De groep mensen die volgens Trudi Peters tussen wal en schip dreigt te vallen, bestaat uit mensen die in een sociaal-maatschappelijk kwetsbare positie terecht zijn gekomen. ‘Het gaat niet alleen om mensen met ggz-problematiek. Vaak gaat het om mensen die verward raken doordat zij dementeren, een licht verstandelijke beperking hebben, verslaafd zijn of niet goed voor zichzelf kunnen zorgen en soms een bestaande ziekte (zoals diabetes) verwaarlozen. Soms veroorzaken zij ook overlast in hun omgeving. En een deel van deze kwetsbare burgers heeft zelf geen duidelijke zorgvraag. ‘
Niet-acute zorg
Eén van de manieren om deze groep kwetsbare mensen te helpen, is de inrichting van meld- en adviespunten niet-acute zorg. Peters: ‘De meldpunten zijn bedoeld voor mensen die (tijdelijk) de grip op hun leven (dreigen te) verliezen, naasten, bezorgde burgers en hulpverleners. Nu komen meldingen vaak binnen bij de politie of de meldkamer van de ambulance terwijl deze partijen eigenlijk geen rol hebben bij deze meldingen: de politie hoeft er niet acuut op af en er hoeft ook geen ambulance ingezet te worden.’
Grip
Wanneer meldingen bij de meld- en adviespunten binnenkomen, is het grote voordeel dat signalen niet blijven hangen bij professionals en burgers. ‘Het doel is om de personen die tussen wal en schip vallen die hulp en ondersteuning te bieden die nodig is om weer grip op het leven te krijgen. Zo kunnen meer kwetsbare mensen en (dreigend) verwarde personen in een vroeg stadium geholpen worden om dreigende verwarring of verergering van de problematiek te voorkomen’, aldus Peters.
Dekkende aanpak
Maar waar vind je die meld- en adviespunten? En hoe werken ze? Dat kan nu per regio verschillen vertelt Peters. En dat maakt het melden soms ingewikkeld. ‘Er is nog geen landelijk dekkende sluitende aanpak. Voor burgers en professionals is het daardoor ook niet altijd duidelijk waar ze met hun signalen terecht kunnen.’
Pilots
Om hier verandering in te brengen, heeft ZonMw, een organisatie die gezondheidsonderzoek financiert, subsidie beschikbaar gesteld voor pilots rondom meld- en adviespunten niet-acute zorg. Tot nu toe zijn de subsidieaanvragen van zeventien pilots gehonoreerd. Elf van deze pilots zijn georganiseerd rondom een bestaand meldpunt bij de GGD. Van zes pilots is de gemeente de hoofdaanvrager en deze meldpunten zijn of worden (waarschijnlijk) buiten de GGD ondergebracht (bijvoorbeeld verbonden aan meldpunten voor acute zorg van crisisdiensten). De pilots zijn allemaal verschillend van opzet, het is namelijk maatwerk per regio, en zijn gericht op uitbreiding van bestaande meldpunten (qua bereikbaarheid of qua doelgroep) of het efficiënter inrichten door bijvoorbeeld het samenvoegen van, of bevorderen van samenwerking tussen, bestaande meldpunten.
Proactief
Maar er zijn zeker ook overeenkomsten tussen de pilots stelt Peters. ‘Alle meldpunten adviseren, signaleren en handelen proactief bij zorgelijke signalen of zetten de melding door naar een geschikt gemeentelijk loket, sociaal wijkteam of een andere partij die de melding actief kan oppakken.’ Komt er een melding binnen bij een meld- en adviespunt? Dan zijn er grofweg twee handelingsroutes. Peters: ‘De medewerker van het meldpunt kan de melder advies geven hoe met de situatie om te gaan , of het meldpunt pakt de melding daadwerkelijk op en kijkt wat er nodig is in dit specifieke geval. In het algemeen zal het meldpunt eerst zelf contact (proberen te) zoeken met de gemelde (als diegene niet zelf contact heeft opgenomen) en helderheid zien te krijgen over de situatie. Het meldpunt kan de melding vervolgens bijvoorbeeld doorgeleiden naar een bestaande behandelaar, of toeleiden naar een hulpverlener (indien mogelijk in het Wmo-domein, als nodig in het domein van acute zorg), of bijvoorbeeld bemoeizorg inzetten.’
Lessons learned
GGD GHOR Nederland ontvangt subsidie van ZonMw om alle projecten rondom de meld- en adviespunten te ondersteunen en begeleiden. Doel is dat GGD GHOR Nederland zorgt dat er kennisuitwisseling plaatsvindt tussen de verschillende pilots en dat er ‘lessons learned’ gebundeld worden. De pilots verzamelen bovendien allemaal een vaste set aan gegevens. Dat kan bruikbare informatie opleveren over de aard, omvang en context van de groep kwetsbare personen. Peters: ‘Doordat de pilots verschillend zijn ingericht, vanwege dat maatwerk per regio, kunnen we “lessons learned” verzamelen die een steeds beter beeld zullen geven op de vraag op welke manier een meldpunt efficiënt en doelmatig ingericht kan worden. Die kennis delen we vervolgens met de rest van het land zodat we met elkaar kunnen werken aan een echt sluitende aanpak rondom mensen met verward gedrag.’