De grijze golf slaat hard toe en dat noopt tot uitbreiding van het zorgaanbod. Per jaar komen er 15.000 mensen van 75 jaar en ouder bij. De verwachting is dat de productie in de ouderenzorg met 5,9 procent moet stijgen om de vergrijzing op te vangen. Daarvoor wordt vanaf 2003 structureel 475 miljoen euro extra beschikbaar gesteld. In 2004 nog eens 628 miljoen. Er wordt ingezet op verdere extramuralisering van de ouderenzorg: ouderen moeten ervoor kunnen kiezen langer zelfstandig te blijven wonen. Het zorgaanbod zal op die keuze afgestemd moeten worden door de instellingen, zegt het kabinet. De bewindslieden verwachten op dat gebied ook veel heil van de concurrentieprikkels, die verder doorgevoerd worden met als hoogtepunt: de invoering van het nieuwe zorgstelsel in 2006.
Te veel overhead
In schril contrast met het voornemen van het kabinet om meer zorg aan huis te stimuleren – onder andere door gebruik van het persoonsgebonden budget (pgb) – staat het besluit om de thuiszorg te korten. Het gaat om bezuinigingen op de instellingsbudgetten van 150 miljoen euro en korting op geld voor arbeidsmarktbeleid van 90 miljoen euro. Bij elkaar gaat het om een bezuiniging van 11,5 procent voor de thuiszorg, rekent de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg voor. Volgens staatssecretaris Clémence Ross zal de klant niet lijden onder die korting: ‘De thuiszorg kan veel kosteneffectiever werken. Er gaat veel geld zitten in de overhead.’ Daar moeten volgens de staatssecretaris ook de bezuinigingen worden gezocht, ‘Het mag zeker geen effect hebben op de kwaliteit van de thuiszorg.’
Bas van der Dungen van de Landelijke Vereniging voor Thuiszorg denk daar heel anders over. Hij is woedend: ‘We worden gestraft voor goed gedrag. We hebben met het extra geld de wachtlijsten weggewerkt en 20 procent meer mensen geholpen, het ziekteverzuim onder het personeel met 2 procent teruggebracht en nieuwe producten geïntroduceerd in de door het kabinet zo voorgestane ketenzorg. Dat gaat zo goed dat we nu onevenredig gekort worden.’ Volgens Van den Dungen zullen de gevolgen desastreus zijn. Voor de klanten, ‘We zullen veel minder mensen kunnen helpen en minder goed.’ Voor de partners: ‘De huisartsen zullen meer werk krijgen, mensen liggen langer in de dure ziekenhuisbedden.’ En voor de medewerkers: ‘Er zullen mensen uit moeten, eerder duizenden dan tientallen.’
Overigens worden ook middelen, waaronder 100 miljoen euro van het bezuinigde zorgvernieuwingsgeld, uitgetrokken voor de uitbreiding van de productie in de ouderenzorg. Arcares, de brancheorganisatie in de verpleging en verzorging, is verheugd over het extra geld voor uitbreiding. Maar er is geen geld voor betere zorg en de sector zal dus meer van hetzelfde doen, volgens Mariëlle Rompa, directeur van Arcares. In 2004 moet nog gewerkt worden met instellingsbudgetten die ternauwernood kostendekkend zijn.’
Arcares heeft inmiddels een plan ontvouwd om 45.000 verouderde verpleeghuisvoorzieningen (meerbedskamers) te vervangen voor wooneenheden met meer privacy en huiselijkheid. Verder moet de helft van de plaatsen in de verzorgingshuizen – 50.000 plaatsen – vervangen worden door moderne woonzorgcomplexen.
Marktwerking
Extra besparingen worden ook gerealiseerd door een verhoging van de eigen bijdrage voor AWBZ-zorg. Dat levert 180 miljoen euro op. Bij de stelselherziening in 2006 zal een zorgtoeslag geheven worden. Het antwoord op alle verdere geldvragen ligt besloten in de marktwerking, meent minister Hoogervorst. Concurrentie moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de zorg omhoog gaat (omdat zorgverzekeraars scherp gaan inkopen bij de instellingen) en dat de prijs omlaag gaat. Benchmarking, vergelijking van de prestaties van de instellingen ten opzichte van elkaar, wordt de komende jaren toegepast, zo stelden de VWS-bewindslieden. Daarvoor is een instrument ontwikkeld. Het doel is de ‘zorgmarkt doorzichtiger en een doelmatige zorginkoop mogelijk te maken.’
Mariëlle Rompa is niet overtuigd van het heil van de marktwerking: ‘De prijs kan omlaag als je veel aanbod van zorg hebt, maar dat zal, gelet op de wachtlijsten en de groeiende vraag, niet zo snel gebeuren. Verder kan de kwaliteit van de zorg omhoog als wij bijpassende tarieven mogen berekenen. Maar dat kan niet, want de tarieven zijn vastgesteld door de overheid om de kosten binnen de perken te houden.’
Het kabinet wil verder gaan met de uitbreiding van – wat men noemt – de productie in de ouderenzorg. Niet zonder trots meldt minister Hoogervorst dat het aantal wachtenden op verplegings-, verzorgings- of thuiszorg in 2002 met 15 procent is gedaald ten opzichte van 2001. Hoeveel maanden de wachttijd op dit moment is, wordt er echter niet bij vermeld. Maar bij die 15 procent zit ook de overbruggingszorg, mensen die nog niet bij de juiste zorg zijn aanbeland, maar niet meer meetellen op de wachtlijst. ‘Er is een goede analyse en overeenstemming nodig van wat we nu eigenlijk verstaan onder wachtlijsten,’ vindt Arcares-directeur Rompa.
Niettemin zullen de wachtlijsten ook in de komende jaren worden aangepakt. Daarvoor zullen regionale partijen – zorgkantoren, instellingen – vóór eind volgend jaar een plan opstellen. De resultaten zullen getoetst worden om de voortgang te controleren en eventuele knelpunten op te lossen. Verder wil het kabinet de domotica – woningen die door technologische aanpassingen geschikt zijn gemaakt voor hulpbehoevende ouderen – stimuleren. Ook zal er ‘uitbreidingsbouw’ gerealiseerd worden om de wachtlijsten aan te pakken.
Ook wil het kabinet de samenwerking tussen mantelzorgers en professionele zorg verbeteren. Goede afspraken en taakverdeling zijn nodig om de mantelzorger ook daadwerkelijk te ontlasten. Daarnaast kan de oppas- of toezichtfunctie van de professionele hulpverlener uitgebreid worden. Naar verdere mogelijkheden van een professionele oppas wordt in 2004 onderzoek verricht. In 2005 zullen ‘best practices’ worden verspreid.