Een kwart van alle Nederlanders heeft een migratieachtergrond. Eerder onderzoek van Kennisplatform Integratie & Samenleving (KIS) wijst uit dat velen van hen het gevoel hebben dat ze voor toegankelijke zorg alleen terechtkunnen bij een organisatie die zich richt op zorg in eigen taal en cultuur. ‘Ik kreeg laatst zelf een meneer aan de lijn, die in zijn regio geen passend aanbod vond. Hij maakte zich daarom ernstig zorgen over zijn ouders met een Turkse achtergrond ’, zegt Hans Bellaart, senior onderzoeker en een van de coördinatoren van KIS. ‘Van organisaties specifiek voor cliënten met een migratieachtergrond horen we dan weer dat er weinig kennisuitwisseling is tussen hen en generieke zorg.’
Sleutelfiguren
In leernetwerken kunnen professionals, managers en ervaringsdeskundigen kennis uit wetenschap en praktijk met elkaar verdiepen, zegt Bellaart. In een leernetwerk voor diversiteitsensitief werken zijn de ervaringsdeskundigen sleutelfiguren. Zij kennen de leefwereld van de cliënten met een migratieachtergrond goed. Deze sleutelfiguren zijn in elke wijk met enige diversiteit te vinden, maar formele organisaties werken nog te weinig met hen samen, concludeert KIS.
Wantrouwen over zorg
‘Het ontwikkelen van je vaardigheden om goed aan te kunnen sluiten bij de leefwereld van iemand met een andere achtergrond vergt meer dan een eenmalige training over het omgaan met cultuurverschillen’, aldus Bellaart. ‘Veel cliënten met een migratieachtergrond zijn wantrouwend over de zorg in Nederland. Of ze hebben een kennis- of taalachterstand of maken simpelweg andere keuzes in zorg en welzijn. Als managers willen dat professionals aan vertrouwen werken en cliënten beter begrijpen, moeten ze kennisuitwisseling stimuleren en randvoorwaarden voor diversiteitsensitief werken creëren. Net zoals gemeenten zorginstellingen daarin beter moeten faciliteren.’
Handreiking
De handreiking ‘Leernetwerken diversiteitsensitieve zorg’ geeft diverse adviezen en tools voor het starten en blijven faciliteren van een leernetwerk. De handreiking is geschreven op basis van praktijkvoorbeelden. Twee leernetwerken voor diversiteitsensitieve jeugdhulp zijn gestart in Den Haag, in samenwerking met het Lectoraat ‘Jeugdhulp in transformatie’ van de Haagse Hogeschool. Hulpverleners van verschillende organisaties kwamen zes keer bij elkaar, managers ook twee keer. In Rotterdam zijn leernetwerkbijeenkomsten in de ouderenzorg georganiseerd.
Onduidelijkheden over jeugdhulp
Over jeugdhulp bestaan veel onduidelijkheden bij mensen met een migratieachtergrond, staat in de handreiking. ‘Het idee heerst dat als je niet volgens Nederlandse normen opvoedt, de kans bestaat dat kinderen onder toezicht, of zelfs uit huis worden geplaatst. Hierdoor ervaren veel van deze gezinnen een hoge drempel naar de jeugdhulp.’ Om de toegankelijkheid te verbeteren, vertrouwen te winnen, de taalbarrière te slechten en cultuurverschillen te overbruggen is samenwerking met sleutelpersonen aan te raden.
‘Meer waardering voor informele netwerken’
De meeste jeugdhulpverleners in Den Haag willen wel gelijkwaardig samenwerken met informele netwerken. Maar de praktijk blijkt weerbarstig. Uit de handreiking: ‘De sleutelpersonen geven aan dat ze vaak door jeugdhulporganisaties benaderd worden voor steun, maar ze voelen zich niet altijd serieus genomen. Ook al zijn zij geen beroepskrachten, zij willen graag meedenken over de werkwijze en niet alleen benaderd worden om gezinnen over de drempel te helpen. Voor hun inzet zouden ze ook meer gewaardeerd kunnen worden, door bijvoorbeeld vrijwilligersvergoedingen te bieden.’
Stilstaan bij eigen handelen
Basiscompetenties versterken op het gebied van reflecteren op het eigen referentiekader is een ander aandachtspunt in de jeugdhulp, concludeert de handreiking. Net als meer diversiteit in het eigen team. Kunnen overleggen over casussen in het leernetwerk met een diverse groep bleek al waardevol. Jeugdhulpverleners geven aan dat ze makkelijker stilstaan bij hun eigen handelen. Ze leerden bijvoorbeeld ook van een collega van Akwaaba zorg dat hulpverleners in Afrikaanse gezinnen vaak worden gezien als tante of zus. ‘Een verschuiving in onze rol, maar daardoor wordt informeel optreden wel beter mogelijk.’
Tools
Meerdere tools werden in het leernetwerkexperiment voor de jeugdzorg ontwikkeld. Deze zijn opgenomen in de handreiking. Een tool helpt aan de hand van een casus stil te staan bij mogelijke verschillen in referentiekaders. En leert hoe je, ondanks grote verschillen, toch een vertrouwensrelatie op kan bouwen. Ook is er een stappenplan om jeugdhulporganisaties te ondersteunen bij de samenwerking met informele organisaties. Met een andere tool kan een hulpverlener laagdrempelig het jeugdzorgsysteem in Nederland uitleggen. Dit kan helpen de angst dat kinderen uit huis worden geplaatst te verminderen.
Rekening houden met leefsituatie, taal en cultuur
Ouderen met een migratieachtergrond hebben vaak beperkte gezondheidsvaardigheden en moeite met de Nederlandse taal. Omdat hun aantal groeit, wordt er steeds meer van de zorg verwacht. Niet altijd is bekend dat er überhaupt professionele ouderenzorg bestaat, zegt Bellaart. ‘In sommige groepen zit zelf willen zorgen voor de ouders bovendien heel diepgeworteld in de cultuur. Als ze dan kiezen voor professionele zorg, hopen zij ook echt dat er rekening wordt gehouden met hun leefsituatie, taal en cultuur. Diversiteitsensitief werken vraagt in elke zorgsector veel ruimte voor een intake. Misschien is één gesprek niet voldoende. Dan moet twee of drie gesprekken voeren mogelijk zijn.’ Een in de handreiking opgenomen infographic laat randvoorwaarden voor de ouderenzorg zien.
Tips voor hulpverleners en organisaties
Een lange adem, dat heeft diversiteitsensitief werken zeker nodig, benadrukt Bellaart. ‘Een tip voor hulpverleners is om meer van jezelf te laten zien, dat werkt verbindend als er verschillen zijn in culturele achtergrond. Maar professionals kunnen alleen verbinden als diversiteitsensitief werken in de haarvaten van hun organisatie zit. We hopen toe te werken naar zorg die voor iedereen, ongeacht de achtergrond, toegankelijk is en goed kan inspelen op de specifieke behoeften van iedere cliënt. Cliënten met een migratieachtergrond zouden niet beperkt moeten zijn in de keuze van zorg.’ Voor KIS is de volgende stap om de ontwikkelde tools te toetsen in de praktijk. Diversiteitsensitief werken in de zorg stimuleren willen ze ook door kennisuitwisseling in leernetwerken.