‘Dat er meer geld nodig is, kunnen we aantonen met de nieuwe cijfers van januari over de wachtlijsten in de jeugdzorg,’ stelt voorzitter Hans Nieukerke van de MOgroep, de brancheorganisaties in de jeugdzorg. Op die lijsten reikt de teller bijna tot 6000. Nieukerke vindt het dringend nodig dat de staatssecretaris, de provincies en de brancheorganisatie om de tafel gaan zitten om gerichte afspraken te maken over hoe het extra geld voor de jeugdzorg in te zetten.

‘Wij hebben geen enkel zicht op wat de provincies van plan zijn met het geld. Er is meer sturing nodig van de investeringen in de jeugdzorg. Wij zijn voorstander van een overgang van subsidies van de overheid naar contracten, waarin productieafspraken staan en prioriteiten aangegeven kunnen worden,’ aldus Nieukerke.
De ruim zeventig miljoen euro die staatssecretaris Ross dit jaar aan de jeugdzorg heeft toegezegd – 40 miljoen voor de groei van de wachtlijsten plus 33 miljoen structureel extra geld – is onvoldoende. De MOgroep heeft al vorige zomer berekend dat er minimaal 105 miljoen nodig is om de wachtlijsten op te lossen.

De staatssecretaris reageerde vorige week verbaasd op aantijging van Wiel Jansen, directeur bureau jeugdzorg Amsterdam, dat de staatssecretaris ‘de situatie in de jeugdzorg niet kent.’ Jansen zei in Amsterdam 10 miljoen nodig te hebben om de wachtlijsten op te lossen. ‘We kunnen dit jaar rekenen op twee miljoen.’
Staatssecretaris Ross repliceerde dat ‘een flinke portie geld richting jeugdzorg komt,’ zij wees op de ruim zeventig miljoen extra geld, dat landelijk over vijftien provincies wordt verdeeld. Ross suggereerde dat de jeugdzorg ook eens moest kijken hoe de middelen het beste verdeeld kunnen worden en dat efficiënter werken ook geld oplevert.

MOgroep-voorzitter Nieukerke werpt tegen dat de wachtlijsten alleen maar groeien. Een verklaring zoekt hij onder meer in de groeiende overlastproblemen van jongeren: ‘Als die kinderen geholpen moeten worden , moeten ze wel ergens naar toe kunnen. Verder zie je dat hulpverleners kinderen eerder aanmelden voor hulp. Dat komt voort uit een soort risicomijdend gedrag na de nare gebeurtenissen met vermoorde kinderen.’
Het probleem is volgens Nieukerke dat de besteding van het geld voor de jeugdzorg door de provincies niet doorzichtig is. ‘Iedere provincie heeft haar eigen verantwoordelijkheid en eigen prioriteiten. Het zou beter zijn volgens contracten afspraken te maken, dan is duidelijk waar het geld naar toe gaat en kunnen we prioriteiten aanbrengen.’ De voorzitter van de MOgroep gaat niet mee in de wens van enkele gemeenten om de verantwoordelijkheid én het geld voor de jeugdzorg binnen te halen. ‘Er zijn vijfhonderd gemeenten in dit land. Sommigen zouden dat misschien goed kunnen, maar gemeenten krijgen nu al de verantwoordelijkheid voor de Wet maatschappelijke ondersteuning. En dan ook de jeugdzorg nog erbij?’