In Utrecht, Nijmegen en Maastricht zijn al dergelijke centra. Het is de bedoeling dat er volgend jaar in het hele land van dit soort centra komen. Het idee is dat slachtoffers van acuut seksueel geweld op één plek medische, psychische en forensische hulp krijgen. Dat laatste is nodig om bewijzen vast te leggen die later eventueel in een strafzaak kunnen worden gebruikt. Voor slachtoffers is het minder belastend als ze niet keer op keer hun verhaal moeten doen en onderzocht moeten worden.
Bewijs
‘We krijgen ongeveer twee keer per week een slachtoffer binnen van seksueel geweld. Slachtoffers zijn gemiddeld drie uur binnen bij ons. Het streven is dat ze zo weinig mogelijk hun verhaal moeten doen en zo min mogelijk hun kleren moeten uitdoen’, vertelt Iva Bicanic, coördinator van het Centrum Seksueel Geweld in Utrecht. ‘Het is erg belangrijk dat slachtoffers zich snel melden. Binnen 72 uur kunnen slachtoffers nog medicatie krijgen tegen hiv en andere soa’s en een morning-afterpil. Ook voor het sporenonderzoek is snelheid van belang. Na een week zijn alle sporen verdwenen.’
Onderzoek
‘Hoe eerder en deskundiger forensisch onderzoek wordt gedaan, hoe groter de kans op valide bewijsmateriaal en hopelijk ook een veroordeling van de dader’, zegt Ineke Sybesma, directeur van Fonds Slachtofferhulp. ‘Momenteel doet 10 procent van de slachtoffers van seksueel geweld aangifte. Dat leidt in 4 procent van de gevallen tot een veroordeling.’ Sybesma hoopt dat dat aantal omhoog gaat door sneller en beter forensisch onderzoek.
In Zorg + Welzijn magazine stond eerder al een artikel over het Centrum Seksueel Geweld in Utrecht. Lees hier meer >>