Welzijn Nieuwe Stijl moet vorm krijgen aan de hand van acht bakens. De professional moet vraaggericht te werk gaan, de burger actief benaderen en uitgaan van diens eigen kracht. Ook moet de professional inzetten op collectieve welzijnsarrangementen, moet de samenwerking tussen informele en formele zorg beter en – zo is het doel – gaan organisaties integraal en resultaatgericht te werk. Op die manier ontstaat meer ruimte voor de professional om vanuit kennis en ervaring te handelen, zo is het idee.
Vraaggericht
Jillis Kors, opbouwwerker bij Travers Welzijn in Zwolle, klinken de acht bakens van Welzijn Nieuwe Stijl bekend in de oren. ‘Binnen mijn organisatie zijn we op beleids- en uitvoerend niveau alles eens nagegaan. Bepaalde punten zijn ons niet vreemd. Zo werken we al jaren vraaggericht. Dat was al zo bij het wijkgericht werken. Toen kwam de Wmo en vervolgens de Participatiewet.’
Prestatie
‘De gemeente Zwolle heeft Welzijn Nieuwe Stijl nog niet helemaal geïmplementeerd’, vindt Kors. ‘Het is dus nog afwachten voor het welzijnswerk hoe bakens als “resultaatgericht werken” vorm krijgen. Bij dit aandachtspunt is het aan de gemeente om opdrachten te formuleren in termen van prestatie en resultaat en hoe zij het welzijnswerk daar vervolgens op afrekenen.’
Soepel
Kors heeft in meerdere steden als opbouwwerker gewerkt. ‘Ik moet zeggen dat de samenwerking met de gemeente Zwolle een goed voorbeeld is. Die verloopt soepel. Er is een wijkmanager en een wijkwethouder, en die hebben overleg. De wethouder laat de praktische beslissingen bij de mensen in het veld. Daarmee kunnen de welzijnswerkers goed uit de voeten.’
Belasting
Toch blijven er bij sommige bakens dilemma’s bestaan, vindt de opbouwwerker. ‘Vooral bij het punt “eigen kracht” komen we wel eens voor problemen te staan. Laatst nog bij een discussie over een dierenweide. Wijkbewoners wilden die graag houden. Maar toen ik vroeg om eigen inzet, wilden ze niets doen. Toen werd het: “Hoezo, we betalen toch belasting?” Of zeggen: “We kunnen niets doen, want als we vrijwilligerswerk doen wordt onze uitkering gekort”.’
Gelukkig
Een ‘Nieuwe Stijl’ is vooral merkbaar wanneer Kors werk doet buiten zijn oorspronkelijke takenpakket. Als opbouwwerker moet hij wijkbewoners met een zorgvraag doorverwijzen. ‘Meestal naar het Wmo-loket of het maatschappelijk werk’, vertelt hij. Met Welzijn Nieuwe Stijl kan ik in bepaalde situaties veel meer zelf bepalen wat het beste is. Soms kan het zo zijn dat een bewoner helemaal niet gelukkiger wordt van professionele zorg.’
Kleine buurt
‘Burgers vinden het heel prettig als de professional meer mag regelen’, vervolgt Kors. ‘Nu werk ik in een relatief kleine buurt. Maar wat als je in een grotere wijk werkt waar veel meer huishoudens een beroep op je doen? Dan trek je het niet. Daar moet je wel alert op zijn.’ Bovendien moet de professional heel goed op de hoogte zijn van de sociale kaart, vindt Kors. ‘Omdat je meer moet samenwerken, moet je alle namen en lijntjes kennen.’
Op 14 oktober 2010 organiseert Zorg + Welzijn samen met directeurenvereniging Verdiwel voor de 9de keer het Welzijnsdebat ‘Eigen kracht, sociale stijging en de nieuwe professional’ .
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.