Vooral de gemeente Den Haag heeft te maken met een groot aantal
Polen, Roemenen en Bulgaren dat in het nabije regio werk zoekt in de kassen of
in de bouw. ‘Den Haag telt zo’n 20.000 tot 30.000 MOE-landers, maar heeft
daarvoor te weinig woningen’, zegt Veldhuijsen. Huisvesting is niet het enige
probleem als het gaat om deze migranten. Overlast als gevolg van te veel
bewoners in één woning, de daklozenopvang ziet het aantal mensen uit Midden- en
Oost-Europa groeien, de GGD wordt geconfronteerd met de alcohol- en
drugsproblematiek, malafide uitzendbureaus laten deze mensen onder het
minimumloon werken en laten hen te veel betalen voor huisvesting.
Regels
Ook de maatschappelijke organisaties hebben aan de
MOE-landers een heel nieuwe doelgroep, stelt Veldhuijsen. ‘Deze mensen zijn
niet verplicht tot inburgering, dus moeten op een andere manier benaderd worden
om de Nederlandse taal te leren. Opbouwwerkers krijgen te maken met een steeds
wisselende groep van nieuwe bewoners in de wijk waar de sociale cohesie soms al onder druk
staat. De huisvesting van te veel MOE-landers in gezinswoningen zorgt voor
overlast in de wijk.’ Het is volgens Veldhuijsen belangrijk om ook voor hele
basale dingen te zorgen, bijvoorbeeld dat deze mensen de regels leren kennen.
‘Simpele regels als wanneer ze het vuil buiten moeten zetten, of dat het niet
goed is om zes uur ’s ochtends al toeterend naar je werk te rijden. Maar ook is
het belangrijk dat ze op het juiste moment naar de huisarts gaan, kortom het
mogelijk maken te integreren en hen te wijzen op de voorzieningen.’
Kwetsbare groep
De MOE-landers zijn volgens Veldhuijsen op te delen in een
aantal groepen. ‘De wat oudere arbeidsmigranten die hier kort verblijven en
weer vertrekken als er geen werk is. De jongere MOE-landers zien hier in
Nederland betere ontplooiingsmogelijkheden en blijven hier langer of willen
zich hier vestigen.’ Een deel daarvan weet zich te redden, leert de taal en
vindt een plek om te wonen, legt Veldhuijsen uit. Maar er is ook groep die in
een kwetsbare positie terecht komt. ‘Dat zijn vaak de mensen die via uitzendbureaus
hier komen. Die bureaus regelen alles voor hen: huisvesting, verzekeringen,
vervoer naar het werk. Wanneer er dan geen werk meer is, zijn deze mensen alles
kwijt en weten ze niet wat ze moeten doen.’
Samenspel
Deze week kwamen verschillende betrokken partijen –de gemeente, uitzendbureaus,
maatschappelijke organisaties – bij elkaar om tot een betere samenwerking te
komen en zo de problemen terug te dringen. Veldhuijsen heeft de
Olympiade-methode geïntroduceerd tijdens de bijeenkomst. Dit is een model voor gezamenlijk overleg waarbij er een
samenspel ontstaat in plaats van tegenwerking bij de behandeling van
maatschappelijke knelpunten.
Malafide
Er bestaan veel tegenstrijdigheden bij alle partijen. ‘De woongemeenten vinden
heel zwart wit gezegd dat zij de lasten hebben – de woonproblematiek en
overlast – terwijl de werkgemeenten van de arbeidsmigratie profiteren. Veel
uitzendbureaus hebben een slecht imago door malafide praktijken, en ze hebben
te maken met meerdere gemeenten die verschillende regels hebben voor
bijvoorbeeld het inschrijven in het GBA. De woningcorporaties vinden het bovendien
lastig om met zoveel starters die geen woning kunnen vinden wel huisvesting
voor MOE-landers te organiseren.’
Natuurlijk is met een conferentie de problematiek niet
zomaar opgelost, stelt Veldhuijsen. ‘Het zou goed zijn om de ontwikkeling van
MOE-landers te monitoren. Waar wonen ze, gaan de kinderen naar school. Als dit
systematisch wordt opgezet, kunnen alle partijen kennis met elkaar delen.’
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier
voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer
achtergronden en opinies, neem hier een
abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: ANP/Foto: ANP/Koen Suyk
Het is allemaal goed en wel dat hun geholpen worden, maar wanneer kijkt men naar het Nederlandse volk om die het ook moeilijk hebben en moe zijn van al die handhavingen!!
Neem het voorbeeld van de Indische Nederlander, die hebben zelf alles geregeld in ook een moeilijke tijd en neem dit als voorbeeld.
Nederland moet ooit eens wakker worden dat deze MOE mensen geen kinderen zijn, het zijn volwassen mensen en moeten ook hun initiatieven nemen en niet zeuren dat anderen hun moeten helpen.
Wij Indische Nederlanders hebben het zelf moeten doen en niemand hielp ons over!!!
Dus beste overheden laten die MOE mensen maar hun initiatieven zelf in handen nemen.
Met gevoelens voor het Nederlandse Volk die ook in een moeilijk pakket zit!
Goed artikel over een boeiend onderwerp, dat zeker aandacht nodig heeft en samenspraak met allerlei betrokken organisaties. Zeker ook met vertegenwoordigers van deze mensen zelf overigens!
Waar ik voor pleit is dat er bij de discussies over deze arbeidsmigranten uit Midden en Oost Europa zorgvuldige andacht is voor de beeldvorming. Deze mensen komen hier vaak op uitnodiging van onze bedrijven en hebben een erg belangrijke en nuttige economische functie. Sociaal-maatschappelijk levert dit echter wel eens problemen op, zoals ook uit het artikel blijkt.
Deze problemen moet je bespreken met elkaar en tegelijkertijd moet je oppassen dat in de beeldvorming de problemen niet de overhand gaan krijgen, zodat deze groep een negatief stempel krijgt.
Zorgvuldige communicatie is daarom belangrijk. En om deze groep dan collectief aan te gaan duiden als MOE-landers is niet erg slim. Beleidsmakers en wetenschappers zijn gek op afkortingen in hun rapporten, maar daarbij wordt meestal niet nagedacht over de communicatieve lading. ‘De afkorting MOE-landers kom je de laatste tijd ook al in de media tegen en gaat een eigen leven lijden. En zeg nu zelf: van het woord MOE-lander krijg je bepaald geen vrolijk gevoel; je wordt er eerder …. van. Zoek en vervang!