Het is zondag, half december, en het is feest voor de Marokkaanse vrouwen.

Dat feest houdt in: samen aan tafel zitten met stapels zelfgemaakte hapjes en

grote kannen muntthee. Veel praten en veel lachen en misschien nog wat dansen.

‘Hoe was de yogales?’ vraagt Helga Spel, projectcoördinator van De

Ontmoeting. ‘Ja goed, echt goed!’ roepen de vrouwen. ‘Heel goed tegen de

stress.’

Het leven van deze vrouwen is niet makkelijk. Ze hebben vaak problemen met

hun kinderen of hun man, worstelen met geldgebrek, of hun woning is niet goed.

De meesten wonen in de Diamantbuurt, waar ze op straat nogal eens onvriendelijk

worden bejegend. Samenkomen in De Ontmoeting is vreselijk belangrijk voor hen.

Ze vinden er steun bij elkaar, gezelschap, ze kunnen praten over hun problemen

en lachen om zich af te reageren.

Oosterse sfeer

In het centrum De Ontmoeting zoeken zeven groepen allochtone ouderen elkaar

wekelijks, op vaste dagen op. Het centrum, opgezet door de Amsterdamse

welzijnsorganisatie Combiwel samen met zorgcentrum Tabitha, ligt in de

Amsterdamse wijk De Pijp.

Er komen groepen Italianen, Turken, Marokkaanse vrouwen, Marokkaanse

mannen, Latino’s, Chinezen en Surinamers. De Ontmoeting bestaat uit een

eenvoudige ruimte van tien bij zes meter, die met tafels en stoelen naar eigen

inzicht kan worden ingericht.

De zitmeubelen langs de muren komen uit Marokko en geven het geheel een

oosterse sfeer. Verder is er een kleine open keuken, waar de groepen hun

favoriete maaltijden kunnen koken. En dat doen ze dan ook geregeld.De

gebruikers moeten zo veel mogelijk alles zelf organiseren. Activiteiten voor

ontspanning maar ook voor informatie, advies of educatie.

Projectcoördinator Helga Spel helpt ze daarbij op weg. ‘De Marokkaanse

groep is nog niet zo zelfstandig. Ik heb onlangs informatiemiddagen

georganiseerd over omgaan met geld en over de Wet Maatschappelijke

Ondersteuning. Maar er zijn drie vrouwen in de groep die steeds meer zelf

organiseren.’

Het gehele artikel is te lezen in Zorg + Welzijn Magazine 1,

januari 2007. Drie maanden na publicatie wordt het op de website geplaatst.