De cijfers spreken voor zich. In 2040 is 25 procent van de bevolking boven de 65. Dat zijn enorme aantallen. Het aantal mensen met dementie zal volgens Alzheimer Nederland over twintig jaar gestegen naar een half miljoen. Ondertussen stimuleert de overheid de afgelopen tien jaar ouderen om zo lang mogelijk thuis te wonen.
Steenbeek, ouderenpsychiater bij Molemann Mental Health in Zeist, een groeiende zorgorganisatie met ambulante teams voor ouderenpsychiatrie in de regio Utrecht, ziet in haar werk de gevolgen. ‘Met zo lang mogelijk thuis wonen is niet zoveel mis. Dat kan met de juiste hulp zeker, maar die juiste hulp is er vaak niet.’
Mondige ouderen
Het zorgsysteem is volgens Steenbeek vooral gericht op zelfstandige en wilsbekwame ouderen. ‘Mondige ouderen die hun hulpvraag goed kunnen formuleren. Het systeem is niet gericht op die kwetsbare ouderen die hun weg niet kunnen vinden in het zorglandschap of geen digitaal formulier willen of kunnen invullen.’
Integendeel, een deel van deze ouderen wijst juist alle hulp af en wil ook geen hulpverleners over de vloer, waardoor het gevaar van verwaarlozing, isolement en eenzaamheid toeneemt. Met alle gevolgen van dien. ‘Hulpverleners worden weggestuurd en dan moet je van goede huizen komen om dan toch aan de deur te blijven kloppen of andere hulp in te schakelen.’
AVG
Het beroepsgeheim, de nieuwe privacywetgeving AVG en de eisen van zorgverzekeraars schrikken veel hulpverleners en organisaties af en staat samenwerking rondom een patiënt soms in de weg. ‘Terwijl ook onder de huidige wetgeving in het belang van de patiënt en vanuit onze zorgplicht er veel mogelijk is. Maar dan moet je je wel gesteund weten door de organisatie.’
Mismatch
Volgens Steenbeek is er sprake van een mismatch in het Nederlandse zorglandschap. ‘Er is geen tekort aan zorg voor ouderen, maar een mismatch. Het versnipperde aanbod past niet goed bij kwetsbare ouderen en ze hebben al moeite om hun weg naar hulp te vinden. Afwijzend en afwerend gedrag naar anderen kan juist een reden zijn voor zorg, maar wordt door hulpverleners soms verkeerd geïnterpreteerd. Het gedrag wordt gezien als onwil. Echter wanneer een oudere meer moeite krijgt, bijvoorbeeld door geheugenklachten, om de wereld om zich heen te begrijpen, kan er achterdocht ontstaan. De buitenwereld wordt bedreigend.’
Veel ouderen hebben bovendien maar een beperkt netwerk waar op ze kunnen terugvallen, de kinderen wonen soms aan de andere kant van het land en merken niet meteen wanneer ouders zich verwaarlozen of bijvoorbeeld slechter eten. Bij hulpverleners – zoals medewerkers in de thuiszorg – is er volgens Steenbeek vaak onvoldoende kennis van psychische- en geheugenproblemen. ‘Dat is zeker geen onwil van hulpverleners, maar specifieke scholing en kennis over psychische problematiek bij ouderen ontbreekt. En dat kan schrijnende situaties opleveren.’
Samenwerking
Steenbeek pleit daarom voor extra scholing voor professionals, voor betere samenwerking met experts en voor meer ambulante teams ouderenpsychiatrie. ‘We zijn in Zeist in 2012 begonnen met een klein team voor ouderenpsychiatrie , nu hebben we twee teams met meer dan twintig professionals. En dit jaar komt daar voor Utrecht nog een ambulant team bij.’ Deze teams met psychiaters, psychologen en verpleegkundigen bieden laagdrempelige specialistische psychische zorg.
Steenbeek en haar teamleden bezoeken ouderen thuis en zoeken ook contact met het netwerk en andere hulpverleners. ‘We worden vaak ingeschakeld door de huisarts. Ook voor huisartsen is het prettig om met ons te overleggen bij complexe problematiek.’ En door nauw samen te werken met het systeem om de patiënt, kan er veel worden verbeterd. ‘De zorg wordt beter afgestemd en veiliger, familie meer betrokken, artsen werken samen en zorgelijke signalen worden eerder opgepikt door bijvoorbeeld de thuiszorg’. In een maatschappij waar laatste jaren de focus ligt op meer individualiteit, privacy en zelfredzaamheid voelt dit volgens Steenbeek soms ‘als zwemmen tegen de stroom in.’
Corona
Corona heeft de positie van kwetsbare ouderen alleen maar verslechterd. De ouderenpsychiater wordt dagelijks geconfronteerd met de gevolgen. Veel patiënten zijn depressiever en inactiever geworden. Een patiënt met Parkinson holt achteruit nu al zijn activiteiten en vrijwilligerswerk stilliggen. Ook de eenzaamheid is voor veel ouderen funest en ongezond. Vrijwilligers komen niet meer langs, dagbesteding is dicht, ouderen durven niet meer even langs de buurvrouw, en de wekelijkse gezellige boodschappen zijn gevaarlijk geworden. “Bij sommige patiënten ga ik nu na 17 uur langs, zodat ik in mijn eigen tijd nog wat langer kan blijven zitten om even echt contact te kunnen maken. Ouderen leveren in deze tijd echt veel in, en wat ze verliezen aan gezondheid komt vaak niet meer terug. Het is ontzettend belangrijk om juist nu goed voor onze ouderen te zorgen.