Mensen met dementie of een verstandelijke beperking moeten door de wet Zorg en Dwang een betere rechtsbescherming krijgen als zij door zorgverleners in hun vrijheid worden beperkt of tegen hun zin zorg moeten ondergaan. Nu valt de zorgverlening en dwangbehandeling voor deze groep nog onder de Wet Bopz. Die wet is vooral gericht op psychiatrische behandelingen in een psychiatrisch ziekenhuis. De wet Zorg en Dwang moet beter aansluiten bij deze groep.
Strijd
De CG-Raad vindt echter dat het wetsvoorstel in strijd is met het verdrag voor de mensenrechten en heeft het kabinet daarop gewezen. Het voorstel zou vooral gericht zijn op indicatie ‘verstandelijke beperking’ of ‘psychogeriatrische aandoening’. Het hebben van een (verstandelijke) handicap is geen rechtsbasis voor inbreuk op de autonomie en het zelfbeschikkingsrecht van een persoon, aldus de CG-Raad.
Gedrag
Het kabinet verandert het wetsvoorstel nu zo dat de rechtvaardiging van dwang verschuift van de beperking naar het gedrag dat iemand als gevolg van zijn aandoening of beperking vertoont. ‘Dit wetsvoorstel richt zich specifiek tot personen met een verstandelijke beperking of een psychogeriatrische aandoening’ schrijft staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten in de begeleidende brief. ‘De indruk kan hierdoor ontstaan dat het bestaan van een handicap de rechtvaardiging vormt voor het verlenen van onvrijwillige zorg en het toepassen van dwang.’
Stappenplan
Het wetsvoorstel Zorg en Dwang geeft niet aan wanneer precies bepaalde dwangmaatregelen nodig zijn, schrijft staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten. ‘Het is onmogelijk om van tevoren rekening te houden met alle omstandigheden die zich in de zorg kunnen voordoen.’ De staatssecretaris wil met de wet een algemenen norm vastleggen door de procedure die zorgverleners moeten volgen voordat zij dwang mogen toepassen veel beter uit te schrijven. Zo ontstaat er een stappenplan waaraan getoetst moet worden.
Zorgplan
In de wet staat centraal dat onvrijwillige zorg een uitzondering is. Toepassing daarvan mag alleen als er sprake is van ernstig nadeel voor de cliënt zelf of voor anderen. Dit soort maatregelen moet altijd in een zorgplan te vinden zijn. Uit het zorgplan moet blijken welke situatie dwang rechtvaardigt en waarom andere, minder ingrijpende middelen niet toereikend zijn. Als het daadwerkelijk tot uitvoering van onvrijwillige zorg komt, moet een zorgverlener controleren of er op een verantwoorde manier toezicht op de cliënt kan worden gehouden.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: CG-raad/VWS/Foto: Marcel van Hoorn