Maar liefst 78 procent van de mensen die op dit moment thuiszorg krijgen,
twijfelt er niet aan dat ze daar na invoering van de Wmo per 1 januari 2007 nog
steeds voor in aanmerking zullen komen. Dat blijkt uit
href=”http://www.wmo-klantenscan.nl” target=_blank name=”Wmo Klantenscan”>het
onderzoek van adviesbureau Companen . Het bureau benaderde daarvoor 600
huishoudens.
KwaliteitIn de Wmo nemen gemeenten de organisatie van
een groot deel van de thuiszorg van het zorgkantoor over. Spookverhalen over
gemeenten die straks de boel in het honderd laten lopen, lijken dus niet zo te
leven bij de doelgroep. Overigens is een overgrote meerderheid (83 procent) van
de huidige thuiszorgcliënten ook over de kwaliteit van de thans geleverde zorg
tevreden. Opvallend in het onderzoek was tevens dat slechts een kwart van de
ondervraagden ervan op de hoogte bleek te zijn dat er zoiets als een Wmo in
aantocht is. Driekwart wist dat niet.
OngerustUit het onderzoek blijkt weliswaar dat
zorgontvangers niet bang zijn hun geïndiceerde zorg kwijt te raken, maar
mantelzorgers maken zich wel zorgen. Dertig procent van de mantelzorgers vindt
deze taak moeilijk te combineren met werk. Dat geldt vooral voor de groep onder
de 55 jaar, omdat deze mantelzorgers veelal nog in het arbeidsproces
zitten.
Een zeer groot deel (bijna 83 procent) van degenen die nu thuiszorg
krijgen, verwacht in de toekomst meer zorg nodig te zullen hebben. Van deze
groep ziet echter 68 procent geen mogelijkheden om hiervoor een (groter) beroep
te doen op familie of vrienden.
Volgens de onderzoekers stemt dat tot ongerustheid, want de verwachting is
dat de druk op de mantelzorg de komende jaren enorm toeneemt door vergrijzing,
extramuralisering en een grotere focus op de ‘eigen verantwoordelijkheid van
burgers’. Ook de Eerste Kamer heeft aangegeven zich vooral op dit punt zorgen te
maken over de Wmo.
Mantelzorg Volgens de onderzoekers verleent ongeveer
twee procent van alle Nederlanders mantelzorg. Dat percentage is aanzienlijk
lager dan het cijfer van vijftien procent dat landelijk wordt gehanteerd. De
onderzoekers spreken echter van structurele en substantiële mantelzorg, wanneer
iemand minimaal een dag of acht uur per week voor familie of vrienden zorgt.
Terwijl het landelijk percentage is gebaseerd op de nogal ruimte definitie dat
iemand ‘regelmatig of af en toe hulp verleent aan familieleden of
vrienden’.
Via deze
name=”Wmo Klantenscan”>link zijn de resultaten van het onderzoek onder
Wmo-klanten te vinden.