Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Nieuw lexicon sociaal werk hoort op nachtkastje van elke sociaal werker’

Leefbaarheid, maatwerk, evidence-based werken: het sociaal domein wemelt van de begrippen waarvan de meeste professionals wel zo ongeveer weten wat ze betekenen. Maar heel precies omschrijven is lastig. Daar brengt het onlangs verschenen ‘Lexicon nabijheid en sociaal werk’ verandering in.
Foto Pixabay

Het Lexicon nabijheid en sociaal werk bevat een kleine veertig sleutelwoorden of lemma’s. De bundel heeft nabijheid als overkoepelend thema, omdat dit volgens de samenstellers het sociaal werk misschien wel het beste typeert. Het streven naar nabij werken krijgt op vele manieren invulling, vanuit een veelheid aan begrippen en theoretische concepten.

Spraakverwarring

In de praktijk ontstaat er nogal eens spraakverwarring, omdat de een onder ‘eenzaamheid’ net iets anders verstaat dan de ander. Of omdat ‘preventie’ verschillende interpretaties kent. In het nieuwe lexicon verschaffen experts van universiteiten, hogescholen en kennisinstellingen helderheid. Ze leggen uit hoe de sleutelbegrippen ontstaan zijn, kijken kritisch naar de opvattingen ervan in het beleid en de wetenschap en ze leggen de link naar de dagelijkse praktijk van sociaal werkers.

Woorden als gereedschap

‘Dat is heel belangrijk’, zegt Radboud Engbersen, redactielid van het lexicon en programmaleider sociale basis bij Movisie, ‘want woorden zijn ook daden, ze vormen het gereedschap. Een nauwkeurig begrip van de concepten is dus nodig om het werk goed te kunnen doen en te kunnen verbeteren. Niets is zo praktisch als goede theorie. Daarom hoort dit lexicon thuis op het nachtkastje van elke sociaal werker.’

Populariteitswisseling

Sommige termen zijn puur theoretisch sociologisch en die liggen qua betekenis vrij vast. Maar er is ook een categorie termen die vooral gebezigd wordt door beleidsmakers. Die tweede soort is volgens Engbersen onderhevig aan ‘populariteitswisseling. Begrippen zijn aan slijtage onderhevig. Zoals sociale integratie, dat begrip is omgeven geraakt met moeizame beelden en negatieve connotaties. Daarom spreken we tegenwoordig liever over samenleven in verscheidenheid.’

Forceren met taal

Beleidsmakers gebruiken de beleidsconcepten vooral omdat ze iets willen bereiken, iets willen forceren met taal, legt Engbersen verder uit. ‘Dat vinden zij belangrijker dan een exacte definitie. De sociale basis is daar een actueel voorbeeld van. Er is veel discussie over: wat betekent het nu precies? Volgens sommigen is het oude wijn in nieuwe zakken: zij menen dat het hetzelfde is als de sociale infrastructuur.’

Nieuwe lading

Maar Engbersen scherpt dat beeld graag aan, omdat nieuwe concepten wel degelijk ook een nieuwe lading kunnen krijgen. ‘Vanwege de connotaties die erbij meekomen. Sociale infrastructuur wordt door veel mensen geassocieerd met accommodaties, met stenen. Bij sociale basis ligt de gevoelskleur meer op mensen. Dat heeft meer sexappeal. Zo werkt de retoriek van het beleid.’

Enorme vlucht

Behalve het lemma over de sociale basis schreef Engbersen ook over de publieke ruimte. Door heel precies naar dat concept te kijken, in de literatuur en in de (beleids)praktijk, laat hij zien hoe dit begrip zich door de tijd heen heeft ontwikkeld. ‘Ik heb vooral gekeken naar de publieke buitenruimte. De aandacht daarvoor heeft een enorme vlucht genomen de laatste jaren, met name in het gemeentelijke beleid.’

