‘Ik ben erg teleurgesteld in de hulpverlening,’ zegt
een jonge vrouw. De Multiloog-bijeenkomst is al een klein half uur aan de gang.
‘Ik was zwaar depressief en kwam bij een psychiater terecht. Ik voelde niet dat
er ruimte was voor mijn verhaal. Ik had het idee dat hij mij niet begreep. De
psychiater was heel praktisch ingesteld en richtte zich erg op het nú zonder dat
hij mij vroeg naar mijn verleden. Terwijl mijn verleden toch echt genoeg was om
gek van te worden.’
De vrouw is zichtbaar verbolgen over de manier waarop zij ooit werd
behandeld. Ze zit met een aantal andere mensen aan een grote blanken houten
tafel. De deelnemers luisteren aandachtig naar het verhaal van de vrouw.
Sommigen knikken instemmend. ‘Ik wilde mijn verhaal kwijt, maar ik wilde ook
informatie over wat ik had. Ik had graag gehad dat die psychiater tegen mij had
gezegd: u bent als kind mishandeld en dat heeft een aantal ernstige dingen tot
gevolg. Ik had behoefte aan erkenning. Die psychiater heeft vast z’n best
gedaan, maar hij heeft mij niet begrepen omdat hij niet luisterde naar wat voor
mij belangrijk was.’
Trialoog
In buurtcentrum ‘De Waterval’ in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt wordt
vanavond voornamelijk gesproken over dat er zo slecht wordt geluisterd naar
mensen met psychische problemen. Begeleiders van de avond Heinz Mölders en Kees
Onderwater hebben het onderwerp niet van te voren voorbereid. Het thema ontstaat
tijdens de avond.
Vanavond zijn er dertien deelnemers. Er zijn ouders van psychotische
kinderen, hulpverleners, een psychiater en ex-psychiatrische patiënten. Met de
samenkomst van mensen met verschillende invalshoeken wordt er bij iedereen een
beroep gedaan op het inlevingsvermogen. Bijzonder van de Multiloog is dat je
anoniem de bijeenkomst kan bijwonen. Er wordt geen ‘rondje’ gehouden waarin
iedereen vertelt wie hij is. De samenstelling van de Multiloog is elke week weer
anders.
Mölders kwam op het idee voor de Multiloog-bijeenkomsten, die inmiddels
drie jaar op verschillende plaatsen in Nederland worden gehouden, toen hij op
een congres in Duitsland was over sociale psychiatrie. Het congres werd die keer
niet alleen voor en door vakbroeders gehouden, ook patiënten en hun familie
deden hun zegje op het congres.
Mölders: ‘Het was fantastisch om te zien hoe die mensen met elk hun eigen
invalshoek met elkaar in gesprek gingen. Het gesprek was een ‘trialoog’. Ik heb
me hierdoor laten inspireren en het uitgewerkt tot een multiloog. Hiermee komen
we toe aan iets waar de huidige hulpverlening niet altijd tijd voor heeft. Als
iemand zijn verhaal over zijn psychose vertelt, gaan wij heel goed naar de
inhoud van die psychose kijken. Mensen blijken behoefte te hebben om erover te
vertellen, maar bijvoorbeeld ouders vinden het ook vaak goed om te horen wat er
in hun kind omgaat. Aan de andere kant als de ouders hun verhaal vertellen, kan
het kind zich ook proberen te verplaatsen in de ouder. Dat werkt verhelderend.
Niemand weet wat het beste is, welke behandeling het meest aanslaat.
Maar de Multiloog kan door de vele invalshoeken mensen op andere ideeën en
gedachten brengen. Tegelijkertijd voelen mensen zich veilig, gelijkwaardig en
geaccepteerd. Respect voor elkaars verhaal staat hoog in het vaandel.’
Heinz Mölders merkt dat de deelnemers de Multiloog als positief ervaren:
‘Het is natuurlijk iets anders dan een lotgenotengroep waar iedereen,
bijvoorbeeld ouders van psychotische kinderen, dezelfde positie inneemt. Dat kan
ook heel heilzaam zijn, maar deze gesprekken houden in dat mensen zich ook
moeten inleven in de positie van een ander. Daarbij zijn deze bijeenkomsten geen
therapie, er is ook geen therapeut, iedereen is even deskundig. ‘
‘Wat ook prettig is voor de deelnemers is dat het buiten de geestelijke
gezondheidszorg valt. Mensen krijgen de gelegenheid om hun verhaal te vertellen,
aan de andere kant wordt ook gevraagd om heel nauwkeurig te luisteren. Voor dat
nauwkeurig luisteren is niet altijd tijd in de psychiatrie. Hoe meer je van
elkaar begrijpt, hoe beter je met elkaar kunt communiceren. Als bijvoorbeeld
iemand in een psychose zit, is diegene heel angstig. Zo’n patiënt voelt zich
ontzettend alleen en geïsoleerd. Maar dat isolement komt ook omdat hij geen
contact kan maken met mensen. Een belangrijke manier om met iemand contact te
krijgen in een psychose is om over de inhoud van zijn psychose te praten. Wat
ziet hij, wat hoort hij, wat gebeurt er met hem. Als je daar nauwkeurig naar
kijkt en goed met hem mee luistert, kan je contact krijgen. Daardoor zal hij
zich minder angstig voelen.’
