Jolanda van Boven stelt dat we leven in een informatiesamenleving. ‘Er moet dus ruimte zijn om informatie te delen.’ De nieuwe privacywet, de AVG, biedt daar alle mogelijkheden voor. Zie deze wet dus ook nooit als reden om géén informatie te delen. ‘De AVG is alleen bedoeld om de randen en de spelregels van het delen van informatie te markeren.
De AVG gaat altijd voor
Maar wat zijn die randen en spelregels dan precies? Ten eerste is de AVG een Europese verordening. Dat betekent dat deze alle nationale wetten en regels overruled. Van Boven: ‘In het sociaal domein zijn er nog veel koepels en brancheverenigingen die werken met codes en gedragsregels die in strijd zijn met de AVG. Dit kan lastig zijn voor professionals. Maar besef je dat de AVG altijd voor gaat. Handelen volgens de AVG is dus nooit verkeerd, ook al gaat dit tegen de codes en gedragsregels van je organisatie in.’
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is op 25 mei in werking getreden en versterkt de privacy van burgers, dus ook cliënten in het sociaal domein. Hoe zit dat nu met het delen van informatie tussen professionals? Vier deskundigen geven hun mening. Lees dit PREMIUM artikel hier>>
Van toestemming vragen naar informatie delen
In het sociaal domein wordt nu ook nog te vaak uitgegaan van het recht op zelfbeschikking. De meest voorkomende gedachte is dat er toestemming gevraagd moet worden aan een cliënt om informatie te mogen delen. Van Boven: ‘Wanneer je een cliënt om toestemming vraagt, moet deze aan een aantal criteria voldoen om die toestemming te kunnen geven.’ Zo moet de cliënt bijvoorbeeld in staat zijn alle informatie die je geeft en vraagt te verwerken, moet hij de voor- en nadelen kunnen inzien van het wel of niet delen van de informatie en die tegen elkaar af kunnen wegen, moet hij in volledige vrijheid ja of nee kunnen zeggen tegen het delen van informatie en mag hij de toestemming om informatie te delen op elk moment weer intrekken. Van Boven: ‘Als we het hebben over mensen met verward gedrag, hebben we het over een kwetsbare doelgroep. Het is dus maar de vraag of de eventuele toestemming die je krijgt om informatie te delen wel geldig is omdat de cliënt niet aan de criteria voldoen. Bovendien schuif je de cliënt de verantwoordelijkheid in de schoenen als je om toestemming vraagt.’
Motiveren documenteren
Verder stelt Van Boven dat het van belang is dat je als sociaal professional goed vastlegt waarom je bepaalde beslissingen neemt. Want mocht jouw keuze om informatie te delen ooit worden aangevochten bij de rechter, moet je kunnen verantwoorden waarom je bepaalde stappen gezet hebt. ‘Ik zou willen dat sociaal professionals gaan werken met de mantra “motiveren documenteren” in hun achterhoofd. Leg alstublieft vast wat uw overwegingen zijn. Vaak wordt een dossier gevuld met conclusies die een keuze moeten verklaren. Zoals “er is sprake van sociale problematiek”. Maar hoe komt u daarbij? Dat wil de rechter weten en dat staat er vaak niet.’ Ook zijn dossiers volgens Van Boven nu vaak reisverslagen waar bijvoorbeeld in staat dat de professional bij de cliënt langs ging, dat hij de problematiek in kaart heeft gebracht en dat maatschappelijk werk is ingeschakeld. ‘Maar waarom deed je dat? Wat waren je af- en overwegingen? Dat lees ik vaak niet terug in dossiers en dat zijn juist de zaken waaraan een rechter toetst of jouw keuze om informatie te delen een goed gefundeerde keuze was.’
Preventie en vroegsignaleren
Van Boven stelt dat er een denkbeeldige tijdlijn is. Op die lijn gaat het aan de linkerkant goed met een burger. Een stapje naar rechts maakt een professional zich lichte zorgen om de burger. Nog een stapje naar rechts heeft een professional ernstige zorgen en helemaal aan de rechterkant van de tijdlijn weet de professional zeker dat het niet goed gaat. Van Boven: ‘We zijn het gewend om vooral te focussen op het stuk tussen het ernstige vermoeden en het stuk dat we zeker weten dat het niet goed gaat. Maar op het moment dat er lichte professionele zorgen zijn, zijn we er vaak niet. In de tijd waarin we nu leven en werken, richten alle wetten in het sociaal domein zich vooral op preventie en vroegsignaleren. We moeten dus een stap naar links doen op de tijdlijn en meer gaan werken met en voor mensen om wie we lichte zorgen hebben. Om dat te kunnen doen, is het soms noodzakelijk dat professionals informatie met elkaar delen. Leer om niet in kokers en domeinen te werken, maar werk samen met diegenen die betrokken zijn bij de zorg voor de cliënt. En vraag je telkens af wat het doel is om welke informatie met wie te delen. Als je het kunt onderbouwen, kun je het delen.’
Niets doen is ook een keuze
En, misschien wel het belangrijkste deel uit de lezing van Jolanda van Boven, wees je er als professional van bewust dat als je ervoor kiest om niets te doen, of om informatie niet te delen, dat ook een keuze is waar jij verantwoordelijkheid voor hebt. En dat je dus ook die keuze moet kunnen onderbouwen.