In een klein kamertje wordt de computer opgestart door
Betsy Damman, psychiatrisch verpleegkundige van de dagbehandeling. Langzaam
verschijnt er op het scherm een fotoalbum met een dichtgeslagen rode kaft. Op
deze manier wordt een bewoner niet meteen geconfronteerd met een plaatje. Zo
wordt voorkomen dat de oudere, waarvoor het programma bedoeld is, schrikt. Het
fotoalbum op het scherm is niet te onderscheiden van een echte. Met één klik op
de muis kan de activiteitenbegeleidster naast de oudere het fotoboek openen en
beginnen met de sessie. Zonnehuis Zwolle heeft drie groepen dementerende
ouderen. Er is één grote groep van vijftien bewoners, één van acht personen en
een kleine groep van twee à drie bewoners wat doorgaans het geval is. Ook kan er
individueel geoefend worden. Eén keer in de week wordt een half uurtje geoefend
met één of meerdere bewoners. Langer niet, anders zijn ze de concentratie kwijt.
Het multimediaprogramma ‘ik herinner mij’ is bedoeld als aanvulling op gewonere
activiteiten van het Zonnehuis, zoals het geheugenspel over de lente en
sjoelen.
Om aan het multimediaprogramma mee te kunnen doen moet een beginnend
dementerende over een redelijk goed gehoor en zicht beschikken. Damman: ‘Zwaar
demente mensen leven in hun eigen wereld. Een cd-rom zou ze alleen maar in de
war maken.’
De cd-rom bestaat uit de onderdelen realiteits- en oriëntatietraining
(rot) en het levensboek. Het verpleeghuis is nu alleen nog bezig met de rot.
Gedurende deze behandeling wordt het geheugen van de oudere getraind met simpele
oefeningen. Tijdens een oefening wordt gebruik gemaakt van vier dezelfde
onderwerpen in combinatie met beeld, tekst en geluid. Bij een foto van een koe
hoort bijvoorbeeld het bijbehorende geluid ‘moeee’. Ook is er een deel van een
spreekwoord weggelaten dat betrekking heeft op de koe. De bewoner moet het woord
zien te raden. Verder krijgt de oudere vier woorden te zien, zoals peer, banaan,
appel en sla, waarvan er één niet in het rijtje thuishoort. Volgens Damman slaat
het programma aan bij de ouderen. ‘Drie jaar geleden hebben we een onderzoek
gedaan met acht personen die een lichte vorm van dementie hadden. Daaruit bleek
dat ze het multimediaprogramma goed begrepen en goed konden volgen.’
Het Zonnehuis Zwolle en Beekbergen zijn twee van de zes Zonnehuizen die in
1996 begonnen zijn met het multimediaproject. De directeur van Zonnehuis
Beekbergen en de automatiseringsbranche brainstormden over hoe techniek en
demente ouderen samen konden gaan. Deze combinatie zou vele voordelen met zich
meebrengen. Damman: ‘Op deze manier hebben we beeld en geluid bij elkaar. Dit
kost minder tijd dan het afdraaien van een cassettebandje bij een foto.’
Overigens had het heel wat voeten in de aarde om het multimediaprogramma te
realiseren. ‘Het was heel moeilijk om tot een eenheid te komen met de it’ers die
het programma ontwikkelden. Zij hadden geen affiniteit met de zorg en begrepen
niet hoe een dementerend iemand denkt of voelt. Zo wilden wij bijvoorbeeld de
achtergrond rustig houden voor de bewoner, terwijl de ontwikkelaars van de
cd-rom moeite hadden om het uit te beelden.’
Bert Mulder, één van de drie initiatiefnemers, heeft een aantal
studenten van de Hogeschool voor de Kunsten gevraagd om mee te helpen met het
ontwikkelen van een basisprogramma. Vorig jaar is begonnen met het prototype.
Het programma zag er toen iets anders uit dan die van nu. Zo was het geluid
anders en goede of foute antwoorden werden in kleuren weergegeven. Op de
vernieuwde cd-rom wordt met behulp van een kort geluidje aangeduid of iets goed
of fout is. ‘Voor de begeleidsters is het wel even wennen, maar de bewoners zelf
weten niet dat het anders was.’
Levensverhalen
Wanneer een demente oudere een foto ziet uit het digitale album, komt
er vaak een heel verhaal bij hem naar boven. Zo begint een oudere bij een foto
over bonen te vertellen over zijn moestuin. Als het een beetje moeizaam gaat,
stelt de begeleidster vragen aan de oudere. Ze kan dan vragen of de bewoner ooit
een tuin heeft gehad. Een begeleidster kan er ook voor kiezen om alleen het
geluidenprogramma te doen in plaats van een combinatie van foto en geluid. ‘Het
is heel belangrijk voor het zelfvertrouwen van de ouderen om over vroeger te
praten,’ zegt Damman. ‘De ouderen beschouwen het activiteitenspel als een
middagje televisie kijken.’
