Het goede nieuws is dat het totaal aantal huishoudens met een minimum inkomen in 2015 lijkt te stabiliseren. Het CBS verwacht voor 2016 zelfs een daling. Het slechte nieuws is dat het aandeel van huishoudens dat meer dan 4 jaar van een minimum inkomen leeft, is gestegen. Van de 734 huishoudens die op het minimum leven, moeten er 217.000 – meer dan een derde – langdurig van een laag inkomen rondkomen. Vooral onder niet-westerse huishoudens, specifiek van Marokkaanse komaf, is het aandeel bijna zes keer zo hoog dan onder autochtone huishoudens.

Armoede
Dat blijkt uit het onderzoek van CBS: ‘Armoede en sociale uitsluiting 2015’, waarin de cijfers van 2014 worden vergeleken met voorgaande jaren. De definitie van armoede die het CBS hanteert: onvoldoende inkomen om een in Nederland minimaal noodzakelijk geacht consumptieniveau te realiseren. De lage-inkomensgrens is afgeleid van het bijstandsniveau – in 2014 lag die voor een alleenstaande op 1020 euro per maand.

Kinderen
Zorgwekkend is de forse stijging van het aantal kinderen dat opgroeit in huishoudens die langdurig op het inkomensminimum moeten leven. Het aantal minderjarige kinderen dat leefde in een gezin op bestaansminimum nam toe met 16.000 tot een totaal aantal van 131.000. Dat komt neem op 4,5 procent van alle kinderen. Van de 20 kinderen leeft er eentje in armoede.

Risico op armoede
‘Kinderen uit een gezin met een weinig rooskleurige inkomenspositie hebben een verhoogde kans in hun latere leven in een vergelijkbare situatie te komen’, schrijven de onderzoekers van het CBS. ‘Zo liep 20 procent van de kinderen die in 1990 opgroeiden in een huishouden met laaginkomen, bijna 25 jaar later ook het risico op armoede als volwassene.’

In 2012 hebben zo’n 1,2 miljoen mensen eigenlijk te weinig geld om rond te komen (CBS). Het zijn ruim 150.000 mensen meer dan in het jaar ervoor. De kans op armoede is het hoogst bij eenoudergezinnen, alleenstaanden tot 65 jaar, niet-westerse huishoudens en bijstandontvangers. Lees het dossier Armoede Lees meer>>

Gezondheidsproblemen
Toch is het risico op armoede voor huishoudens algemeen nauwelijks gestegen in 2014, volgens het CBS. Van de ruim 7 miljoen huishoudens in Nederland moesten er 734.000 rondkomen van een minimum inkomen. Het aantal mensen met een laag inkomen is wel gestegen, met 27.000 tot in totaal 1,5 miljoen mensen. Dat is 9,2 procent van de Nederlandse bevolking. Deze mensen hebben, in vergelijking met hogeren inkomens, meer gezondheidsproblemen (roken en overgewicht), doen minder mee in de samenleving, hebben minder vertrouwen in gezaghebbende instanties en zijn oververtegenwoordigd in de groep die verdacht wordt van misdrijven. Ze doen relatief veel vrijwilligerswerk.

Lees het rapport van het CBS hier>>