Trauma’s en toekomst
De vrouw die vindt dat er beter geluisterd moet worden in de psychiatrie
kan duidelijk formuleren wat het contact met haar psychiater zo moeilijk maakte:
‘Ik moest het verleden laten rusten, terwijl het verleden is wat ik ben
geworden. Mijn verleden is mijn toekomst. Ik kon hem dat niet duidelijk maken,
waardoor het contact steeds frustrerender werd. Waarom kon hij niet kijken naar
wat voor mij belangrijk was?’
Een jongeman had al een paar keer iets gevraagd. Niemand kende echter
zijn naam. Terwijl hij reageert op de vrouw, zegt hij: ‘Ik ben psychiater.’ De
deelnemers zijn heel even stil. De psychiater gaat door. ‘Het is inderdaad niet
makkelijk om elkaar te begrijpen. Ik weet niet precies hoe problemen op iemands
leven ingrijpen. Dat wil ik graag horen. Alleen, ik ben een psychiater die aan
tijd gebonden is en ook aan de huidige visie. Er heerst onder psychiaters een
soort code dat je in het hier en nu moet spreken.’ Een vrouw reageert: ‘Als je
twintig jaar met trauma’s rondloopt waarvan je dat eigenlijk niet eens precies
weet, is dat voor mij heden en toekomst. Hoe ga ik om met trauma’s van lang
geleden die nog steeds aanwezig zijn? Dan kan je toch niet zeggen, we laten het
verleden rusten?’ De psychiater: ‘Heb je psychiaters weleens gezegd dat je je
onbegrepen voelde?’ De vrouw denkt na: ‘Voor mijn gevoel ben ik daar een jaar
mee bezig geweest.’
De psychiater vertelt dat hij als psychiater gebonden is aan regels: ‘Het
gaat erom dat ik een patiënt kan neerzetten. Wat is de gekte, wat is de
persoonlijkheid. Ik leer vraagtechnieken om achter “het verhaal” van de patiënt
te komen. Mij wordt het luisteren soms ook onmogelijk gemaakt. Protocollen,
modellen, tijdsdruk, afspraken en allerlei lijnen waar ik me aan moet houden. Ik
leef daardoor vaak in de veronderstelling dat ik mijn werk niet goed kan doen.
Als ik hier bij de Mulitloog zit, ben ik geen psychiater. Ik kan goed kijken en
luisteren. Ik leer dingen van jullie die ik weer in mijn werk gebruik.
Tegelijkertijd is het ook goed als de patiënt voor zichzelf opkomt en probeert
duidelijk te maken welk verhaal belangrijk is.’
De deelnemers knikken instemmend. Een dame met grijze haren in een
paardenstaart, valt de psychiater bij: ‘Ik ben net een opgepoetst ei. Aan de
buitenkant is er niets aan de hand, alleen durf ik niet voor mezelf op te
komen.’ De dame heeft het woord en kan niet meer ophouden. Ze kan mooi en
geestig vertellen. Mensen laten haar uitpraten. Op een gegeven moment zegt ze:
‘Waarom vertel ik dit eigenlijk. Wat was ook alweer de aanleiding?’ Ze
lacht, de anderen ook.
De avond begon ook met een lach en dat zette de toon. Begeleider Kees
Onderwater haalde aan het begin van de bijeenkomst het onderwerp van de vorige
keer aan: seksualiteit en religie. De dame, die later op de avond de psychiater
bijviel, haakte in op seksualiteit en vertelde haar associatie: ‘Als je bij mij
uit het raam kijkt, zie je een vijgenboom. De bladeren lijken net handen met
vingers. Maar sommige vingers zien eruit als een penis. De vijgen die ertussen
hangen, zijn net grote zaadballen.’ Er werd hartelijk gelachen. Toen de lach was
uitgestorven nam een moeder van een psychotisch zoon het onderwerp over en
vertelde dat haar psychotische zoon door medicijnen geen erectie kon krijgen.
Een ontroerend begin van een bijzondere gespreksgroep.
Openheid
Mölders is blij dat de avonden zo goed lopen. Soms komen er wel meer dan
vijfentwintig mensen op een avond. Iedereen is gelijkwaardig, iedereen heeft
evenveel recht om te praten. Of je nu psychiatrisch patiënt bent, hulpverlener
of een medewerker van en woningbouwvereniging. De psycholoog is dan wel
begeleider tijdens de Multiloog, hij leert zelf ook veel over anderen en over
zichzelf. ‘Op de eerste plaats ben ik geïnteresseerd in wat er in iemand omgaat,
maar ook wat er in mijzelf omgaat. Toen ik begon met Multiloog, heb ik de
openheid van de deelnemers als buitengewoon indrukwekkend ervaren. Ik leer van
al die mensen over mijn eigen leven.’
Een paar mensen luisteren alleen maar gedurende de avond. Ze zeggen
niets. Misschien praten zij een volgende keer. Niet iedereen wil praten. Het is
meer de ruimte die er is om je verhaal te doen. De avond loopt zoals zij lopen
moet. Er wordt gepraat, geluisterd en gelachen. De begeleiders proberen zo min
mogelijk het gesprek te sturen, maar grijpen af en toe heel voorzichtig in als
iemand te lang aan het woord is. De laatste tien minuten van de bijeenkomst gaat
over de avond zelf. Een vrouw zegt: ‘Ik ben blij dat er vandaag een psychiater
bij was. Ik merk dat hij heel erg zijn best doet in zijn werk, maar dat hij het
ook gebonden is aan regels.’ Een andere vrouw sluit de avond af: ‘Patiënten zijn
mensen, maar psychiaters ook.’/Adrienne van der Smagt