‘In Nederland zijn zo’n 48.000 kinderen uit huis geplaatst. Daarmee heeft Nederland het hoogste percentage uit huis geplaatste kinderen van heel Europa’, zegt Salvo D’Agata, eigenaar van zorgadviesbureau Spring Up en bedenker van de krachtgezinnen. ‘Een uithuisplaatsing is heel duur, maar bovenal is het een traumatische ervaring voor kinderen en ouders. De noodzaak om in de hulpverlening manieren te vinden om uithuisplaatsing te voorkomen is dus groot. Met de inzet van krachtgezinnen hopen we daar een klein steentje aan bij te dragen. Het krachtgezin kan je zien als een laatste redmiddel.’
Veel gemeenten kennen al gastgezinnen, buurtgezinnen, steungezinnen of meeleefgezinnen. Wat is het verschil met krachtgezinnen?
Salvo D’Agata: ‘Vaak gaat het hierbij om vrijwilligers die een lichte vorm van hulp bieden, aanvullend op de professionele hulpverlening: wat (opvoed)taken overnemen, iets leuks doen met een kind of ouder. Bij een krachtgezin gaat het om een professioneel gezin, dat ook wordt betaald. Minstens één van de gezinsleden moet professioneel jeugdhulpverlener zijn, minimaal hbo-opgeleid en BIG- of SKJ-geregistreerd ook. Daarnaast kijkt – en bepaalt – er op de achtergrond altijd een gedragswetenschapper mee en verloopt de inzet via het wijkteam. Dit moet ook borgen dat er planmatig en methodisch wordt gewerkt, met tussentijdse rapportages en evaluatiemomenten. Het is echt een nieuwe vorm van hulpverlening.’
In jullie plan komt het krachtgezin in beeld als en uithuisplaatsing dreigt. Wat kan een krachtgezin doen wat de ambulante hulpverlener niet kan?
‘Een ambulante hulpverlener kan veel bereiken. Mijn vrouw heeft het werk zelf jarenlang gedaan, maar er zitten wel grenzen aan – alleen al in tijd. Hij of zij komt misschien een of twee keer per week langs. Een krachtgezin is, binnen het redelijke, de hele week bereikbaar. Ook ’s avonds, ook in het weekend. Daardoor kan er makkelijker een vertrouwensband ontstaan. Een krachtgezin is een soort tussenvorm tussen formele en informele zorg. Een stevig gezin dat naast een kwetsbaar gezin gaat staan.
Daarbij kan een grote organisatie voor mensen ook bedreigend zijn. Terecht of niet, mensen hebben toch vaak het gevoel dat er over hen gepraat en bepaald wordt. Het gevolg: ze sluiten zich af. Een krachtgezin is niet gelinkt aan een organisatie en zal daardoor voor sommige mensen veiliger voelen, waardoor ze opener zijn. Daarbij ziet en hoort een krachtgezin meer, simpelweg omdat ze er vaker bij zijn.
Overigens is ook deze hulp uiteraard begrensd. Het doel is dat na maximaal een jaar de situatie zo gestabiliseerd is, dat er niet meer over uithuisplaatsing wordt gesproken en het gezin weer zelf – al dan niet met ambulante hulpvormen – verder kan.’
Waar moet een krachtgezin nog meer aan voldoen, behalve dat een van de ouders professioneel jeugdhulpverlener moet zijn?
‘Een belangrijke eis is: ze moeten kunnen bijstaan zonder over te nemen. Hulpverleners zijn nog wel eens té hulpvaardig. Ook sensitief kunnen begrenzen is een belangrijke eigenschap. Een krachtgezin moet soms ook nee kunnen zeggen, maar niet op een botte manier.’
Hoe zit de hulp van een krachtgezin er concreet uit?