Veelvuldig in nota’s

‘Waar het bij de publieke buitenruimte in het verleden vooral ging over iconische stadspleinen en – parken in stadscentra’, vervolgt hij, ‘gaat het tegenwoordig veel meer over de pleintjes en parken in gewone buurten. Het begrip publieke ruimte komt veelvuldig voor in de beleidsnota’s, gekoppeld aan begrippen als ontmoeten en familiariteit.’

Opbouwwerkers

De ontmoetingsfunctie van de publieke buitenruimte wordt in de nota’s bovendien gekoppeld aan beleid om juist die functie te stimuleren. ‘Er komt de laatste tijd steeds meer aandacht voor sociale professionals, die in die buitenruimte aan de slag gaan met activiteiten voor jongeren en met bijvoorbeeld beweeg- en gezondheidsprogramma’s voor jongeren en volwassenen.’

Buiten in de buurt

De klimaatverandering zou wel eens debet kunnen zijn aan de gegroeide aandacht voor de buitenruimte, denkt Engbersen. ‘De coronacrisis heeft het belang ervan ook enorm in beeld gebracht. We gingen massaal naar buiten in onze eigen buurt. Gemeenten organiseerden in de wijken in de schoolvakanties extra sport- en spelaanbod, er kwamen op veel plekken extra schaatsbaantjes.’

Formeel en informeel

Bijzonder in de hedendaagse ontwikkelingen in de publieke buitenruimte is verder het samenspel tussen inwoners, maatschappelijke organisaties en gemeenten, constateert Engbersen. ‘Formeel en informeel weet elkaar goed te vinden. Ga maar eens op een zomerse dag naar een park: je ziet een yogaclubje, de boksschool en groepjes vrouwen met een migratieachtergrond.’

Pleinprogrammeur

‘En als er toevallig een stukje verderop een Cruyff Court is, dan is de sportopbouwwerker daar misschien wel aan het voetballen,’ vult hij nog aan. In het kielzog van deze beleidsmatige opwaardering ontstaan ook nieuwe invullingen voor het sociaal werk. ‘Een beetje gemeente heeft tegenwoordig een pleinregisseur of -programmeur. Maar ook meidenwerkers, jongerenwerkers en de al eerder genoemde opbouwwerkers liften hierop mee.’

Extra handelingsrepertoire

Dat alle lemma’s in het lexicon zo nauwkeurig geanalyseerd en beschreven zijn, helpt sociaal werkers in hun dagelijks werk, daar is Engbersen van overtuigd. ‘Dat je meer over een begrip weet en preciezer kunt omschrijven wat het betekent, geeft je extra handelingsrepertoire. Het leidt ook tot reflecties op je eigen inzet en mogelijkheden.’

Fantastisch

Als hij zelf sociaal werker was zou hij erg blij zijn met het boek, denkt hij. ‘Het is toch fantastisch  om kort en scherp inhoudelijk gevoed te worden? En bovendien hebben we het boek samen met sociaal werkers gemaakt. Dat wil zeggen: we hebben met een brede groep sociaal werkers bedacht welke begrippen we allemaal een plek moesten krijgen.’

Levend lexicon

Het is een levend lexicon, benadrukt Engbersen tot slot. ‘Blijvende reflectie op de begrippen vinden we belangrijk. Daarom gaat Movisie volgend jaar een serie bijeenkomsten organiseren waarin de schrijvers live hun begrip uit de doeken doen, met een sociaal werker als co-referent die het kan toetsen aan zijn praktijkkennis.’

Boekeditie

Sociaal werkers worden uitgenodigd om aan het gesprek deel te nemen. Ook verschijnt er nog dit jaar – naast de online-editie – een boekeditie van het lexicon. ‘Zodat elke sociaal werker, docent, beleidsmaker en bestuurder het echt fysiek op het nachtkastje kan leggen.’

Interesse om mee te praten over het levende lexicon? Mail Radboud Engbersen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.