Van Rijn bepleit dat praktische Europese samenwerking hard nodig is om dementie succesvol te bestrijden. Daarbij is, naast niet aflatend onderzoek naar de oorzaken en eventuele genezing van de hersenaandoening, extra aandacht nodig voor de mensen met dementie.
Wetenschappelijk onderzoek
Van Rijn: ‘We blijven vol inzetten op wetenschappelijk onderzoek naar dementie. Zolang het echter niet mogelijk is van dementie te genezen, moeten we zo veel mogelijk oog hebben voor mensen met dementie. Die wonen meestal thuis, in ons midden. In andere Europese landen misschien nog wel meer dan bij ons. Hoewel situaties in Europa kunnen verschillen, staan we met gebundelde krachten echt een stuk sterker tegenover deze afschuwelijke aandoening dan ieder land voor zich.’
Samen dementievriendelijk
Om het begrip voor en besef van dementie te vergroten is in Nederland de campagne ‘Samen dementievriendelijk’ gestart. In Engeland en Denemarken zijn vergelijkbare initiatieven gestart en ook Malta gaat hiermee beginnen. Andere landen, zoals Slowakijke, volgen volgens het ministerie van VWS met belangstelling. Van Rijn: ‘Het streven van de campagne in Nederland is dat een miljoen mensen binnen vijf jaar beter bekend raken met dementie en dat toepassen in hun baan en bestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan familieleden, winkelpersoneel of buschauffeurs.’
Mensen met dementie kunnen soms nare gebeurtenissen erg moeilijk verwerken. Moet je de cliënt steeds weer vertellen dat ze haar dochter heeft verloren als ze ernaar vraagt? Lees meer >>
Fietsenmaker
Tijdens zijn toespraak benoemde de staatssecretaris een aantal casussen waaruit dementievriendelijkheid blijkt. ‘In een stad in Nederland is fietsenmaker gevestigd in een klein winkelcentrum. Iedere week komt dezelfde oude man de winkel binnen om een nieuwe fiets te kopen. Iedere week helpt de eigenaar van de winkel de oude man om een fiets uit te zoeken, waarvoor hij nooit betaalt. Met zijn nieuwe fiets verlaat de oude man de winkel en eenmaal thuis zet hij hem in zijn schuur. De volgende ochtend haalt zijn zoon de fiets uit de schuur en brengt hem terug naar de fietsenmaker. Hij lacht naar de eigenaar en zegt: “Tot volgende week.” De oude man, die lijdt aan dementie, vergeet altijd dat het niet nodig is een nieuwe fiets te kopen en zijn zoon en de fietsenmaker hebben een manier gevonden om hiermee om te gaan.’
Van elkaar leren
Volgens de staatssecretaris is dit een goed voorbeeld van dementievriendelijkheid. En er zijn vele andere voorbeelden te noemen. ‘Of dit nou voorbeelden op grote of kleine schaal zijn, door ze met elkaar te delen, kunnen we ervan leren. Zo kunnen we samen een manier vinden om met dementie om te gaan.’
Thuis wonen
Van Rijn benadrukte dat het voor hem van belang is dat mensen met dementie zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. ‘Ondanks dat we goede verzorgingshuizen hebben, wil iedereen zo lang mogelijk in zijn eigen huis en omgeving blijven. En de dingen doen die hij gewend is te doen. Op bezoek bij een vriend in de straat, naar de lokale kroeg voor een kop koffie of een glas wijn en vervolgens met familie naar het park. Dit zijn kleine voorbeelden, maar ze zijn heel waardevol om een waardig leven te leiden. De dag dat ik mijn eigen moeder naar een verzorgingshuis moest brengen, was de meest trieste dag van mijn leven. Zij en mijn vader konden niet meer samenzijn.
Cijfers
Op dit moment leven ongeveer 260.000 mensen met dementie in Nederland. Dat aantal stijgt volgens verwachting naar 400.000 mensen in 2050 omdat Nederland meer senioren krijgt die ook nog eens steeds ouder worden. Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op dementie toe. Mensen leven gemiddeld acht jaar met dementie: zes jaar thuis en twee jaar in een zorginstelling.
