Toezicht Sociaal Domein (TSD) onderzoekt momenteel de herstelgerichte zorg en ondersteuning voor mensen met ggz-problematiek die een periode van verwardheid hebben doorgemaakt. Daarbij spelen verschillende domeinen een rol, van gezondheidszorg tot werk, wonen en justitie.
Structuur opbouwen
Na een periode van verward gedrag is het vaak moeilijk om een structuur op te bouwen in alle leefgebieden, schrijven de onderzoekers. ‘Daarom is het belangrijk dat er goede ondersteuning is. De zorg voor deze groep moet aansluiten op hun situatie, wensen en mogelijkheden. Ook is het van belang dat naasten worden betrokken.’
Om tot een samenhangende en resultaatgerichte zorg te kunnen komen, worden regionale en lokale partijen gestimuleerd om gezamenlijk te investeren in de aanpak, om deze zo te verbeteren. Ook worden de naasten betrokken. ‘Dit zou moeten leiden tot een lokale aanpak, gericht op de wijk’ schrijven de onderzoekers. Hier krijgt de inwoner de juiste zorg en ondersteuning.
Om dit voor elkaar te krijgen, worden er zo veel mogelijk organisaties betrokken uit verschillende domeinen. Daarnaast zijn er ervaringsdeskundigen die in het onderzoek worden betrokken, omdat zij goed weten wat er nodig is voor een integrale aanpak. Samen met het Toezicht op de Ambulante Ggz van de Inspectie G&J wordt het toezicht afgestemd.
Pilot
In vier gemeenten is de afgelopen jaren een pilot gestart die zich richtte op herstelgerichte ondersteuning in de weg naar dagbesteding. Daarbij lag de focus op de behoeften van zowel de cliënt als de professional. Uit het onderzoek blijkt onder meer dat er verschillende routes en een scala aan activiteiten nodig zijn, ‘omdat de doelgroep die via dagbesteding aan zijn herstel wil werken heel divers is. Denk aan verschillen in interesses en vaardigheden, maar ook in problematiek en de arbeidsgeschiedenis.’
Het is hierdoor lastig om deze middelen te laten aansluiten bij de situatie, de wensen en de mogelijkheden van de cliënt, blijkt uit het onderzoek. Een deel van het reguliere aanbod aan dagbesteding past vaak niet op het moment dat de cliënt intensieve begeleiding nodig heeft, zo luidt de conclusie. Hierdoor is er vooral ruimte nodig zodat professionals kunnen doen wat nodig is.
Ruimte
In de gemeente Velthoven was die ruimte er, en werd er volop gekeken naar de wensen en mogelijkheden van de doelgroep. Het aanbod is groot, maar wijzigt ook vaak, waardoor het voor professionals lastig was om het overzicht te houden. Ook loopt men soms tegen wettelijke regels aan die haaks staan op wat wenselijk is.
In de gemeenten Arnhem, Lelystad en Midden-Drenthe is het onderzoek in 2019 uitgebreid. De laatste twee hebben inmiddels hun eerste onderzoek afgerond. Midden-Drenthe concludeerde onder meer dat de samenwerking tussen de acute zorg en justitie een sterke samenhang heeft, meer dan wanneer er zorg nodig is vanuit een vrijwillig kader.
Overschatting
De professionals zijn positief over de ‘korte lijntjes’ die zijn ontstaan en de goede ervaringen met de Wmo-consulenten. TSD ziet verder wel risico’s op overschatting van de eigen kracht als kwetsbare mensen zelf hun hulp moeten organiseren. Zo kunnen eerdere inspanningen teniet worden gedaan. De gemeente heeft die groep nu nog niet goed in beeld, aldus een van de aanbevelingen die gedaan worden.
Om dit te voorkomen zou de cliënt eerder centraal moeten staan in het herstelproces, zo luidt een van de verbeterpunten. Ook moet er gezamenlijk geïnvesteerd worden in professionals die zich richten op het bouwen van een vertrouwensband en die meer expertise krijgen over de omgang met mensen met psychische problemen. Ook moet worden geïnventariseerd welke vorm van laagdrempelig aanbod er passend is in de buurt.