Dit blijkt uit een wetenschappelijke studie van de Pompestichting, die gedetineerden met een psychische stoornis behandelt. Het onderzoek is gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Volgens de onderzoekers merken inrichtingsartsen problemen, zoals een psychose, wel op. Maar bijvoorbeeld suïcidaliteit blijft vaak onopgemerkt.
Vermoeden
Voor Aart van der Horst, programmamanager bij het Expertisecentrum Forensische Psychiatrie (EFP) in Utrecht, zijn de uitkomsten geen grote verrassing. ‘Het vermoeden dat een groot deel van de gedetineerden met psychische stoornissen kampt, bestond al heel lang. Alleen kende niemand de omvang. Die is ook voor mij wel opvallend groot. Het is belangrijk dat er nu concrete cijfers zijn. Ze onderstrepen nog eens het belang van goede psychische zorg voor gedetineerden.’
Resocialisatie
Verlaat een gedetineerde met psychische problemen uiteindelijk onbehandeld de gevangenis, dan is dat slecht voor zijn resocialisatie, benadrukt Van der Horst. ‘Daarom is het belangrijk dat hij al in gevangenschap in contact komt met een behandelende instelling.’ Het begint echter met goede screening: zonder herkenning van een stoornis ontbreekt ook het erkennen van de noodzaak van behandeling. Van der Horst:‘Gebeurt er niets, dan vergroot dat in een aantal gevallen het risico op recidive.’
Professionalisering
Het Ministerie van Justitie werkt aan het verbeteringen. Zo worden vijf penitentiaire psychiatrische centra (PPC’s) opgericht. Daardoor zal het aantal zorgplaatsen binnenkort verdubbelen ten opzichte van 2008. De PPC’s werken met zorgprogrammering: alle best practices en werkzame interventies zijn op een rijtje gezet. ‘Dat biedt een raamwerk voor de individuele behandeling, van het begin van de detentie tot de vrijlating. Dat komt de professionalisering van de psychiatrische zorg in detentie ten goede’, zegt Van der Horst, ‘Maar het begint allemaal met goede screening in de “gewone” penitentiaire inrichtingen.’
Verstandelijke handicaps
Justitie werkt ook aan een screeningsinstrument voor psychiatrische problematiek en verstandelijke handicaps bij gedetineerden. Daarnaast worden aan inrichtingsartsen meer eisen gesteld wat betreft hun kennis van psychiatrische problematiek. Slechts in beperkte mate krijgen penitentiaire inrichtingswerkers (PIW’ers) voorlichting over psychopathologie en hoe daarmee om te gaan. ‘Ik vond de scholing van PIW’ers op dit onderdeel altijd al onvoldoende. Maar nu we weten dat veel meer gedetineerden psychiatrische problemen hebben dan werd aangenomen werd , is er meer dan ooit aanleiding om hogere eisen te stellen aan het opleidingsniveau’, zegt Van der Horst. ‘Meer kennis van en weten om te gaan met psychische problematiek zijn mijns inziens basisvereisten voor de PIW’er geworden’.
The Soprano’s
Stel dat er uiteindelijk voldoende psychiatrische zorg is, zouden gedetineerden er dan ook gebruik van maken? ‘Als er meer aanbod is, wordt dat in ieder geval normaler’, denkt Van der Horst. ‘Bovendien veranderen de tijden. Vroeger wilden zware jongens niets weten van psychiaters. Maar nu ze naar The Soprano’s kijken, met Tony Soprano op de divan bij de psychiater, is de weerstand mogelijk afgenomen.’
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: Foto: ANP/Pieter Franken
Het is altijd leuk te constateren dat een belangrijk probleem erkend wordt. Jammer is dat de onderzoekers van de Pompekliniek kennelijk niet op de hoogte zijn van de lange, lange geschiedenis van de aandacht voor psychische stoornissen in het gevangeniswezen. Ik heb zelf aan een rapport gewerkt over dat onderwerp en een onderzoek laten doen bij de Scheveningse gevangenis, het eerste feitelijke, grootscheepse onderzoek naar het voorkomen van psychiatrische stoornissen bij gedetineerden. Dat was in 1996/7. De conclusie was, dat afhankelijk van de definitie over ernst van de stoornis, 2/3 van de gedetineerden een psychiatrische stoornis had (waaronder bv ook verslaving), waarvan 1/3 ernstig (psychoses, angst- en stemmingsstoornissen). Over het aantal verstandelijk gehandicapten in de gevanngenis is tot op de dag van vandaag nauwelijks iets feitelijks bekend.
En als reactie op Duijn: er is inderdaad meer psychisch lijden onder de bevolking dan vaak beseft wordt; er is veel onderzoek naar gedaan, maar het heeft helaas nog altijd een zeker taboe. En wat betreft de gedetineerden: er is in ieder geval één goede reden voor psychiatrische behandeling, namelijk ze hebben daar net als iedere burger recht op, en daaraan wordt nu nog onvoldoende aan voldaan.
Is het relatief grote aandeel psychiatrische stoornissen onder gedetineerden een verklaring voor recidivisme?
Of is het verkregen beeld illustratief voor een belangrijk deel van onze samenleving?
Door het “labelen” van gedetineerden lijkt het er op dat we meer zicht (en grip) krijgen op door de samenleving als onacceptabel gedefinieerd gedrag binnen onze maatschappij.
Misschien zou een soortgelijke screening van een representatieve steekproef van onze bevolking ook het beeld van onze totale samenleving op schokkende wijze in kunnen kleuren. Wij vragen in de media aandacht voor “asociaal gedrag” en “korte lontjes” binnen onze samenleving.
De vraag is echter wat we met de verstrekte “labels” kunnen doen.
Commercieel gedacht zou hier sprake kunnen zijn van een gigantische markt voor de geestelijke gezondheidszorg. Een markt die met de beschikbare middelen nauwelijks kan worden gefinancierd.