Ephraïm Patty – Toen een vriend hem een jaar geleden vroeg naar een goed boek over allochtone jongeren in Nederland, kwam George Muskens, beleidsadviseur van DOCA Bureaus, erachter dat zo’n boek er nog niet was. Muskens heeft toen een jaar lang onderzoek verricht onder jongeren in Amsterdam-Noord, Amsterdam-West en Rotterdam-Zuid.
‘Jonge allochtonen komen zelf nauwelijks aan het woord in de meeste rapporten en beleidsstukken over integratie, terwijl het juist over hún problemen en perspectieven gaat’, concludeert George Muskens. ‘Er waren wel studies, maar daarin komen alleen deskundigen aan het woord. Verder zag je zo af en toe een interview, waarin twee of drie jongeren iets mochten zeggen. Een systematische studie ontbrak.’
Internet-enquête
De beleidsadviseur snapt wel waarom zo’n onderzoek lang uitbleef. ‘Het is heel lastig om jongeren te onderzoeken, laat staan allochtone jongeren. Verder zijn steekproefonderzoeken erg duur en is de non-response vaak gigantisch. Methodisch gezien is het gewoon lastig om zo’n onderzoek te doen.’
Zelf heeft Muskens gewerkt met internet-enquêtes, die hij onder meer verstuurde naar jongerenorganisaties, allochtone zelfhulporganisaties, scholen en ROC’s. Ook hield hij groepsgesprekken. ‘Daarom is het onderzoek misschien niet helemaal representatief, maar de uitkomsten zijn erg opvallend en die wil ik vooral ter discussie stellen.’
Neo-Nederlanders
Muskens plakte jongeren expres niet het label ‘autochtoon’ of ‘allochtoon’ op.
‘Jongeren moesten hun identificatiepunten aangeven, de plekken die voor hen belangrijk zijn. Hieruit blijkt dat 87 procent van mijn ‘allochtone’ jongeren ook en even zo goed ‘autochtoon’ zijn qua identificatie. Nederland is voor hen net zo belangrijk als bijvoorbeeld het land van herkomst of de landen van ouders en familie.’
De termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ vindt Muskens foute en misleidende begrippen. ‘Ik heb heel lang geworsteld met die termen en ben op zoek gegaan naar andere benamingen, maar dat is niet gelukt. Vroeger was ‘allochtoon’ een statistisch begrip, maar nu is het een stempel geworden dat allemaal associaties oproept. Pas las ik een artikel waarin Iliass Harachioui van de Erasmus Universiteit het over Neo-Nederlandse jongeren heeft, dat is wel een mooie term.’
Integratie
Over het thema integratie waren de jongeren duidelijk. ‘Ze vinden dat ze de integratie allang gepasseerd zijn, willen gewoon hun diploma’s halen en zijn ambitieus. Verder viel op dat de groep die zowel autochtone als allochtone identificatiepunten heeft, toch wel conservatief is in haar doen en laten. Ze denken meer na over gezinsvorming en hebben een sterke mate van gelovigheid.’ Ook willen weinig respondenten Nederland in de toekomst de rug toekeren.
De belangrijkste aanbeveling van het onderzoek gaat over de rol van het onderwijs, zegt Muskens. ‘Als je iets voor de integratie van jongeren wilt betekenen, moet je dat via de school doen. Anders bereik je ze simpelweg niet. Jongeren- en welzijnsorganisaties proberen het wel, maar als ze al jongeren bereiken, is dit vaak maar een beperkte groep. Het onderwijs moet dus een speciale plaats innemen in alle ketens van het jeugd- en jongerenbeleid.’
Meer informatie: www.docabureaus.nl