Alle kinderen moeten gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen participeren in de samenleving, zo luidt het uitgangspunt van de wet. Ouders zijn hiervoor eerst verantwoordelijk, maar de overheid komt in beeld wanneer dit niet vanzelf gaat. In dat geval moet het jeugdstelsel snel functioneren om kinderen te behandelen, begeleiden en beschermen.
Tekortkomingen
De bedoeling van de Jeugdwet is om zware Jeugdzorg zo veel mogelijk te voorkomen, zo staat in de Memorie van Toelichting bij de wet. Het wetsvoorstel is een antwoord op de tekortkomingen van het huidige stelsel, zo menen de staatssecretarissen. ‘Het is aangetoond dat in de huidige situatie specialistische zorg te snel wordt ingezet, de samenwerking van hulpverleners tekortschiet en afwijkend gedrag onnodig wordt gemedicaliseerd. Deze tekortkomingen leiden tot hoge kosten en tegenvallende kwaliteit.’
Preventie
Preventie moet de kosten drukken. Het totale budget wordt gekort met 15 procent, waarmee het gaat om een bedrag van 450 miljoen euro. In de meicirculaire van 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend gemaakt.
De vijf uitgangspunten van de wet zijn:
1. Preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk;
2. Demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren door onder meer het opvoedkundig klimaat te versterken in gezinnen, wijken, scholen en in voorzieningen als kinderopvang en peuterspeelzalen;
3. Eerder de juiste hulp op maat te bieden om het beroep op dure gespecialiseerde hulp te verminderen;
4. Integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt één gezin, één plan, één regisseur;
5. Meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk.
Kwaliteitseisen
Er bestaan grote zorgen over de continuïteit van de zorg. Gemeenten moeten daarom gedurende het eerste jaar de zorg voor de bestaande cliënten blijven afnemen van de bestaande aanbieders waar die betreffende cliënten dan de zorg ontvangen. Dit betekent dat bestaande instellingen in het eerste jaar gemiddeld voor circa 40% van het budget kunnen blijven leveren. Het lokale jeugdhulpbeleid moet worden vastgelegd op hoofdlijnen en voor 31 oktober worden ingediend. Dat plan wordt daarna getoetst door de Transitiecommissie Jeugd. Mocht de continuïteit van zorg onvoldoende zijn, dan kunnen de ministers een aanwijzing geven aan de gemeenten in de betreffende regio.