers vaak de
kinderen die verscheurd worden tussen hun ouders. Dus namen in 1997 twee
thuiszorgorganisaties in Midden Nederland (Weidesticht en Vitras), samen met de
kinderbescherming Utrecht het initiatief om een onafhankelijk bureau voor
echtscheidingsbemiddeling op te richten. Dat werd Parant. De vier mediators van
het bureau zijn ook maatschappelijk werkers bij Vitras en Weidesticht. ‘Wij zijn
goed in sociale vaardigheden en gesprekstechnieken,’ vertelt mediator en
maatschappelijk werkster Ellen Reerds over de oprichting zes jaar geleden. We
hebben een juridische scholing en scholing gericht op het specifieke van
scheidingsbemiddeling gedaan. Tevens hebben we een opleiding tot mediator
gevolgd en zijn geregistreerd bij het Nederlands Mediation Instituut.’
Ondanks de positieve berichten, veel publiciteit en politieke aandacht voor
mediation loopt het nog niet storm. Het aantal bemiddelingen van Parant is vorig
jaar wel verdubbeld naar 75 cliënten. Ook het aantal uren per cliënt is
gestegen. En er is een kruisbestuiving met het algemeen maatschappelijk werk.
‘We verwijzen naar elkaar,’ zegt Ellen Reerds. ‘Als echtscheidingscliënten
bijvoorbeeld geblokkeerd worden door bepaalde emoties waar ze individueel niet
mee verder kunnen, kunnen we ze naar het maatschappelijk werk verwijzen. En
omgekeerd kan het amw voorlichting geven over mediation.’
Neutraliteit
Een echtpaar in scheiding kan het niet eens worden over een
omgangsregeling voor de kinderen. Het is vijftien jaar getrouwd en heeft drie
kinderen (vijf, negen en dertien jaar). De man heeft een eigen bedrijf, de vrouw
werkt niet.. Hij wil de kinderen elk weekend, zij kan de kinderen dan door de
week hebben. De vrouw is het daar niet mee eens. Zij wil ook de ontspannen,
leuke dingen met haar kinderen doen die je in het weekend doet. De mediator
zoekt naar alternatieven: ‘Waarom wil je elk weekend de kinderen? Stel dat je
een dag minder zou gaan werken, hoe zou je dat kunnen aanpakken?’ Het blijkt
allemaal geen optie: de vrouw kan de kinderen een keer in de maand in het
weekend krijgen. Verder is met de man nergens over te praten. Uiteindelijk
blijkt tijdens de gesprekken dat hij zijn vrouw geen goede moeder vindt en geen
vertrouwen heeft in haar opvoeding: ze kan de kinderen niet aan. De vrouw kaatst
de bal terug en beticht haar man van weinig geduld en geen tijd voor de
kinderen. Er volgen scheldpartijen. Zij loopt weg, hij loopt weg. De mediator
probeert hen nog een keer om de tafel te krijgen, maar moet uiteindelijk
adviseren naar de advocaat te stappen. De kans is groot dat de Kinderbescherming
een onderzoek zal instellen om een omgangsregeling te bepalen.*
Niet iedereen kan geholpen worden met mediation, weet Ellen Reerds. Als er
al zoveel strijd is dat er geen enkele ruimte meer is voor elkaar, lukt niks
meer. Dan ligt een lange en slepende procedure voor de rechter in het verschiet.
‘Mensen moeten de wil hebben eruit te komen. Wij proberen ze dichter bij elkaar
te brengen. Door uit te zoeken wat het belang van beiden is en wat de uiterste
grenzen van de partners zijn. Alimentatie is altijd een heet hangijzer. Wij
maken gebruik van een bureau die op basis van de gegevens van de partners een
berekening maakt en met een of meerdere neutrale voorstellen komt. Dat werkt
heel goed.’
De mediator is neutraal en moet dat gedurende het hele proces blijven. Dat
blijkt niet altijd even gemakkelijk. ‘Het is mijn grootste valkuil,’ erkent
Ellen Reerds, ‘ik ben ook maar een mens. Je kan in een situatie komen dat je
partij gaat kiezen. Dat hebben de gesprekspartners haarfijn in de gaten. Het is
mij in de praktijk nog nooit gebeurd, maar in intervisies tijdens oefensituaties
merk je dat je ontzettend snel weg kunt glijden. Als dat gebeurt, moet je meteen
stoppen met de bemiddeling. Het wordt gevoeld door alle partijen en dan kan men
er gebruik van maken.’
Exacte cijfers over het percentage succesvolle bemiddelingen zijn er niet.
Vijf à zes van de tien bemiddelingen lukt, zo is de schatting. ‘Verder durf ik
niet te zeggen of zo’n convenant altijd stand houdt,’ zegt Ellen Reerds. ‘Wij
horen nooit meer iets terug van cliënten. Mensen zijn blij dat het achter de rug
is en verdwijnen uit beeld.’
Ondertussen wordt mediation steeds meer business. Onder de ongeveer
uitdijende groep mediators die er in Nederland rondloopt, zitten onder meer
advocaten, psychologen en accountants die zich hebben laten opleiden tot
mediator. De meesten staan – net als de Parant-mediators – geregistreerd bij het
Nederlands Mediation Instituut, NMA. Dat betekent dat je een erkende opleiding
tot mediator hebt gevolgd. Hiernaast wordt er een certificering voorbereid. Dan
wordt het certificaat gekoppeld aan permanente educatie, intervisie en
theoretische scholing.
Nu al zijn de kosten van de bemiddeling niet mals en variëren sterk. Parant
berekent op dit moment zeventig euro per uur. Als het om mediation in het
bedrijfsleven gaat, varieert een uurtarief meestal van honderd tot tweehonderd
euro.
Vooralsnog lijkt de bedrijfstak-in-ontwikkeling niet te stoppen. Zeker niet
als de politiek besluit echtscheidingsbemiddeling verplicht te stellen. En als
eind dit jaar aan de hand van het eindrapport over ‘mediation naast rechtspraak’
van het ministerie van Justitie wordt besloten om mediation meer te gebruiken in
plaats van rechtspraak.
*Situatiebeschrijvingen uit de praktijk van Parant./Carolien
Stam