Geen beleid is goed beleid. Dat is de sfeer die uit de
verschillende begrotingen die betrekking hebben op de sector zorg en welzijn
naar voren komt. De begrotingen bevatten vooral veel oproepen aan de samenleving
om meer eigen verantwoordelijkheid te nemen. ‘Niet de overheid en regels staan
centraal, maar de eigen verantwoordelijkheid van mensen en organisaties,’ zo
stelt de Beleidsagenda 2003 van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport. Zo moeten zorgverzekeraars hun verantwoordelijkheid nemen door als
inkoper en regisseur van zorg te fungeren. Ze moeten op lokaal niveau afspraken
maken over volume, prijs en kwaliteit. Voor de totstandkoming van deze nieuwe
systematiek is tijd en geld nodig. Maar de opbrengsten van efficiencykortingen
en vermindering van administratieve lasten die deze operatie op den duur moeten
opleveren, worden al op voorhand ingeboekt.
De burger dient ervan doordrongen te zijn dat hij niet nodeloos een
beroep op zorgvoorzieningen doet. Minister Bomhoff heeft de vraag van de patiënt
dan wel tot uitgangspunt gekozen, maar de groeiende zorgvraag zal waarschijnlijk
door de patiënt zelf moeten worden bekostigd. De minister heeft al aangekondigd
dat dit vanaf 2005 gaat gebeuren middels een verhoging van de eigen bijdrage en
een verkleining van het verzekeringspakket.
Ouderenvoorzieningen moeten samen met woningcorporaties en gemeenten
bekijken hoe ze het probleem van de ‘oude’ gebouwen met hoge kapitaallasten
aanpakken. Maar de achthonderd miljoen die volgens de ouderenzorgkoepel Arcares
daarvoor nodig is, komt er niet. De instellingen moeten maar samen met
woningcorporaties en gemeenten zien hoe ze dit probleem oplossen.
Efficiënt
De gemeenten krijgen heel wat op hun bordje geschoven. Vanaf volgend
jaar zijn ze verantwoordelijk voor de reïntegratie van werkzoekenden op de
arbeidsmarkt. Daartoe krijgen ze een flexibel en vrij besteedbaar
reïntegratiebudget. En het kabinet gaat bekijken in hoeverre gemeenten maximaal
verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de bijstand. Vooruitlopend daarop
incasseert het kabinet echter al direct de te verwachten winst van die
decentralisatie. Nog voordat gemeenten maar een cent aan reïntegratiebudget of
bijstandsbudget hebben ontvangen weet het kabinet al dat dit een bezuiniging van
850 miljoen euro op het totaal van de huidige reïntegratiebudgetten en van 250
miljoen euro op de bijstand gaat opleveren. De besparing op de
reïntegratiebudgetten komt voor tachtig procent voor rekening van de gemeenten.
Daarnaast krijgen de gemeenten vanaf volgend jaar ook nog eens de
verantwoordelijkheid voor de jeugdgezondheidszorg op hun bordje geschoven.
Ook de maatschappelijke opvang ziet zich geconfronteerd met een reeks
eisen. Er moet meer opvang van zwerfjongeren komen en er moet meer worden gedaan
aan preventie en nazorg. Het kabinet stelt daarvoor echter geen extra geld, maar
uitsluitend een ‘onderzoek naar de kostenstructuur’ in het vooruitzicht. Ook
hier moeten de benodigde euro’s uit efficiënter en effectiever werken
komen.
Hetzelfde geldt bij de naschoolse en tussenschoolse opvang en de
tieneropvang. VWS erkent het belang van deze voorzieningen bij het voorkomen van
achterstanden en de rol van deze instellingen om het combineren van arbeid en
zorg beter mogelijk te maken, maar trekt ook daar vooralsnog geen extra budget
voor uit.
Of het nu om de beleidsvoornemens van Justitie, Binnenlandse Zaken, VWS
of Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat, in alle begrotingen neemt het
onderwerp veiligheid een grote plaats in. En alle ministeries roepen de
instellingen die onder hun hoede vallen op om vooral meer aan preventie te doen.
Het geld dat wordt uitgetrokken voor intensivering van het veiligheidsbeleid
gaat echter rechtstreeks richting meer politietaken, meer straffen, meer cellen.
Verademing
Het zou echter geen recht doen aan de beleidsvoornemens van het kabinet
alles uitsluitend als kommer en kwel af te schilderen. Veel zorginstellingen
zien het als een verademing dat er minder nadruk op regelgeving komt te liggen
en dat de bureaucratie wordt verminderd. Een betere samenwerking tussen
instanties, bijvoorbeeld op het gebied van jeugdzorg en in de
jeugdhulpverlening, is zeker nodig. De mogelijkheid voor maatschappelijke
organisaties om zich meer als maatschappelijk ondernemer op te stellen, komt
tegemoet aan de wens van vele instellingen. Het decentraliseren van
reïntegratieactiviteiten naar gemeenten valt goed bij welzijnsinstellingen. Zij
hebben de mogelijkheid rechtstreeks met hun belangrijkste financiers te
onderhandelen over de diensten die zij daarbij kunnen leveren.
Of de kabinetsplannen daadwerkelijk zullen leiden tot minder bureaucratie
en de daarmee gepaard gaande kostenbesparingen, daarover zijn de meningen
verdeeld.
Dat het kabinet instellingen in de sectoren zorg en welzijn oproept
meer aandacht te besteden aan het resultaat van hun interventies, daar is op
zich niks mis mee. Dat geldt ook over de verantwoording die ze moeten afleggen
voor de balans tussen kosten en baten. Het kabinet zou er echter goed aan doen
zich te realiseren dat de kosten voor de baat uitgaan, en niet omgekeerd./Eric
de Kluis