Door Alexandra Sweers – Crista Vonkeman is lid van de Raad van Bestuur van Disck groep Rotterdam. Deze groep van vijf werkmaatschappijen biedt activiteiten en voorzieningen in Rotterdam op het terrein van peuterspeelzalen en kinderopvang, sociaal cultureel werk en cultuur en activering. Vonkeman zal tijdens het Welzijnsdebat 2008 op 13 november enkele praktijksituaties presenteren van moraliseren en de Meldcode Huiselijk Geweld.
Moraliserend
Wanneer bijvoorbeeld een peuterleidster vermoedt dat een kind of moeder thuis geslagen wordt, is het heel lastig om de stap te nemen dit ook te melden. Vonkeman: ‘Natuurlijk is het moraliserend, want als beroepskracht vind je iets van een private situatie. Ook al lijkt het jou niet aan te gaan.’ De Meldcode, die door zo veel mogelijk welzijnsorganisaties en onderwijsinstellingen wordt ondertekend, verplicht de medewerkers melding te doen van een dergelijke situatie.
Aanspreekpunt
Wanneer een organisatie de Meldcode ondertekent, is het de vraag hoe je de code implementeert. Het is niet de bedoeling dat alle professionals zelf bij het meldpunt aan de bel trekken, stelt Vonkeman. ‘Straks krijgen we duizenden meldingen binnen. Dat zou een onmogelijke situatie worden. Voor de professionals is het belangrijk dat zij binnen de organisatie een aanspreekpunt vinden waar zij hun vermoedens kunnen bespreken in een professionele omgeving.’ Binnen de Disck Groep is het zo geregeld dat alleen de directeuren van de werkmaatschappijen melding doen.
Privacy
De Meldcode gaat er in principe vanuit dat de vermoedens eerst besproken worden met de betrokken persoon. ‘Daar is training en scholing voor nodig. Ook moet de veiligheid van de beroepskracht en de cliënt gewaarborgd worden. Op dat gebied moet er nog veel gebeuren in Nederland. Veel instellingen vragen zich soms af of ze er wel aan mee moeten doen in verband met de privacy van de cliënten.’ Begrijpelijk, vindt Vonkeman, aangezien de professional behoorlijk in conflict kan raken met het beroepsgeheim.
Maasmeisje
Het is niet de bedoeling dat er een klikmaatschappij ontstaat, maar we kunnen wel van professionals vragen om iets te doen met hun kennis, stelt Vonkeman. ‘We hebben van het Maasmeisje en Savanna geleerd dat wanneer vermoedens blijven hangen, het behoorlijk fout kan aflopen. Er is veel te veel geweld in Nederland. Een op de zes mensen heeft een geweldsituatie van dichtbij meegemaakt. Daar moet een einde aan komen.’