Het gebruik van de cd-rom is heel gemakkelijk. De begeleidsters zijn
volgens Damman al bekend met computers en hoefden dus geen korte cursus te
volgen. Ze is erg tevreden met het programma. ‘Het ziet er mooi uit, het is
handig om mee te werken en de foto’s staan er centraal in. Bij ‘rot-extra’ is er
voor een begeleidster zelfs de mogelijkheid om materiaal toe te voegen. Voor een
bewoner die al zijn hele leven in Zwolle heeft gewoond, kunnen plaatjes over
Zwolle stimulerend voor het geheugen werken. Ook dialecten kunnen worden
ingevoerd op de cd-rom.’
Het tweede onderdeel van het programma – het levensboek, waarin foto’s uit
het familiealbum van de oudere worden opgenomen – wordt over een maand in
gebruik genomen. Per oudere heeft een begeleidster twee volle dagen nodig om de
foto’s samen te stellen. Damman: ‘Het gaat om foto’s vanaf de geboorte tot nu.
Broertjes, zusjes, vaders en moeders komen erin voor. Andere dingen die worden
geselecteerd zijn bijvoorbeeld een rijbewijs of wat voor eten ze lekker vonden.
Daarna scannen de begeleidsters de foto’s en zetten ze in het programma. Dit
alles gebeurt in overleg met de familie.’ De families hebben de verschillende
samengestelde levensverhalen nog niet gezien. ‘Ze hebben wel het oude programma
op de vorige open dag bekeken. Velen waren toen laaiend enthousiast. Er was
zelfs een vrouw bij die foto’s van haar man erin wilde, maar haar man was al ver
heen en kwam niet in aanmerking.’
Selectie
Foto’s moeten aan een aantal eisen voldoen, willen ze in een levensboek
worden opgenomen. ‘Allereerst moet de familie er toestemming voor geven,’ zegt
Damman. ‘Daarna wordt door een team bekeken of de persoon, naast een redelijk
zicht en gehoor, niet achterdochtig is en geen trauma’s heeft van de oorlog. Ze
mogen wel emoties tonen, maar het moet dan wel om prettige herinneringen gaan.’
Een psycholoog en een verpleegarts nemen vervolgens een beslissing of de persoon
geschikt is voor het levensboek. De familie haalt geschikt fotomateriaal en er
wordt overlegd welk geluid bij welke foto moet. ‘Wanneer de ouderen de foto’s op
het scherm terugzien, vragen ze meestal hoe ik aan die foto kom en of ze het al
terug hebben gekregen.’ Volgens Damman zijn er geen slechte ervaringen geweest
tijdens zo’n sessie. ‘Ze vinden het leuk om de foto’s terug te zien. Ik kan me
niet herinneren dat er iemand in paniek is geraakt of is geschrokken bij het
doornemen van de foto’s.’
‘Tijdens een sessie bewoog een begeleidster een paar keer met de
cursor,’ herinnert de psychiatrisch verpleegkundige zich. ‘De oudere naast haar
ging ineens met de hand voor het beeldscherm wapperen. Wat bleek, doordat de
cursor donker van kleur was, dacht de bewoner dat het een vlieg was. Hierna
hebben we de cursor lichter gemaakt.’
Tijdens een sessie met een grote groep worden alleen de rot-oefeningen
gedaan. Het levensboek is iets persoonlijks en alleen toegankelijk voor de
oudere en de begeleidster. De begeleidsters zoeken de foto’s uit. In de toekomst
wordt dit waarschijnlijk aan de familie overgelaten. Veel familieleden die nu de
ouderen opzoeken in een Zonnehuis hebben bijna niks te zeggen. Ze weten niet wat
hun familielid nog weet en voelen zich daardoor niet op hun gemak. Het samen
bekijken van foto’s kan stilte en ongemak wegnemen. ‘In het Zonnehuis in
Beekbergen is dit al gedaan. Na het selecteren van het beeldmateriaal ging een
zoon of dochter van de bewoner achter de computer in plaats van een
begeleidster.’
De cd-rom is sinds kort voor elk verpleeghuis beschikbaar. ‘Het is niet
alleen bedoeld voor beginnende dementerenden maar ook voor gehandicapten of
doven,’ vertelt Damman. ‘Voor dove mensen kan het geluid weggelaten worden zodat
de persoon zich alleen op het beeld richt. Taalspellen kunnen op deze manier
perfect gedaan worden.’