Door Esther van Andel – Die reactie geeft Wiel Janssen, bestuurslid van brancheorganisatie
MOgroep Jeugdzorg, op de invoering van de zogeheten doorzettingsmacht van burgemeesters. Het kabinet neemt naar verwachting vrijdag een besluit hierover, schrijft De Telegraaf.
Doorzettingsmacht
Met de doorzettingsmacht kunnen burgemeesters hulpverleningsinstanties met spoed oproepen om direct te handelen bij gezinnen in een crisissituatie. Dit om escalaties te voorkomen. In het uiterste geval kunnen burgemeesters asociale gezinnen uit een wijk zetten.
Totale ingreep
‘We hebben geen reden om ons tegen de nieuwe macht van burgemeesters te verzetten’, zegt Janssen. ‘Burgemeesters kunnen een totale integrale ingreep doen bij crisissituaties. Het gaat dus niet alleen om de zorg aan kinderen, maar ook om de inzet van maatschappelijk werkers of politiemensen bij een uitzetting. Dat gaat de macht van de bureaus jeugdzorg te boven.’
Regierol
Aanleiding voor de invoering van deze macht zijn diverse dramatische incidenten de afgelopen jaren waarbij instanties in de jeugdzorg langs elkaar heen werkten of zelfs verzuimden in te grijpen. Te denken valt aan het ‘Maasmeisje’ en ‘Savannah’. Het ontbrak daarbij aan een sturende regierol.
Amsterdam: twee regisseurs
Volgens Janssen heeft Amsterdam daar een goede oplossing voor gevonden: hier wordt gewerkt met twee regisseurs. ‘Bij crises in multiprobleemgezinnen heeft de jeugdzorg de regie over de zorgkant, bijvoorbeeld over het maatschappelijk werk, geestelijke gezondheidszorg en alle andere betrokkenen. De gemeente heeft de regie over de ‘harde kanten’, zoals de uithuisplaatsing of schuldsanering. Komen zij er onderling niet uit, dan hakt de burgemeester – in dit geval Cohen – knopen door. Hij heeft het recht van initiatief’, zegt Janssen.
Kritiek
De enige kritiek die Janssen namens de bureaus jeugdzorg heeft is dat zij zelf in staat zijn om beslissingen te nemen bij crisisinterventies. ‘We hebben korte lijnen met de rechterlijke macht. Het is ons tot nu toe altijd gelukt om binnen een aantal uren uithuisplaatsingen te doen’, zegt Janssen.
Anderen de dupe
De doorzettingsmacht zet bestaande procedures opzij. Maar de kans dat gezinnen die nu hulpverlening krijgen daar de dupe van worden, acht Janssen klein. ‘Dergelijke interventies komen een keer in de twee jaar voor. Ook andere betrokkenen, zoals maatschappelijk werkers en politiemensen, verwachten dat. We kunnen ervan uitgaan dat bureaus jeugdzorg de burgemeester in de meeste gevallen voor zijn.’ Met de doorzettingsmacht is het echter niet de bedoeling dat burgemeesters op de stoel van zorginstellingen gaan zitten.
