Uit het jaarverslag 2016 blijkt dat vooral het aantal zedenslachtoffers dat in contact kwam met de organisatie is toegenomen. In 2015 waren dat er 6400, in 2016 is dat gestegen naar 7500. ‘Een stijging die vooral te danken is aan de verbeterde instroom vanuit de politie en aan de communicatiekanalen mail en chat die we sinds 2016 inzetten. Met het programma Slachtofferhulp Nederland 2.0 willen we meer slachtoffers bereiken én beter ondersteunen op een manier die bij hen past.’ Zo stelt Slachtofferhulp Nederland.

Slachtofferhulp 2.0

Het uitgangspunt van Slachtofferhulp Nederland 2.0 is dat slachtoffers centraal gezet worden. Programmamanager Carola Koper: ‘Dat klinkt misschien als een open deur, maar het is een essentieel uitgangspunt in onze aanpak. We willen meer mensen helpen. Om dat te kunnen doen, moeten we weten wie die mensen zijn en wat ze nodig hebben. Hoeveel mensen we daar al van bereiken en belangrijker nog: wie niet.’

Behoeften

Daarom werden gesprekken gevoerd met slachtoffers die al in beeld waren, maar ook met slachtoffers die nog niet in beeld waren. Projectleider Communicatie Evy Khouw: ‘Nu we beter weten wat de behoeftes van verschillende typen slachtoffers zijn, kunnen we daar in onze communicatie ook beter op inspelen. Jongeren spreek je bijvoorbeeld het best aan met een concreet aanbod. Die denken al snel: what’s in it for me? Als hun telefoon bijvoorbeeld stuk is na een misdrijf of ongeval, willen ze graag weten of en hoe ze de schade vergoed kunnen krijgen. Slachtoffers van geweld vinden het belangrijk te weten wat hun rechten zijn. Dat zijn inzichten waarmee we concreet aan de slag gaan.’

Slachtofferportaal

Ook de samenwerking met ketenpartners was belangrijk in de ontwikkeling van Slachtofferhulp Nederland 2.0. Slachtoffers hebben immers met meer organisaties te maken, zoals politie, het Openbaar Ministerie en het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Doelstelling van de samenwerking is dat slachtoffers ten allen tijde kunnen inzien wat er in hun zaak gebeurt en wie er met hun dossier bezig is. Daarom werd er een proef gestart met een online Slachtofferportaal. Khouw: ‘Het portaal biedt vanuit één plek toegang tot informatie van verschillende instanties: politie, Openbaar Ministerie, Centraal Justitieel Incassobureau, Schadefonds Geweldsmisdrijven en Slachtofferhulp Nederland. Ruim 300 slachtoffers deden in 2016 mee aan een succesvolle proef. In de nabije toekomst wordt dit dé plek waar slachtoffers de status van hun zaak en andere relevante informatie kunnen bekijken.’

Online dienstverlening

De derde pijler van Slachtofferhulp Nederland 2.0 is de online dienstverlening. Koper: ‘Als een slachtoffer ’s avonds een vraag heeft, zou hij niet hoeven wachten tot we ’s ochtends weer open zijn. Hij moet die vraag direct kunnen stellen en hij mag daar ook snel een goed antwoord op verwachten. Met online dienstverlening is dat mogelijk.’

Chatten

Het is sinds het voorjaar van 2016 voor slachtoffers mogelijk om per mail of chat contact op te nemen met een medewerker van Slachtofferhulp Nederland. Wanneer gewenst, kan dit ook anoniem. In totaal kwamen er in 2016 ruim 3500 mails binnen en vonden er ruim 1700 chatgesprekken plaats. Zestien procent hiervan had betrekking op zedenzaken. Slachtofferhulp Nederland stelt dat zedenslachtoffers aangeven het ‘een stap te ver’ vinden om hun verhaal telefonisch toe te lichten. De mogelijkheid om hier rustig over na te denken en hun verhaal op te schrijven, is voor hen prettiger.

Vervolghulp

In totaal ontving Slachtofferhulp Nederland in 2016 de gegevens van 238.000 slachtoffers. Met 191.000 slachtoffers kwam de organisatie in contact, waarvan ruim 111.000 slachtoffers voldoende had aan eenmalig contact en advies. Bijna 80.000 slachtoffers hadden behoefte aan vervolghulp, dat zijn er ruim 10.000 meer dan in 2015. Hieronder valt bijvoorbeeld ondersteuning in het strafproces, hulp bij het verhalen van schade of praktische en emotionele opvang.