‘Dat zal altijd maatwerk zijn en afhankelijk van de doelen van het vragende gezin. Die kunnen bijvoorbeeld zijn: een meer voorspelbare structuur binnen het gezin, het ontwikkelen van een eigen netwerk of communicatieverbetering met instanties. Vervolgens kijkt het krachtgezin op welke manier het zichzelf kan inzetten. Observeren is een belangrijke, net als adviseren en spiegelen. Dat kan door er vaak te zijn en met elkaar op te trekken, bijvoorbeeld samen te eten, of samen iets te ondernemen, maar ook een kind eens te logeren hebben om te kijken hoe het kind zich bij het krachtgezin gedraagt.’
Wat is de rol van de gezinsleden?
‘Ook dat is aan beide gezinnen zelf, en afhankelijk van de klik. Het mooiste is als beide ouders in het krachtgezin hulpverlener zijn. Maar ook als dat niet zo is, kan de partner betrokken worden. Stel de vrouw is de hulpverlener, dan zouden de mannen bijvoorbeeld ook eens samen iets kunnen ondernemen, of eens met z’n vieren, of met z’n allen eten. Je kan het in zoverre vergelijken met een gezinshuis dat het daarbij ook om een professioneel gezin gaat waarbij de gezinshuishouders hun eigen cultuur en gezinssysteem inzetten. Bij een krachtgezin gaat dat minder ver, maar ook daarbij wordt gebruik gemaakt van de kracht van het gewone leven. Als voorbeeld en spiegel ook.’
Zijn er veel hulpverleners die in hun vrije tijd, met hun gezin, ook nog hulp willen verlenen?
‘We willen klein beginnen – in Ede met drie krachtgezinnen – dus veel hebben we er nog niet nodig. Maar als je het zo ziet, moet je het niet doen, denk ik. Wij richten ons in eerste instantie op hulpverleners die wel meer gezinsgericht zouden willen werken, maar een gezinshuis nog een stap te ver vinden. En die hier, met hun gezin, een uitdaging in zien naast hun baan.’
De gemeente Ede wil met de krachtgezinnen aan de slag gaan. ‘Het sluit aan bij onze visie dat de hulpverlening zo normaal mogelijk, en liefst in het eigen gezin plaatsvindt’, zegt verantwoordelijk wethouder Leon Meijer, die al eerder liet zien daarbij ‘onorthodoxe maatregelen’ niet te schuwen.
Zo plaatste de gemeente al eens 24 uur per dag hulpverlening in een gezin. Meijer: ‘Het ging om een gezin met vier kinderen voor wie uithuisplaatsing dreigde. We hebben toen bij de woningbouwvereniging een huis gevorderd, er met een stel vrijwilligers een kamer bijgebouwd en er 24 uur per dag hulpverlening opgezet. In huis. Het was een gok, maar het is gelukt: na twee maanden kon het gezin terug naar het eigen huis en nu redden ze het weer met ambulante hulpverlening.’
Hij ziet het krachtgezin ook als zo’n ‘onorthodoxe maatregel’, voor als al het andere niet heeft gewerkt. ‘Ik zie het als een soort professioneel gezinsmaatje. Er is daardoor iets minder de rolverdeling cliënt – hulpverlener. We plakken er een gewoon gezin tegenaan, dat het gezin dat hulp nodig heeft kan stutten, steunen en coachen.’
Onderzoek
Behalve Ede, hebben ook de Gelderse gemeenten Arnhem en Heerde belangstelling getoond voor de inzet van krachtgezinnen. Vanuit de Hogeschool Ede zal, als de eerste krachtgezinnen aan het werk zijn, onderzoek worden gedaan naar werkzame factoren en de grenzen van het concept.
Congres Multiprobleemgezinnen
Naar schatting is in drie tot vijf procent van alle gezinnen in Nederland sprake van meervoudige en complexe problematiek. Het gaat om 75.000 tot 116.000 zogenaamde multiprobleemgezinnen. Werken met deze gezinnen vergt een bijzondere aanpak. Op dinsdag 11 februari organiseert Zorg+Welzijn Congressen een event over de stapsgewijze aanpak bij probleemgezinnen. Lees meer>>