Dat blijkt uit een studie van TNO, dat onder 322 jongeren met Downsyndroom onderzoek deed naar hun schoolcarrière. Het overgrote deel van de kinderen maakt de reguliere basisschool niet af en stapt onderweg over naar het speciaal onderwijs. Een kleine groep van 7 procent stroomt door naar het reguliere vervolgonderwijs. De onderzoekers Van Wouwe en Fekkes van TNO concluderen dat het belangrijk is om kinderen met Down te trainen in communicatieve en sociale vaardigheden. ‘Mogelijk is dit aanleiding voor ouders om hun kind over te plaatsen naar het speciaal onderwijs.’
Jongeren met het syndroom van Down zijn veel minder zelfredzaam en sociaal vaardig dan de beeldvorming doet vermoeden. Om teleurstellingen bij ouders te voorkomen, moeten zorgverleners eerlijke voorlichting geven. Meer training kan het sociaal functioneren van jeugdigen met Down vergroten. Lees meer >>
De onderzoekers van TNO vinden het opmerkelijk dat in de studie het onderscheid tussen seksen duidelijk werd: meer meisjes dan jongens bleven langer in het reguliere onderwijs. Het is de eerste keer dat de instroom en de uitval van kinderen met Downsyndroom uit reguliere scholen wordt onderzocht. Het blijkt dat 74 procent van de kinderen met Down vanaf 4-jarige leeftijd – de meesten gaan een tot drie jaar later – naar een reguliere basisschool gaat. Op 13-jarige leeftijd is nog 17 procent op de reguliere basisschool. De rest is – meestal op 6 of 7-jarige leeftijd – overgestapt naar het speciaal onderwijs.
Probleemgedrag
De onderzoekers maken op uit eerdere studies dat adolescenten met Down vaak probleemgedrag hebben. Lees het artikel over zelfredzaamheid van kinderen met Down. ‘Negentig procent van de jongeren met DS in Nederland heeft (aanzienlijke) problemen met sociaal functioneren.’ Juist vanwege hun beperkte mogelijkheden om complexere taken te doen en omdat ze meer moeite hebben met sociaal functioneren, pleiten de onderzoekers ervoor om verdere studies te focussen op verbetering van sociale vaardigheden van kinderen met Downsyndroom. Relevant zou een onderzoek zijn bij welke schoolkeuze deze kinderen het meest zijn gebaat: ‘De schoolkeuze zou in een breder perspectief moeten worden besproken dan alleen over de opleidingsresultaten voor lezen en schrijven.’