Amsterdam kent onmiskenbaar grote verschillen tussen arm en rijk en hierdoor wordt ongelijkheid bevorderd, aldus het rapport. Maar er is geen sprake van tweedeling van de stad. De stad moet af van termen als segregatie, “leven binnen en buiten de ring (A10)” en “de gedeelde stad”. Dit woordgebruik kan volgens de onderzoekers er juist toe leiden dat buurten als armoedig en achtergebleven worden gezien, terwijl daar geen reden voor is.
Afgescheiden
Dat schrijven de Adviesraad voor Diversiteit en Integratie (ADI) en Stad-Forum in een donderdag verschenen rapport in opdracht van wethouder Andrée van Es (diversiteit). Volgens de onderzoekers, die onafhankelijk van de gemeente werken, is in cijfers niet hard te maken dat substantiële groepen Amsterdammers of delen van Amsterdam structureel zijn afgescheiden van de rest van de stad. Ongelijkheid is er wel degelijk, maar niet zodanig dat van tweedeling kan worden gesproken.
Arme kant
De onderzoekers waarschuwen ervoor dat als iedereen blijft hameren op “buiten de ring” als de arme kant van de stad, mensen er ook zo naar gaan handelen. Met als gevolg dat “buiten de ring” armer wordt omdat mensen met hogere inkomens er niet meer willen wonen.
Bedreigingen
Niettemin zijn er wel degelijk risico’s die de samenhang in de hoofdstad bedreigen. Die spelen meer op het gebied van onderwijs, woningbouw, de arbeidsmarkt, gezondheidszorg en participatie. Zo doet de gemeente er volgens de onderzoekers goed aan om niet koop- en sociale huurwoningen verplicht te mengen. En moet ze zich bij schoolselecties meer richten op een goede mix tussen kansrijke en kansarme kinderen. Verder moet de gemeente Amsterdam zorgen dat jeugdwerklozen werkervaring kunnen opdoen en moet ze meer energie steken in politieke participatie.